Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1778
(1778)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijNatuurlyke Historie, volgens het Samenstel van Linnaeus. Met naauwkeurige Afbeeldingen. Tweede Deel, Negende Stuk. Te Amsterdam by d'Erven van F. Houttuyn 1778. In groot octavo 760 bladz.D Kruidkundige Opsteller van dit Werk, zyn voorgesteld Plan agtervolgende, handelt, in het tegenwoordige Stuk, over de Twintigmannige, de Veelmannige, de Tweemagtige en de Viermagtige Kruiden, en geeft, naer gewoonte, eene geregelde beschryving van de verschillende Geslachten, welken onder ieder deezer Classen behooren; met nevensgaande naauwkeurige afbeeldingen van eenigen der merkwaardig te buitenlandsche Gewassen, daaronder gemeld. Om 'er, gelyk we by de afgifte van ieder Stuk gedaan hebben, iets uit mede te deelen, dat onder de algemeene opmerking onzer Leezers kan vallen, zullen wy, voor tegenwoordig, | |
[pagina 560]
| |
eenige der hier gemelde byzonderheden van den Papaver of Maankop bybrengen. Naar de hier gegeeven beschryving ‘heeft dit Geslagt een vierbladige Bloem en tweeledige Kelk; het Zaadhuisje is klootrondachtig, eenhokkig, en met open gaatjes onder den blyvenden Stempel voorzien. Het bevat negen meest Europische Soorten, waarvan de vier eersten stekelige, de anderen gladde vrugten hebben’. Van ieder deezer Soorten geeft de Heer Houttuyn een afzonderlyk berigt; en by de melding der zevende Soorte, maakt hy ook bepaaldlyk gewag van derzelver gebruik. ‘Dit Kruid, het welk hy omschrift, maankop met gladde Kelken en Zaadhuisjes; de stengomvattende ingesneeden Bladen, is thans, zegt hy, in Europa, op veele plaatsen der Zuidlyke en middelste deelen genaturalizeerd, en word in 't wilde groeijende gevonden, hoewel het vecieer uit de Oostersche Landen afkomstig schynt te zyn. Het menigvuldig gebruik of misbruik immers, dat men onder de Chineezen al van ouds gemaakt heeft van het Heulsap, om de geilheid op te wekken, schynt zulks aan te duiden. Niet minder heeft dit, reeds voor veele Jaaren, plaats gehad aan de Vaste Kust van Indie en onder de Persiaanen. Toen mandelslo zig op een Maaltyd bevondt te Amadabat, werdt den Gasten Opium, op verscheide manieren bereid, in een Gouden Kistje aangebooden, om de Minnedrift in hun te versterken. By de Turken is het niet minder daar toe, als tot moedgeeving in andere opzigten, inzonderheid om ze onvertzaagd te maaken in het vegten, zo gemeen, als by ons de Sterke Drank. Een menigte Kameelvragten worden Jaarlyks uit Klein Asie naar Konstantinopolen en Egypte gebragt: want geen Turk, zo arm of ryk, of hy maakt 'er gebruik van. Aldaar bezaait men 'er de Akkers mede, gelyk elders met Tarw, of, gelyk by ons, in Noordholland, ook geschiedt, tot inzameling der Slaapbollen. In Arabie wordt het, volgens forskohl op de Bergen geteeld’. ‘Men noemt het gemeenlyk, volgens den Latynschen naam, Papaver, in 't Fransch Pavot, in 't Engelsch Poppy, in 't Hoogduitsch Magsamen of Mohn, en by ons Maankop, misschien om dat de vrugten als met een Maan | |
[pagina 561]
| |
