Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1778
(1778)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 60]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eenige waarneemingen en aanmerkingen nopens de luchtsgesteldheid te Amsterdam, in het jaar 1777;
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 61]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jaaren niet geheugt. - Billyk veroorzaakte dan dit natte Saisoen groote bekommering, en 't zoude, wanneer het in Augustus en September aangehouden had, gelyk in voorige natte Zomers meest gebeurde, treurige gevolgen te weeg gebragt hebben; doch welke, gelyk straks blyken zal, nog even in tyds door de gunstige Voorzienigheid zyn afgewend. Doch zo billyk de vrees voor den regen was, zo regtmaatig waren niet in alles de klagten, die men daarby voegde, over de Koude van dit Saisoen. Immers de Maimaand wierd daar door niet benadeeld; die maand was volkomen middelmaatig warm; en schoon men zulke warme dagen daarin niet had, als wel in andere jaaren, men had ook zulke koude dagen niet als wel anders, en veel minder N. en N.W. winden, welke in de 93 aantekeningen te samen maar 26 maal gewaaid hebben in die maand; en in tegendeel in Mai 1775, 58, en 1776, 50 maal. De laagste Thermometer was den 12 's avonds 46½ gr: en de hoogste den 30 's middt 67½, maakende dus, op mynen zo ras beweegenden Thermometer; een verschil van niet meer dan 21 gr: 't welk in die maand, die aan zo groote en schielyke veranderingen is onderworpen als ééne andere, iets zeldzaams is; zynde 't verschil in dezelve maar eens, in 1757, 20 gr: geweest. In Juni waren de 4 eerste dagen warm, staande myn Thermometer,
doch behalven deeze dagen mogt men Juni, met vry meerder recht, koud noemen; zynde de middelmaat der 26 laatste dagen niet meer dan 58⅔ gr: en de koudste dagen deeze:
Juli was meest ook wel zeer koel te noemen; echter was de koudste stand 56 gr: en de warmte, die men van den 12 tot den 19 had, maakte dat het nog omtrend | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 62]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eene middelmaatige maand was; deeze dagen waren de warmste.
behalven dit was 't hoogste 71 gr: op den 23. Doch op den 3 Augustus, 's morgens nog zwaar geregend hebbende, en ten 11 u: Nieuwe Maan zynde, wierd het op dat uur droog; en men kreeg eene der aanmerkelykste en aangenaamste veranderingen, van het natte en koele Saisoen, in bestendige droogte en warmteGa naar voetnoot(*), zo dat op den 8 en 9 dier maand de hitte groot wierd: en op mynen Thermometer dus stond:
De schielyke vermindering der zwaare hitte op deezen 9, was 't gevolg van eene hevige donderbui; welke 's avonds van 6 tot 7 u: losbarstte, en wel recht boven deeze Stad; zynde zo over 't Y als in de Diemermeer merklyk minder geweest, en de bui naar 't N. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 63]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
afgetrokken: een naar Suriname bestemd Schip in 't Y, leed eenige schade door dit onweêr. - Schoon nu deeze 2 dagen de eenige in die maand, en in den geheelen Zomer waren, op welke de hittte den trap van 80 gr: bereikte, bleef die echter, na het gemelde onweêr door die geheele maand aanhouden tot den 28, zynde de verdere warmste dagen:
