Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1778
(1778)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 206]
| |
een Borstkwaal. 't Was omtrent 45 Jaaren geleden dat dit Mensch zyn gehoor verlooren had, zonder eenige duidelyke oorzaak; schoon hy aanmerkte, dat hy op dien tyd zeer hard van zyn Vader behandeld was, die hem dikwyls, op een wrede wyze, op zyn hoofd sloeg; behalven dit, had hy zeer veele toevallen ondergaan, waar onder anderen was, dat hy een of twee maalen van een Paard gevallen was. Deeze omstandigheden evenwel scheenen geene onmiddelyke gevolgen op zyn gehoor gehad te hebben. Hy kan zich nog verbeelden klanken gehoord te hebben, en welke indrukkingen die voorheen in hem te weeg bragten. Hy schynt nu nog een onderscheiden denkbeeld te hebben van de verschillende wyze, waarop 't zintuig van 't Gehoor, door verschillende voorwerpen, aangedaan wordt: hy is in staat eenige harde klanken onderscheiden te hooren, inzonderheid die van trommen en snaphaanen, en de verschillende toonen van de eersten kan hy onderscheiden; doch, zonder dat hy ziet waar en wanneer 't geluid gemaakt wordt, kan hy zich geen denkbeeld maaken hoe naby 't zelve is; wegens deeze omstandigheid, schoon hy het geraas van een Rytuig gewaar wordt, is hy dikwyls in gevaar geweest van overreeden te worden, wanneer hy 't zelve niet gezien hadt. Wanneer hy in een Kerk is, kan hy 't geluid der Klokken hooren; doch hy heeft 'er geene gewaarwordingen van, wanneer hy op de open straat staat: en zo is het gelegen met alle overige klanken of geluid, 't zy dat de plaats of grond, waar op hy staat, mede geschud en in beweeging gebragt wordt. Wanneer hy staat op een planken vloer, de minste slag of beweeging op de vloer of tafel, digt by hem gemaakt, hoort hy duidelyk; doch wanneer een even zwaar geluid of geraas gemaakt wordt, aan eenig ding, by een Koord opgehangen, dat geen gemeenschap met de Vloer heeft, gevoelt hy niets van 't geluid. Van 's gelyken wanneer hy staat op een steen of een marmeren Voorhaardstede, in 't zelfde Vertrek, is hy niet in staat om te hooren, of 'er moet een zwaar geluid of geraas gemaakt worden, in staat om de marmeren steenen te doen schudden. Wanneer hy beide zyn ooren toestopt, en zyn mond digt toesluit, zo maakt dit geene verandering, en heeft geene uitwerking op zyn gehoor. Wanneer hy 't eind | |
[pagina 207]
| |
van een stok tusschen zyne tanden neemt, zo kan hy den kleinsten slag, op 't zelve gedaan, gewaar worden; doch de klanken der woorden kunnen hem, op deeze wyze, niet medegedeeld worden. Ik heb zyne Ooren zeer naauwkeurig onderzogt, zonder in staat te zyn van eenig ongewoon verschynzel te kunnen ontdekken: 'er was wel eenige verzameling van hardagtige stoffe, naar Wasch gelykende, in dezelve; doch door gedaane inspuitingen kwam 'er geene verandering in zyne doofheid. Zyn Vrouw spreekt met hem zeer gemakkelyk, door de beweeging van haare lippen, 't welk ze doet door langzaam te spreeken, en door haar mond wyd te openen. Ieder een kan door een geringe oefening ligt in staat geraaken met hem te spreeken, tot welken einde 't noodzaakelyk is, recht tegen over zyn aangezigt geplaatst te zyn; zyn Vrouw zelfs is in de noodzaakelykheid van deeze voorzorg te gebruiken. By myne derde Visite was hy reeds in staat van de beweeging myner lippen vry wel te verstaan, schoon dezelve, wanneer ik hem 't eerst zag, geheel en al onverstaanbaar voor hem waren. |
|