gekroond zyn, of ook Heul- en Slaapbollen, wegens de Pynstillende en Slaapverwekkende hoedanigheid. Die met zwart Zaad groeijen, in Gelderland, wild onder 't Koorn; doch die met wit Zaad, worden in de Tuinen of op Akkers geteeld. In de Tuinen heeft men ze, gelyk bekend is, met zeer fraaije gevulde witte, zwarte, roode en bonte Bloemen. Daar komen ook van deeze Soort voort, met gekronkelde of aan den rand gekerfde Bloemen, wit, rood en bont van kleur, zo met wit als met zwart Zaad. Tot den Teelt der Slaapbollen, in de streek by Enkhuizen, en op Langedyk by Alkmaar, worden Papavers met enkele witte Bloemen, die zwaarder Koppen geeven, gezaaid’. ‘Vreemd is 't dat men oudtyds het Zaad, om Brood daarvan te bakken, gebruikt, of het zelve onder 't Deeg gemengd zou hebben. Matthiolus verhaalt, dat onder 't Bergvolk in Trente, en verder in Stirie en Sclavonie, de Olie daaruit geperst tot bereiding der Spyze gebruikt, en de overblyvende Koekjes gegeten werden. Het zelfde, byna, verzekert wagnerus in Switzerland plaats te hebben, daar men het in 't Argow overvloedig zaait. Het Zaad, zekerlyk, heeft zeer weinig van de hoedanigheden der Slaapbollen, en de Olie of Emulsie, daarvan gemaakt, is van byzonderen dienst in Hoest en Borstkwaalen. De Koppen zyn als een Slaapverwekkend en Pynstillend middel algemeen bekend. Versch en gekneusd, met Melk gekookt, en uitwendig als een Pap opgelegd, dienen zy tot verzagting, week- en rypmaaking van Gezwellen. Zy zyn bitter van Smaak, en ruiken sterk naar 't Opium, dat men in Asie en Indie, door insnyding, als een Traan of Gomharst, overvloedig uit dezelven krygt. In sommige deelen van Europa heeft men het zelve 'er, op dezelfde manier, in een gunstig Saizoen, ook in kleine hoeveelheid uit bekomen: doch het verdikte Extrakt, door afkooking bereid, heeft byna dezelfde Eigenschappen. Sommigen verhaalen, dat men het meeste door kneuzing, uitpersing en verdikking van het Sap, in klein Asie vervaardigtGa naar voetnoot(*). Van 't gebruik des Heulsaps, dat de Oostersche Volkeren, zo 't schynt, naauwlyks ontbeeren kunnen, heb | |
[pagina 562]
| |
ik reeds gewag gemaakt. Onder de Grieken was het bekend by den naam van Opion of Mekoncion, waarvan de Latynsche benaamingen zyn afgeleid. Het heet Affion of Amfion by de Arabieren, en gemeenlyk Amfioen by de Indiaanen. Uit de Levant en Oostindie wordt het ons toegebragt. Door de gewoonte kunnen de Turken het in verbaazende veelheid, tot een half en geheel Drachme of vierde Loots, zonder merkelyk nadeel, inslokken. Het brengt hun slegts in een vrolyken Luim, in Dronkenschap of Verwoedheid, even als by ons de Sterke Drank. Zy kunnen 'er twee of drie dagen mede toe zonder Spyze. Onder de Europeaanen, dienen eenige Greinen, meer of min, naar het Gestel, tot een heilzaem middel, in het stillen van sommige Kwaalen en Pynlykheden, die uit een te sterke aandoenlykheid der Zenuwen ontstaan. Dus is het in den Loop, Roode Loop, Kolyk, Maagpynen en Jigt, Kies- en Tandpyn, en andere Ongemakken, dikwils zeer nuttig. Als men van het beste zuivere Opium heeft, zyn geen bereidingen noodig, die men anders overvloedig, tot zogenaamde wegneeming of verbetering der schadelyke hoedanigheden, in trein gebragt heeft. Eenigen meenden, dat het van eene uitermaate koude natuur was, en voegden het derhalve by zeer heete Middelen: waaruit de Theriaak, Mithridaat, Philonium, en dergelyke Elektuariën