Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1778
(1778)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijGeschiedenis van America, door William Robertson, D.D. Opperste der Edenburgsche Hooge Schoole, en 's Konings Geschiedschryver van Schotland. Eerste Deel. Uit het Engelsch vertaald. Te Amsterdam by Yntema en Tieboel, 1778. Behalven het Voorwerk 378 bladz. in gr. octavo.Veel, zeer veel, is 'er over America geschreven. De ontdekking van dat Werelddeel bragt eene menigte verhaalen in 't licht; en, daar het ten tooneele strekte van de zeldzaamste omwentelingen, waar op Gierigheid, Hoogmoed, Heerschzugt, Bedrog, Geweld, Geestdryvery en Geweetensdwang, de grootste rollen gespeeld hebben, heeft het, van tyd tot tyd, niet ontbrooken aan Schryvers, die ons des berigt gaven. Onder deezen mangelt het veelen niet aan verdiensten, schoon zommiger werken de duidlyke kenmerken draagen van gebrekkige kundschap of van partydige inzigten; daar 't anderen aan den welwikkenden geest der waare Wysbegeerte hapert, en eenigen zo dor en schraal of langdraadig van styl zyn dat den leeslust 'er de walge van steekt, terwyl nog anderen de Geschiedenis der Nieuwe Wereld dermaate opgesierd hebben met alle de schitterende kleuren eener Dichterlyke Schryfwyze; dat het oog des Leezers schemere, en buiten staat gesteld worde om recht te onderscheiden wat waar, wat een bygevoegd cieraad is. Men mag, overzulks, de Geleerde, Wysgeerige, en Geschiedkundige Wereld geluk wenschen, dat een onderwerp van dit belang, van die uitgestrektheid, als de de Geschiedenis van America, eenige jaaren de aandagt bezig gehouden, en ten voorwerpe van den naspeurenden vlyt gestrekt hebbe van een' Man als Dr. robertson, wiens onderzoeklievende yver, om geschiedkundige waarheden op te spooren, wiens nauwkeurigheid om de byzonderheden na te gaan, wiens wereld-menschkunde en juist oordeel, onder zyne Landgenooten niet alleen, maar ook in andere Landen, en in ons Vaderland, bekend zyn, | |
[pagina 251]
| |
door het schoone Werk, getyteld: Historie van Keizer karel den V. Deeze zyne Geschiedenis van America, in Engeland, met zo veel goedkeurings ontvangen en met een welverdienden lof beschonken, heeft hem, in Spanje, eene nooit aan Vreemdelingen geschonken Lettereere, doen wegdraagen: want, gelyk de Nederduitsche Vertaaler, die een verslag der voornaamste Leevensbyzonderheden deezes Geschiedschryvers, in zyn Berigt geplaatst heeft, optekent, ‘wanneer, op den achtsten van Oogstmaand des jongstafgeloopen jaars MDCCLXXVII, eene Vertaaling van eenige stukken uit Dr. robertson's Geschiedenis van America, benevens eene beoordeeling van dit Werk, in eene Vergadering van de Koninglyke Academie der Geschiedkunde, voorgeleezen was, heeft deeze Vergadering hem met éénpaarigheid van stemmen, tot Medelid verkooren, “ter betuiginge (dus luidt de Verklaaring der Academie) van haare goedkeuring voor den yver en moeite, met welke hy zich op de Studie der Spaansche Geschiedenis heeft toegelegd, en als eene belooning van zyne verdiensten, van zo veel toegebragt te hebben, om dezelve op te helderen, en de kennis daar van te verspreiden onder vreemde Natien, zo door zyne Historie van Keizer carel den V, als door die van de Ontdekking en Verovering van America. Twee tydstippen, welke, in de Spaansche Jaarboeken, de gedenkwaardigste zyn, en de vrugtbaarste in ongemeene Gebeurtenissen! Wyders, heeft de Academie gelyktydig een haarer Leden benoemd, om zyne Geschiedenis van America in de Spaansche Taale over te zetten’. Naardemaal de Eerw. robertson, in eene vry breede Voorreden, een onopgesmukt verslag gegeeven hebbe van den aart zyns Werks, denken wy, by de aankundidiging des eersten Deels der Nederduitsche Vertaalinge, opgemaakt door eene hand, ‘die meermaalen den dank zyner Vaderlanderen, schoon onbekend, verworven heeft’; dezelfde hand naamlyk, gelyk wy met volle zekerheid kunnen melden, die de Kerklyke Geschiedenis van mosheim vertaalde, en de Naavolging van millot's Algemeene Geschiedenis vervaardigde, niets beters en met onze taak overeenkomstigers te kunnen doen, daar uit over te neemen. Hy laat zich, met den aanvange, dus hooren. ‘Tot voldoening myner beloste, waar door ik my | |
[pagina 252]
| |
