Brief aan de wel edele heeren directeuren en leden van de Maatschappy der Drenkelingen te Amsterdam.
Wel Edele Heeren!
Overtollig zou het zyn, Wel Ed. Heeren, uit te weiden in Loftuitingen, wegens de verpligting, welke het geheel menschdom heeft aan uwe meer dan gewoone goedheden, in niet alleen de middelen aan de hand te geeven, om menig mensch, voor dood gehouden, uit de kaaken des doods te ontrukken, in niet alleen de Inwoonderen van Amsterdam met eer-, en prysvergelding te bekroonen; maar zelfs deeze uwe milddaadigheid uit te strekken, tot elk onderdaan van ons Gemeenebest, die het geluk heeft van een voor dood gehouden Drenkeling te herstellen. Eene weldaadige schikking, waar in Gylieden, boven alle Landen, en derzelver Genootschappen, de eer hebt van de eerste te zyn; en van alle Menschenvrienden, in andere Landen, gevolgd te worden. Met hoogagting Ulieder inrigting beschouwende, heb ik de vryheid genomen myne gedagten over een ook in dit geval nuttig Werktuig, Uw Ed. met deezen onder 't oog brengen; my vleijende dat het Ulieder goedkeuring zal wegdraagen.
Het is, gelyk de ondervinding ten overvloede getoond heeft, baarblyklyk, dat het inblaazen van den Tabaksdamp van de hoogste nuttigheid is, in Darmbreuken, en kronkels, en vooral in het herstellen der Drenkelingen; van waar men, zelfs door Vorstelyke bevelen, buitens Lands, hier toe, op veele plaatzen, werktuigen in gereedheid moet houden. Dit zou, naar 't my voorkomt, met nut algemeener, gemaakt kunnen worden; indien men bedagt was op een min kostlyk werktuig. Menig een zou ongetwyfeld, in de vereischte gevallen, gebruik maaken van een werktuig, waar door de Tabaks-damp met weinig moeite, en in eene genoegzaame hoeveelheid, kon ingeblaazen worden; indien de kosten van het zelve niet zoo hoog liepen. Dit heeft my aangezet U Wel Ed. een werktuig voor te draagen, welks kosten