Den 29 kreeg men 's morgens een styven regen met eenigen donder; dit veranderde de lucht, en den 30 op den middag begon een zwaare regen met Z.t.O. wind, die 's av. O.Z.O. liep byna Storm; de Therm. daalde 's av. 10 u: op 56 gr: doch was den 31 ('t geen zeldzaam is) in den nog duurenden regen, gerezen, 's morg: ten 7 u: op 64, en 8 u: 65, daalende echter 's midd: weder tot 62½ en 's av: tot 57 gr: De wind bleef zeer hard waaien, zynde 's morg: tot 8 à 9 u: Z.W. doch liep toen zeer schielyk in 't gevaarlyke N.W. en wierd een Storm, zo hevig, dat niet alleen veel schade aan daken en schoorsteenen, &c. geschiedde, maar dat wel 30 Schepen in den omtrek van ons land gestrand of beschadigd zyn; waar onder het jammerlyk verbryzelde Schip Overhout, van Ceilon t'huis komende: treffend ongeluk, in 't gezicht van 't Vaderland, en in een jaargety, waar in men zulks zo weinig kon verwachten! - Deeze Storm hield dien dag aan, en wierd de 3 eerste dagen in September nog gevolgd van sterke winden, meest uit denzelfden N.W. hoek, met zeer zwaare regenbuïen, en op den 3 's morg: met hagel verzeld; zynde die ochtend zo koud, dat myn Therm: van 6 tot 8½ u: met de buïen rees en daalde tusschen 49 en 51 gr: Doch hoe slegt deeze herfstmaand begon, het weeder bedaarde den 4 en 5, en daar op volgde, in 't overige dier maand, zulk een ongemeen bestendig, helder en droog Saisoen, als ik denk in die maand ooit beleefd te zyn. Ik heb de luchtsgesteldheid in die 25 laatste dagen, en dus in 75 maal, niet min dan juist 60 maal helder en omtr: helder aangetekend, en in die zelfde 25 da- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 64]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gen is maar 3 maal regen gevallen, en t'elkens niet veel; t.w. op den 12 's av: den 22 's morg: en 30 's av: na 9 uuren. De warmte in die maand was van den 6 tot 9, op den middag 70 a 73 gr: anders doorgaands gemaatigd, doch ook nu en dan vry koel, als op
Maar zeer schielyk volgde daar op tot het einde der maand eene zo groote warmte, dat daar van, in myne 40 jaarige tafel, weder in dit Saisoen geen voorbeeld is, en dus waardig dat ik daar van myne extra Waarneemingen mededeele; ze zyn als volgt:
doorgaands met extra heldere lucht, en stille O. en Z.O. inden, behalven op den laatsten avond, als gezegd is, iets regen. Den 1 October hield deeze extra warmte nog aan, staande myn Therm: 's middags weder op 71 gr: en nog den 7 op 68 gr: voorts was in die maand nog, op verscheidene dagen, de middag warmte 64 en 65 gr: en geen grooter koude dan 49 gr: tot den 18 's av: 48 gr: zynde de middelmaat dier 18 eerste dagen 57 25/54, doch toen de wind O. loopende, en fel doorwaaïende, wierd het in eens zo koud, dat myn Therm: den 19 's morg: gedaald was tot 44 gr: den 20, 41, den 21, 37, den 22, 30½, en eindelyk den 23 tot 27 gr: zynde die 2 laatste nachten alle Slooten zo sterk toegevroozen, dat ze des daags niet weder ontdooiden, ja in wateren van meer belang was merklyk Ys gekomen; daar na klom echter nog in die maand, op den 30, de warmte tot | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 65]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
64 gr: en op den 4 November nog eens tot 60 gr: - Zo dat wy in deeze merkwaardige Wynmaand zo veel verandering van warmte en koude gehad hebben, als in ten minsten 40 voorgaande samen; zynde op 1 gr: na zo warm, en 1 a 2 gr: kouder geweest als, naar myne tafel, sedert 1736: om dit klaarer te toonen; zie hier myne extra waarnecmingen der 5 aanmerkelykste dagen.
