Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1778
(1778)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijDe Dood van Johnston, zynde een vervolg op Johnston en Nader. In vier Bedryven, door T.D.B. Te Utrecht by S. de Waal 1778. Behalve het Voorbericht 95 bladz. In gr. octavo.Alles loopt den Engelschen Landjonker Johnston tegen, na dat zyn Kalf, gelyk in een vroeger Tooneelstuk gemeld werdGa naar voetnoot(*), verdronken is. Een akelig vooruitzigt van het toekomende treft hem smertlyk, daar zyne tegenwoordige rampen hem reeds geheel ongesteld maaken. Zyn voorraad is bekrompen; de genegenheid zyner Huisgenooten loopt ten einde; de Fransche Landjonker de Lone juicht over den gewenschten uitslag zyner poogingen, daar de Arbeider Nader zig als een Vriend aan hem verbindt. Hier by komt dat Balsef, een Oostersche Slaaf, zig niet minder agtende dan Nader, insgelyk naar zyne Vryheid staat. En of dat alles nog niet genoeg ware, 'er komt eindelyk een Hollandsch Landjonker Vroomaart, die den boedel van Johnston sloopt, terwyl hy op het ziekbedde ligt. Zulk eene overmaat van rampen verhaast het einde van Johnston, en doet hem den geest geeven. In de voordragt van dit alles ontmoet men verscheiden vernuftige slagen, die zeer wel ter snede bygebragt worden; doch over 't geheel is dit Tooneelstuk, even als het voorgaande, wat te sterk uitgevoerd. Ook heeft men zig genoodzaakt gevonden, ten rechten verstande van 't afloopen van dit Stuk, te melden, ‘dat men den dood van johnston figuurlyk verstaan moet, naamlyk, dat hy, door de menigvuldige folteringen van het fortuin, en den haat van zyne buuren, in ene slepende ziekte gevallen was, dewelke hem zodanig verzwakt had, dat hy geheel roereloos, en dus levendig dood was’. |
|