Dichtkundige Academische Uitspanningen, door A. de Bosson, Med. Dr. Te Leyden by de Wed. A. Honkoop en Zoon 1777. Behalven het Voorberigt 118 bladz. in gr. octavo.
Uit deeze Dichtstukjes, door den Heer de Bosson in zyne Academiejaaren gemaakt, en nu byeen verzameld, kan men afneemen, dat het zyn Ed. niet ontbreekt, aan die leevendigheid van geest, welke vereischt wordt tot het opstellen van puntdichten en losse dichtstukjes; en de Voorreden geeft ons grond van te denken, dat wy eerlang uitgewerkter Dichtstukken van zyne hand te verwagten hebben, wanneer wy over 's Mans bekwaamheid, ook in dit opzigt, eenigzins zullen kunnen oordeelen. Zie hier tot eene proeve uit deeze verzameling, het volgende Stukje, getyteld de vlugge Dichter.
(Dien Midas zonder grond misschien wel rijmer heet;
Dewyl er thans zoo veelen rijmen,
En zonder vinding woorden lijmen.)
Vertelde eens zonder wind of waan,
Hoe wonder vlug hij steeds zyn cither konde slaan,
Ja zonder moeite een stuk in korten tijd kon maaken,
‘'k Wil, zei hem eens een snaak, uw vlug vernuft niet laaken
Maar, op mijn woord, mijn heer!
Aan arbeid kosteden, dan dat zij waardig waren,
Beklaagde ik al het werk van zulke rijmelaaren’.