De droogte bleef in deeze October nog aanhouden; 't regende wel op meer dagen dan in Sept. doch van geen belang; daar door wierd in 't begin van November het regenwater in deeze Stad zo ongemeen schaars, dat men even bekommerd wierd over de droogte, als in Juli over den regen; echter kreeg men in die maand, eerst van den 8 tot 10, en vervolgends na den 18, zeer buïig en windig weeder, en wel meest uit het N.W. zo dat die schadelyke wind ons tot 3 maal in 9 dagen met het zelfde gevaar dreigde, (doch God dank! alleen dreigde) 't welk de 2 voorige jaaren in dien zelfden tyd ons land zo smertelyk trof. Deeze Stormen hadden wy van den 19 's av: tot 20 tegen den avond: van tusschen 22 en 23, tot 's namiddags den 24: en noch heviger, doch korter van duur, den 28 van 's middags van 12 tot 4 a 5 uuren: de kragt der wind in 16 dagen, van 19 Nov: tot 4 Dec: was 71½. Voorts was November zeer zacht, en de veranderingen van den Thermometer zo klein, als ze in de voorige maand groot waren; na den reeds gemelden 4 tot 4 Dec: ingesloten, was de hoogste stand 54 en de laagste 40 gr: behalven 's avonds den 29, en 's morg: den 30, toen die beidemaalen op 37 stond. In December bleef het water tot den 30 nog open, en evenwel was het gansch geen zachte maand; myn Thermometer stond den 1 's mid. 2 u: op 49, doch 2½ u: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 66]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
46, den 4 op 48, daar na niet hooger dan 45 gr: na den 14 bleef die bestendig onder 40 gr: behalven den 17 's midd: 41 gr: en na dien 17 klom die maar eens tot 37 gr: doch zakte ook op niet meer dan 5 dagen in die maand onder 't vriespunt: t: w:
blyvende op dien laatsten dag alle veerschuiten stil liggen. De luchtsgesteldheid was zo donker, dat ik van 17 Nov: tot het einde des jaars, zynde in 45 dagen, niet meer dan ééns helder en 6 maal omtr: helder heb aangetekend. De wind was, tot den 13 meest N.W.W. en Z.W. maar van den 14 af, byna zonder afwyking tusschen O. en N. en wierd de 2 laatste dagen zo sterk, met jagtsneeuw verzeld, dat het jaar met een O.N.O. Storm afscheid nam; die echter myns dunkens nog zo fel niet was, als op den 7, 13 en 14 Jan: 1776; deeze 's morgens den 1 Jan: 1778 bedaarende, bleef met den aanvang van dit Jaar de O. wind, donkere lucht, en maatige Vorst, voortduuren. Dus was over 't geheel in dit Jaar, de Winter langduurig, de Lente koel, de Zomer gemaatigd, en de Heefst zacht; het was een vrugtbaar jaar in Veldvrugten, doch slegt in Boomvrugten; en 't is in zeldzaame verwisselingen van warmte en koude, ruim zo aanmerkelyk geweest als een der voorigen. Men zie het nader uit dit tafeltjen, waar in ik eenige hoogste en laagste standen des Therm:, in dit ééne jaar, stellen zal tegen de hoogste en laagste op na genoeg gelyke tyden in 42 voorige jaaren; waar van sommige echter verschillend zyn van 't hoogst of laagst in die geheele maand; en den 20 Feb: 1765 te verstaan is, als 't koudste in dien tyd, behalven Febr: 1740 en Maart 1748.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 67]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De schielykste veranderingen op mynen Therm: waren