meer, gesprooten zyn. Anderen vervielen tot een vlak strydig denkbeeld, en tragtten met Azyn, Limoen-Sap, Vitriool-geest, en dergelyken, deszelfs kragt te maatigen. Eenigen gebruikten verscheiderlei Zouten, anderen Wyn, Brandewyn of andere Geesten: sommigen meenden het door Gisting of Roostering te verbeteren. Nutteloos zeker en belachelyk: want de verdoovende eigenschap is het eenige dat daarin heerscht, en die moet slegts getemd worden, door de veelheid te verminderen, niet door byvoeging van tegenstrydige zaaken. Evenwel wordt het zeer nuttig by Zweetmiddelen gevoegt, en helpt derzelver werking: zo dat de gezegde Opiaaten, noch ook het Laudanum, zo nat als droog, niet onnut zyn’. Op 't voetspoor en gezag van galenus is het Opium, dat de Ouden zekerlyk gebruikt hadden, een langen tyd uit de Geneeskunde verbannen geweest; doch in 't laatst der voorgaande en in deeze Eeuw inzonderheid, | |
[pagina 563]
| |
kwam het zelve wederom in veel achting, na dat sommige voornaame Geneeskundigen zig daarvan met vrugt als een Geheim bediend, en dus in de Geneezing, van veele anders byna ongeneeslyke Kwaalen, veel Roem behaald hadden. Platerus, sylvius en sydenham, zyn onder deezen de voornaamsten. 't Is echter een Middel, welks gebruik alle voorzigtigheid vereischt, en 't geen men veeleer te min dan te veel moet voorschryven. In Heete Ziekten zonder uitslag, in Koortsen, die uit Verstoppingen of dikte des Bloeds ontstaan, en in dergelyke omstandigheden, is het, zonder voorgaande Ontlastingen, nadeelig, zo wel als in sommige Zenuwkwaalen. Men vindt ook Menschen die het niet verdraagen kunnen. Anderen gewennen 'er zodanig aan, dat zy een groote Gifte noodig hebben tot Pynstilling. Van zekere Vrouw, my bekend, werdt ten dien einde, weekelyks, een Drachme Laudanum Opiatum gebruikt. Niet onwaarschynlyk is dit Heulsap het Nepenthes van homerus, dat alle zorg en kommer deedt vergeeten’. ‘Verwonderlyk is 't, dat een zo klein en onschadelyk Zaadje, door zyne ontwikkeling in eene vrugtbaare Aarde, een Plant uitlevert, in wier Zaadhuisjes een zo ongemeene kragt en zonderlinge hoedanigheid huisvest, dat één enkel Grein van het verdikte Sap de werkingen van het Zenuwgestel op de Zintuigen kan beletten. Een weinig Opium, het zy alleen, of met andere dingen gemengd, ingenomen, verwekt een gerusten Slaap, stilt zwaare Pynen, stopt Ontlastingen, en bevordert de Doorwaaseming met maatig Zweet. Te groote veelheid doet de Menschen in een diepen Slaap vallen, met verlies van Kennis en Gevoel, Koude der Ledemaaten, Stuiptrekkingen en zwaare Ademhaaling, waarop somtyds de Dood volgt. Die 'er niet van sterven, komen doorgaans vry met een sterken Buikloop of overvloedig Zweet, naar 't Heulsap stinkende, van eene zwaare Jeukte in de Huid vergezeld. Hierom is in de zodanige het gereedste, door Klysteeren van onderen, en, zo 't mooglyk is, ook door Olie of Braakmiddelen van boven, Ontlasting te maaken. Voorts moet men de werking der Ingewanden en Zenuwen weder tragten op te wekken, door prikkelingen aan de Neus en elders, door Blaartrekkende Pleisters; als ook door het ingeeven van Zuurachtige Dranken. Sommige willen, dat het Bevergeil, anderen dat de Kamfer, hier, een byzonder Tegengift zou zyn’. |
|