het, op deeze onderrigting, niet bezwaarlyk zy, zodanig een Spinnewiel te vervaardigen, en eene proeve van deszelfs gebruik te neemen. Volgens de door den Heer de Bernieres in 't werk gestelde proefneemingen is de uitslag zeer gunstig. Eene Vrouw, die 't gewoone spinnen verstaat, leert, in weinig dagen, handig met dit Spinnewiel omgaan; maakt ter wederzyde een goeden draad; zo dat men geen onderscheid kunne zien tusschen 't geen met de eene of andere hand gesponnen is; en spint nu daaglyks bykans tweemaal zo veel garen als voorheenen met ééne hand; het welk, terwyl 't der Spinster ook voordeel aanbrengt, het spinnen en het garen beter koop zou doen worden, en dus ten voordeele van den handel strekken, indien het gebruik van dit Werktuig algemeen in zwang geraakte. De Heer de Bernieres dringt dit indiervoege aan, dat het wel der moeite waardig schyne, hieromtrent nadere proefneemingen in 't werk te stellen; en ten dien einde agt te geeven op de inrigtingen, welken hy deswegens voorslaat.
Uit het gezegde, wegens het spinnen met beide de handen, neemt onze Autheur voorts nog aanleiding, tot het mededeelen zyner bedenkingen, nopens het vermogen, om zig van beide de handen even gelyk te bedienen. Het komt hem voor, dat men de kinderen, zeer verkeerd, de rechter-boven de linkerhand leert waardeeren en gebruiken; als waardoor men de menschen zwakker en onhandiger maakt; terwyl 'er duizend gevallen zyn, in welken het voor een kunstarbeider of werkman zeer voordeelig zou weezen, hem gemak en tyd doen winnen, als hy zyne werktuigen, zo wel met de eene als de andere hand, zonder eenig onderscheid kon gebruiken. Ze zyn beiden, naar uitwyzen der ontleedkunde, overeenkomstig met de bevinding, in gevallen van nood, natuurlyk even goed geschikt tot den arbeid; en de heerschende gewoonte maakt, dat wy, zo de rechter-arm by ongeluk buiten staat geraake, 'er veel meer aan verliezen, dan als wy 't gebruik van den linker-arm missen. - Men behoorde des, zegt hy, dit misbruik te beteugelen, en 't zou zynes oordeels zonder veel moeite kunnen geschieden.
‘Misschien, vervolgt hy, zoude het genoeg zijn, zulks aan de minnens te doen begrijpen, en voorts ene