Behalven de verandering van 19 gr: op den 9 Aug: hier voor gemeld; is 't wel eenige maalen in 't Voorjaar, als ook in September, gebeurd, dat de Thermometer van 's morgens tot 's middags 16, 18 a 20 gr: gerezen is; doch behalven dat ik daarvan de meeste gevallen, zo in myn hier voor gemeld bericht van den Winter dezes jaars, als hier, reeds gemeld heb, als den 26 en 27 Febr: 25-27 Maart, 11 en 12 April, 26 a 29 Sept: zo is zulks, by helder en stil weeder, zo ongemeen niet, of ik houde eene verandering van 10 gr: van 's avonds tot 's morgens, voor ruim zo aanmerkelyk. De middelmaat der warmte van 't geheele Jaar was als volgt.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 68]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dus 2½ gr: kouder dan 1775, ¼ gr: kouder dan 1776, en 1/5 gr: warmer dan middelmaatig, naar myne tafel. Waar ik in de Kolom der hoogste en laagste Therm:2 getalen heb gezet, betekent dat het grootste of kleinste buiten 't uur der gewoone waarneeming was, en dus moet ik daar omtrend nog melden, dat zo dikwyls het 's morgens 8 a 9 u: kouder, of 's mid: 3 a 3⅓ u: warmer is dan op den vastgestelden tyd der waarneeming, ik dit op den kant aantekene, doch in de optelling der maand niet rekene, ten zy in een buitengewoon verschil gelyk 23 Juli 1775, en 6 Jan: 1777; evenwel is meestentyds myn Thermometer 's mid: ten 3 u: reeds 1 gr: en somtyds 2 en 3 gr: gedaald. Vergelykt men nu deeze observatien weder met die van den Heer Dr. schaaff in dit jaar, zal men 't verschil niet minder, ja nog grooter vinden dan in de 2 voorige; zo groot, dat het my noodzaakt daar van weder iets te zeggen. - Zekerlyk moet het onderscheid maaken of een Thermometer in de ruime lucht hangt, of op een kleine binnenplaats; 't kan ook zyn, dat nu en dan de afftand der huizen daar aan deel heeft, woonende zyn Ed: een goed quartier gaans N. of N.t.W: van my: doch dit zal niet veel gebeuren; 't onderscheid is veel te groot, en dagelyks door Zomer en Winter heen loopende, om alleen aan zulke oorzaaken toe te schryven; en daar en boven al te onregelmaatig als men 't eene Jaar by 't andere ziet - In 1775 was de middelmaat van 't Jaar met my gelyk, als ook die der maanden Jan: Febr: Maart, Mai en Juli; in tegendeel April en Juni 2 gr: laager, Aug: en Sept: 2 gr: hooger, en Oct: Nov: en Dec: dooreen 1 gr: hooger dan by my. - In de felle Koude van 23 tot 26 Jan: van dat Jaar was zyn Ed. ook veel laager, daar ik in de Winters van 1776 en 1777 vry laager was; in dien Zomer was ik op de warmste dagen veel hooger, daar zyn Ed. in die van 1776 en 1777 veel grooter warmte aantekende: Zie Natuurk: Verhand: N 20. p: 648. en 679. 680 - In 1776 was de middelwarmte van 't Jaar by zyn E:1½ gr: hooger dan by my, en dus maar ¾ gr: Kouder dan 1775, daar 't verschil tusschen die 2 Jaaren, by my, op Zwaanenburg, en te Breda eenpaarig boven 2 tot 2¼ gr: is; in de byzondere maanden is zyn E: in Mai iets laager, in April gelyk, maar anders 1 a 2 gr: en van Aug: tot Dec: tusschen 2 a 3 gr: hooger dan ik. - In dit Jaaar 1777 is zyn E: altyd hoe- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 69]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ger; 't kleinste verschil is in Mai ¾ gr: anders 1½ a 2 gr: en in de laatste maanden, als ook in Januari 2½ gr: zo dat het geheele jaar, als December à rato is 1¾ gr: van my verschillen zal; en wil men staaltjes van onbegryplyke onregelmaatigheden op byzondere dagen hebben; zie uit veelen:
Deeze laatste dag gaapt nog het allerwydste, en is met geene mogelykheid overeen te brengen; te minder, daar ik op dien namiddag, om de aanhoudende en aan elks gevoel blykbaare toeneeming der warmte, extra aangetekend heb, ten 12 u: 42, 1 u: 44, 4 u: 47, 8 à 10 u: 50, en 11 u: 49½ gr: 't weêr was regenig, met sterken wind, 's morg: Z.t.O. 8. 's mid: Z.t.W. 8 a 13. 