des Volks, zyne regeering is eene zegeviering voor het Menschdom geweest! - Gemerkt hy, als boven gemeld is, by uitstek geroemd wordt van wegen zyne Menschliefde, begrypt men ligtlyk, dat hy veel meer Vreedlievend dan Oorlogzugtig moet zyn; doch hierom heeft men hem nogthans niet te plaatzen, onder die Vorsten, welken het geluk van hun Volk lafhartig aan hunne zagte neiging zouden opofferen. Ver van daar! Hy mint de Vrede; maar, is 't nood, hy vreest den Oorlog niet. - Men hoore deswegen den Redenaar zelven.
‘Zyne Keizerlyke Majesteit weet, by alle zyne andere loflyke hoedanigheden, ook den roem der Krygskunde te voegen; het edel beroep der Wapenen is het Schild van den Staat en de verschansing van den Troon. Welk een' eerbied boezemen de verdedigers des Vaderlands in, wanneer zy de noodige kundigheden en talenten, om vermaardheid te verkrygen, met eene grootmoedige dapperheid paaren! Josephus de tweede legt zich zelf toe op de volmaaking der krygstucht; en of schoon Hy volkomen verzekerd zy van de vrengde, die zyne braave krygslieden zouden gevoelen, indien ze hun bloed in zynen dienst mogten spillen, doet nochtans de wysheid Hem de voordeelen der Vrede boven den bloedigen roem des Oorlogs verkiezen. Hoe dikwils heeft men dien Vorst hooren zuchten over de verschrikkelyke verwoestinge, en de onvermydelyke rampe, die de Oorlog na zich sleept! “Hoe veele misdaaden”, roept Hy menigmaal uit, “pleegt een Vorst niet, welke zich in eenen onrechtvaardigen Kryg inwikkelt! Verantwoordelyk voor alle de plaagen, die Hy zynen onderdaanen op den hals haalt, is Hy het wel degelyk voor die, welken Hy een onschuldig Volk veroorzaakt”.
Standvastig in zyne grondbeginselen, onwrikbaar in zyne beloften, en getrouw in de uitvoeringe zyner verbintenissen, stelt Hy alles in 't werk om den Oorlog te vermyden. De Vrede, die Polen geniet, is het gewrocht der zorgen van Josephus den Tweeden. De eernaam van Overwinnaar is, buiten twyfel, minder dierbaar, dan die van Bevrediger eens Ryks. Welke poogingen zal Hy aanwenden om de vrede duurzaam te maaken! 'er zullen zich, wel is waar, op elken stap dien hy doet, hinderpaalen vertoonen; maar die zyn niet in staat het vernuft af te schrikken. Hy moet bygevolg de orde en eensgezindheid in 't midden der verwarringe herstellen. Leeft