Het Verdrag, zynde het derde Vervolg op het Engelsche en Americaansche Kaartspel, in drie Bedryven, Door J.A. Schasz. M.D. Te Utrecht by G.T. v. Paddenburg 1778. Behalven de Voorreden 64 bladz.
Met dit Stukje, niet min geestig dan de voorgaanden uitgevoerd, besluit de Heer Schasz zyne Tooneelstukken, betrekkelyk tot de Americaansche onlusten. Het komt eindelyk uit op een soort van Verdrag, niet ongelyk aan het Project dat veelen reeds gemaakt hebben, als het geen hun zo voor de Americaanen, als voor Engeland en Frankryk, in deeze omstandigheden het aanneemelykste toeschynt. De Hollander den Americaan voorgesteld hebbende, hoe bezwaarlyk het hem zal vallen, zo 't hem al gelukke, geheel op zigzelven te staan, zigzelven voortaan te beschermen, tragt hem te beweegen om een klein gedeelte der Volkplantingen aan Engeland en Frankryk af te staan, onder die voorwaarde, ‘dat zy den Americaan niet alleen voor een vryen Nabuur en Vriend verklaaren, maar hem ook onder hunne bescherming neemen zullen; met hem eene vrye en onbelemmerde koopmanschap dryven, en voorts in alles met hem omgaan en handelen, als goede en getrouwe buuren en vrienden verpligt zyn’. Na 't overhaalen van den Americaan of den Wildeman, wendt de Hollander, Goedhart geheeten, zig tot de andere Partyen, byzonder tot Mr. Brodding en Jean Prener, in tegenwoordigheid van Don Lopes en Don Aylva; en zegt: ‘Mijn Heeren! ik dank den Hemel, dat wij nu gelegenheid hebben, om de vrede onder u te herstellen, en wel op eene wijze, die voor ulieden allen voordeelig zijn zal. De Wildeman is genegen aan ulieden ieder een gedeelte van zijnen hof af te staan, onder voorwaarde, dat gij hem het zijne in vrede zult laten bezitten, en hem tegen allen, die hem daarin willen ontrusten, zult beschermen. Don Lopes, Don Aylva en ik zullen een vrijen toegang tot hem hebben, en met hem handel drijven, zonder dat gij ons daarin stooren of benadeelen zult. Wat zegt ge? Komt u dit aanneemelijk voor’? - En op die vraag is aller eenpaarig antwoord: ‘Wel aan, laat ons die
voorwaarde aanneemen en beschrijven; dat onze nakomelingen dezelve ook getrouw naarkomen’.