's av. W.t.N. 10 kr. Doch wat ook van al deeze verschillen zy, en byzonder ook van de oneenpaarigheid der eerste en laatste helft van 1775, ik durve voor de naaukeurigheid myner waarneemingen instaan; en ik kan daar by voegen, dat op Zwaanenburg in dit Jaar de gemiddelde Thermometer zelden boven ¼ gr: van den mynen verschilt, behalven in Februari 1 gr: hooger. - 't Is waar, dat ik in den Zomer van 1775 ook zo eenpaarig niet ben geweest met den Heer brunings, echter veel eenpaariger dan de Heer schaaff; en ik heb daar en tegen, toen zo wel als in 1776 zo regelmaatig overeengestemd met den Heer holl te Breda, als behoudens den afstand der plaatzen mogelyk isGa naar voetnoot(*). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 70]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ik moet bekennen, en ik heb 't in dit jaar op nieuw gezien, dat de Thermometer van den Heer brunings op Zwaanenburg 's Winters in vriezend weeder, meest 1, 2 a 3 gr: hooger staat dan de myne, als ook des Zomers in koel weeder iets hooger; daar en tegen in alle Saisoenen by ongewoone warmte, en in den Zomer, zo dra de hitte tot boven 70, 75, 80 gr: of hooger klimt, meest 1, 2 a 3 gr: laager op den middag, zynde 's morgens en 's avonds weder gelyk met my, of somtyds iets hooger. - Dit zou misschien eenig vooroordeel tegen mynen Thermometer verwekken, en 't heeft my zelven in 't begin wel eens achterdochtig gemaakt; doch nu van deszelfs naauwkeurigheid overvloedig verzekerd zynde, en vindende, dat de Hoogleeraar van swinden, in zyn Ed. Observations sur le froid de 1776, p. 105, aanmerkt, dat dit verschil, ten minsten in de Vorst, doorgaat, als men de waarneemingen in de meeste Hollandsche Steden vergelykt met die op dat huis gedaan worden; zal dit ook de myne genoegzaam rechtvaardigen. - Alleen zal men reden van dit verschynzel vraagen. - Ik zal 't waagen iets daar omtrend in overweeging te geven. Dat huis ligt tusschen de twee groote wateren, het Haarlemmermeer en 't Y: daar uit leidt de Heer noppen af: Haarl: Maatsch: 1 D: p: 501, 502, dat de lucht aldaar met meerder waterdampen moet vervuld zyn dan te Spaarendam, en daar meerder dan te Haarlem. Voeg hier by, dat de Heer duyn Aanm: op 3 Winters, p: 77-79, de nabyheid van de Zee aanmerkt, als de waarschynlykste oorzaak, dat het in Jan: 1742 op de Helder, veel minder vroor dan te Bergen, Alkmaar, Haarlem, &c. Zie 't wonderbaare tafeltje aldaar p: 77. - Zou het om dezelfde redenen niet kunnen zyn, dat het op Zwaanenburg, dat door die twee groote plassen omgeeven is, doorgaands iets minder vroor dan te Amsterdam, 't welk dan naast gelyk zou moeten staan met Spaarendam, als ook door 't Y ten N.O. bespoeld wordende? te meer daar het overal doorgaat dat de landwinden de droogste, en in den winter de koudste zyn. Dit ten aanzien van den Winter: wat den Zomer aangaat, dat het daar op koele dagen, en 's nachts iets warmer is, zou men dan uit dezelfde meerdere waterdampen moeten afleiden; vergelyk 't geen de Heer holl | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 71]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zegt p: 8 in zyn E: Meteorologische Aanm: op 't Jaar 1776, in N. 1, der Genees- Natuur- en Huishoudkundige Jaarboeken, onlangs uitgekomen. - Maar betrekkelyk tot de warme dagen in den Zomer, moet men vooraf opmerken, dat de aantekening aldaar 's middags ten 12 u: geschiedt, en de myne ten 2 uuren, 't welk doorgaands 't warmst op den dag is, de luchtsgesteldheid zonder verandering blyvende; dit kan in groote warmte wel 2 gr: verschil maaken; ten minsten dat verschil vond ik op den warmsten dag in dit Jaar den 9 Aug: wanneer aldaar 83 gr: 's midd: is aangetekend, zo dat myn Thermometer toen juist het midden gehouden heeft, tusschen die der Heeren brunings en schaaff, zynde de laatste op 87 gr: geweest; en zo heb ik het meest in deezen en in den voorigen Zomer gevonden. Voorts weet elk, dat op warme Zomerdagen de hitte, in de Steden, grooter is, en langer tusschen de huizen opgehouden word, dan op 't ruime land; en schoon myn Thermometer, naar deeze Stad te rekenen, eene zeer ruime en frissche lugt heeft, door geen zeer hooge huizen omzet, is echter die ruimte niet te vergelyken met die van 't huis Zwanenburg, alwaar 't uitzicht rondom door byna niets dan den gezigt-einder gestuit wordt: misschien verschilt het ook iets, dat de Thermometer aldaar tegen 't W.t.N. en by my recht tegen 't N. hangtGa naar voetnoot(*). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 72]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maar moest het dan, naar dezelfde beginsels, ook te Haarlem niet 's Zomers warmer, en 's Winters kouder zyn dan op Zwaanenburg? en evenwel, uit vergelyking der aantekeningen van de Heeren duyn en noppen, in de Jaaren 1738-41, schynt het tegendeel te blyken; zie 't geen ik daar over gezegd heb, Nat: Verh: N. 20, p: 668. - Ik zou in bedenking geeven, of niet de nadere ligging van Haarlem by de Noordzee dit kon beantwoorden. - Maar ligt Amsterdam niet nader by de Zuider Zee dan Zwaanenburg en Haarlem? En is Amsterdam niet overal bekend als vervuld met vochtige dampen uit den brakken grond? - Hier geraak ik in twyfel; doch ik geef al dit gezegde niet hooger op dan als bedenkingen; ik spreek als Liefhebber, niet als Natuurkundigen; en ik blyf, by dat alles, tot nog toe denken, dat de Thermometers door de Heeren duyn en brunings gebruikt, iets traager in beweging zyn dan die van den Heer noppen, en de myne. - Ik zal 'er nog by voegen, of het meer klaarheid geeven mogt, dat; daar myne verschillen met den Heer schaaff in elk der drie door my waargenomene Jaaren, in 't najaar 't allergrootst zyn, ik in tegendeel in 't zelfde Saisoen 't allermeest met Zwaanenburg overeenkome; immers de groote warmte en koude der laatste October heeft aldaar met my zeer overeengestemd: zynde op dat huis aangetekend:
De laatste middag maakt het meeste verschil: doch dit kan zeer wel uit de vroegere waarneeming ontstaan, alzo myn Therm: toen ten 3 u: 2 gr: hooger stond dan ten 2 u. Blyven 'er nu verschillen, die uit het gezegde niet te vereffenen zyn, dan toonen ze, dat op die tyden eene | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 73]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wezenlyk onderscheidene luchtsgesteldheid op de eene en andere plaats geheerscht heeft; dat dit, schoon de plaatsen na by elkanderen liggen, geen tegenzeggelykheid insluit, is reeds door den Heer duyn aangetoond, p: 77, 78; en ik zal 't door twee voorbeelden in dit jaar staaven. Het eerste is in de hitte in 't laatst van Maart, wanneer op Zwaanenburg niet hooger is aangetekend dan:
dit maakt een verbaazend verschil met myne waarneemingen, Nat: Verh: N. 20, p: 701, welke echter op deeze dagen door die van den Heer schaaff van alle verdenking bevryd worden. - Maar zo is 't niet met het andere voorbeeld den 1 Juni; toen is op Zwaanenburg aangetekend ...... 62. 69. 60. en alhier door den Heer schaaff 62. 69. 61. in tegendeel heeft myn Thermometer dus gestaan:
Ik verschil dus zeer veel van beiden, die volmaakt overeenkomen, en evenwel staat my nog zeer wel voor, dat ik, eer ik 's middags myn Therm: gezien had, tot iemand zeide. ‘Nu zal 't heden voor 't eerst warmer zyn als in die hitte in Maart’; als ook dat ik op de 2 volgende dagen minder warmte gevoelde, - 't eenige dat ik zeggen kan, is, dat ik toen, Zondag zynde, den Therm: ten 2 of 3 u: niet waargenomen heb; en 't dus wel zyn kan, daar 't 's avonds met N.W. wind veel koeler wierd, dat die verkoeling hier reeds voor 2 uuren moet begonnen zyn; en dan moet het op Halfwegen een plaatslyk verschil zyn. - Een gelyk geval moet 'er plaats gehad hebben, in de door my waargenomene zwaare hitte op den 23 Juli 1775, zynde ook Zondag, 's mid: 12 u: 86½, 2 u: 80, 3 u: 78; zie Nat: Verh: N. 20, p: 646; zynde die middag door den Heer schaaff 77, en op Zwaanenburg 78 gr: aangetekend: daar de eerste ook doorgaands ten 2 u: aantekent, is dat verschil niet grooter dan 't veeltyds in dien Zomer was; maar daar ik met den laatsten op 't zelfde uur 8½ gr: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 74]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verschil, moet zulks een wezenlyk en merkwaardig onderscheid der warmte aantoonen. Dat voorts myn Thermometer, hoe aandoenlyk ook, niet al te aandoenlyk is, kan daar uit blyken, dat die in November 1777, in 24 a 25 dagen, en wederom van 14 Dec: tot 2 Jan: 1778 in 20 dagen, met geen grooter verschil dan 14 gr: geloopen heeft: en in dien laatsten tyd heb ik op nieuw by herhaaling blyken gezien, dat het vriespunt geen ½ gr: hooger noch laager moest staan; onder anderen 's morgens den 2 Jan: 1778, toen die op 32½ stond, zynde dien nacht een vochtige doek slap, en de sneeuw droog gebleven; sterker bewys van naaukeurigrigheid is niet mogelyk: echter heb ik ook in dien tyd weder gezien, dat het ook vriezen kan als de Therm: hooger staat; op den 18 Dec: stond de myne 's morg: op 33½ gr: hebbende die nacht eenig ys, zelfs in de graften, gemaakt; doch wyl ik dit op myn Therm: tot hier toe, in ieder winter slechts 1 of 2 maal bespeurd heb, meen ik dit een kleine speeling der natuur, en anders 32 gr: het vry vaste vriespunt te mogen noemen: en dan kan nog op alle zulke waarneemingen 's morgens gedaan, deeze uitzondering gemaakt worden, dat de Thermometer 's nachts op of onder 32 gr: kan gestaan hebben; evenwel eens heb ik 't 's avonds gezien, den 18 Jan: 1775. Nog iets tot besluit. - Het was op den 3 Januari deezes Jaars 1778, dat myn Thermometer, die 's morgens ten 8 uuren op 28 gr: stond, ten 9 u: op 26 zakte, en 's avonds ten 6, 8 en 10 u: op 22 gr: staan bleef: dit was de eerste maal dat die laager kwam dan 23 October; en hier uit kon men vraagen; Hoe komt het dan, dat nu in 't laatst van Dec: zo veel meerder y s gemaakt is, met geen grooter koude dan 27 gr: ? - Doch hier in kan meer dan ééne omstandigheid merklyk verschil maaken; en wel (1.) Of de koude alleen 's morgens zulk een trap bereikt, en de Therm: 's middags weder boven 40 gr: klimt, gelyk in October, dan of die den geheelen dag omtrend het vriespunt blyft. (2.) Of dezelfde koude in October of Maart komt, dan in December of Januari, zynde zekerlyk in de eerstgenoemde maanden de grond warmer. En (3.) of dezelfde koude schielyk op eene warmte van tusschen 40 en 50 gr: invalt, dan of de kwik voor de Vorst reeds 2 a 3 weeken on- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 75]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der 40 gr: is gebleven, waar door 't water veel kouder word gemaakt; en dit laatste schynt nu vooral medegewerkt te hebben, om de Wateren, met minder trap van koude dan gewoonlyk, te sluiten; als ook de voorafgevallene sneeuw. Worden deeze waarneemingen weder met genoegen ontvangen, dan hoop ik op dezelfde wyze ook in 't vervolg die mede te deelen; wenschende dat ook deeze liefhebbery moge medewerken tot bevordering, deels van de kennis der luchtsgesteldheid van ons Vaderland, en van het nut dat daaruit zou kunnen voortvloeien; deels van dat hoogste einde, waar mede ik 't bericht myner Veertigjaarige Tafel besloot. L. Amsterdam, 19 Jan. 1778.
P.S. De Vorst waarmede dit Jaar begon, heeft tot den 14 Jan. aangehouden, met donkere lucht O. en N.O. winden en Sneeuw, doch niet zwaar; en de koude zeer gemaatigd, zynde de koudste dagen behalven den 3 reeds gemeld. -
en anders niet laager dan 27, 28 en 30 gr: den 14 op den middag kreeg men dooi met yzel en zeer laage Barometer, doch waar op geen storm, ja naauwlyks wind gevolgd is, zynde 't Ys met extra mooi weeder den 20 en 21 weggegaan. - 't Is zeldzaam dat de Oostewind, een gansche maand geduurd hebbende, ons geen feller koude heeft aangevoerd, - den 16, 19 en 20 klom de warmte tot 46 gr: maar tusschen 25 en 26 Jan: begon het op nieuw te vriezen. Staande myn Therm:
voorts van 31 Jan: 's avonds tot 4 Feb: 's middags, en dus in 4 volle dagen hoogst 33 en laagst 31½ gr: Deeze dagen voege ik nog by, om die te konnen vergelyken met de waarneeming van den Heer kalenberg Amst: Courant 31 Jan: die wel het straks gemelde bekragtigt, dat het hoe hooger hoe kouder is, maar al mede hooger uitkomt dan de myne, schoon de Ther- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 76]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mometers van denzelfden maaker zyn; 't is waar de onderste hangt tegen 't Z.W., doch dit kan de eenige reden van 't verschil niet zyn, dewyl de myne nog ruim zo laag is, als die van zyn Ed. op een hoogte van 78 voeten. - Van waar komt het dan dat andere waarneemers zo veel hooger zyn dan ik? - Ik denk in 't keurige Werk van den Hoogleeraar van swinden iets ter oplossing te hebben gevonden. - Ze is deeze. Op de oorspronglyke Schaal van Fahrenheit is 32 gr: niet de Koude van reeds gemaakt Ys, maar van water onder 't Ys, of Ys tot Water overgaande, dus de grootste Koude waar voor water vatbaar is zal 't water blyven. - Dit punt is volgens den Hoogl. p. 5. overal en altyd vast, en verandert zelfs niet door 't veranderen van den Barometer, gelyk 't punt van kookend water doet p. 194. schoon de Ys-maaking met denzelfden trap van Koude verschillend kan zyn door de meer of mindere Ys-deeltjes in de lucht. - Dit punt is verschillende van de waare o van Reaumur, welke de Koude van reeds bevrozen water aanduidt, en naar 's Prof. berekening op 30⅕ gr. van Fahrenheit uitkomt. - Op alle zulke Thermometers die in de Vorst zich 1, 2 en 3 gr. doorgaands hooger houden dan de myne, moet dan 't vriespunt op de wyze van Reaumur bepaald zyn, immers daar mede naast overeenkomen, daar de myne volmaakt met Fahrenheit overeen stemt, en zelfs behoudens die overeenstemming, zich nog ¼ a½ gr. laager kon houden, 't welk misschien geschieden zoude als ik die uit de glazen buis nam. Zie nader 't werk van Prof. van swinden, Dissert. sur les Thermometres, pag. 49-52, en 78-84. |
|