verpligt heb, eene Geschiedenis van America uit te geeven, was het eerst myn oogmerk, geen gedeelte daar van het licht te doen zien, eer dezelve geheel voltooid was. De tegenwoordige toestand der Britsche Volkplantingen heeft my bewoogen dit besluit te veranderen. Terwyl zy ingewikkeld zyn in een Burger. Oorlog met Groot-Brittanje, kunnen naspeuringen en bespiegelingen wegens derzelver oude gedaante van Staatsbestuur en Wetten van geen aantrekkend belang weezen. De opmerking en verwagting des Menschdoms zyn thans gevestigd op derzelver toekomende gesteltenisse. En welke ook de uitslag zyn moge van deezen ongelukkigen Kryg, moet er, in Noord-America, eene nieuwe schikking der dingen plaats grypen, en de staat der zaaken eene andere gedaante aanneemen. Ik verwagt, met de bekommerdheid eens goeden Burgers, tot dat deeze gisting bedaare, en dan zal ik de hand op nieuw slaan aan dit gedeelte myns Werks, waar van ik reeds een gedeelte af heb. 't Zelve, gepaard met de Geschiedenis van het Portugeesche America, en van de Vastigheden, door verscheide Volken van Europa, op de West-Indische Eilanden, gemaakt, zal myn plan voltrekken! De Stukken, die ik thans uitgeef, behelzen een verslag van de Ontdekking der Nieuwe Wereld, en van den voortgang der Spaansche Wapenen en hunne Volkplantingen in dat Werelddeel. Dit is niet alleen het schitterendst gedeelte der Americaansche Geschiedenisse; maar tevens zo zeer van de andere onderscheiden, dat het, op zichzelven, een volkomen geheel maake, waar in eene volmaakte éénheid van onderwerp heerscht. Naardemaal de beginzels en grondregels der Spanjaarden in het oprigten der Volkplantingen, die eenigermaate door alle Europische Volken aangenomen zyn, in dit gedeelte myns Werks ontvouwd worden, zal het ter voeglyke Inleiding kunnen dienen, tot de Geschiedenis hunner Vestiging in America, en zulk een berigt geeven, wegens dit aangelegen stuk van Staatkunde, als niet min gewigtig dan weetenswaardig mag gekeurd worden’. Men hebbe, derhalven, dit Werk van robertson, zo verre het nu in 't Engelsch het licht ziet, (en vier Deelen in 'Nederduitsch zal uitmaaken,) op zichzelven als een volkomen Stuk te beschouwen, en alle hoope om eerlang het andere van zyne welversneede penne te wagten. ‘In het beschryven van de verrigtingen en instellingen | |
[pagina 253]
| |
der Spanjaarden in de Nieuwe Wereld, (dus vervolgt hy,) wyk ik, in veele gevallen, af van de berigten der voorgaande Geschiedschryveren, en verhaal dikwyls gebeurtenissen, die niet te hunner kennisse schynen gekomen te weezen. Ik ben verschuldigd het Gemeen verslag te doen van de bronnen waar uit ik deeze kundschap gehaald heb, welke my geregtigt, om of de Daaden in een nieuw licht te plaatzen, of eenig nieuw gevoelen in 't midden te brengen, ten opzigte van derzelver Oorzaaken en Uitwerkzelen’. Hier op meldt Dr. robertson, breedvoerig, hoe hy in Spanje, aan 't Hof van Weenen, en dat van Petersburg geslaagd is, om de noodige bescheiden in te winnen. Zyne Kennis aan Mannen van Rang en Geleerdheid, zyn eigen reeds verdiende Letter-roem hebben hem, in dit stuk, voordeelen geschonken, die een ander te vergeesche zou zoeken, en door hem, danklyk, erkend worden. ‘Van andere kanten (schr ft hy,) heb ik onderrigtingen bekomen van de grootste nutheid en het uiterste gewigt. De Ridder de le pinto, Staatsdienaar van Portugal aan het Hof van Groot-Brittanje, die verscheide jaaren het Bevelhebberschap bekleedde te Mata grosso, eene Vastigheid der Portugeesen in 't binnenste gedeelte van Brasil, waar de Indiaanen talryk, en hunne oorspronglyke Zeden weinig veranderd zyn door de verkeering met de Europeaanen, hadt de goedheid om my zeer voldoende antwoorden te laaten toekomen op eenige vraagen, ten opzigte van het Character en de Inzettingen der Inboorelingen van America, die ik op het gunstig aanneemen van een voorslag, in mynen naam gedaan, de vryheid nam hem voor te stellen. - De Heer suard, aan wiens fierlyke Vertaaling myner Geschiedenisse der Regering van carel den V, ik het gunstig onthaal, dat Werk op het Vaste-land bejegend, te danken heb, bezorgde my antwoorden op dezelfde vraagen, van den Heer de bougainville, die de schoonste gelegenheden hadt, om de Indiaanen van Noord- en Zuid-America waar te neemen, en van den Heer godin den Jongen, die zich vyftien jaaren onder de Indiaanen te Quito onthieldt, en twintig jaaren in Cayenne. Deeze laatste zyn te waardiger, om dat ze overgezien zyn door den Heer de la condamine’. ‘Myne naspeuringen bepaalden zich niet tot één Gewest in America. De Bevelhebber hutchinson heeft de moeite gedaan, om de overweeging myner vraagen aan te | |
[pagina 254]
| |
beveelen aan de Heeren hawley en brainerd, twee Protestantsche Zendelingen, onder de Indiaanen de vyf Volken geheeten. Zy vereerden my met antwoorden, waar in eene groote kundigheid van het Volk, welks gewoonten zy beschryven, doorstraalt. Van william smith, Schildknaap, de uitmuntende Geschiedschryver van Nieuw-York, ontving ik eenige nutte berigten. Wanneer ik kom aan de Geschiedenis onzer Volkplantingen in Noord-America, zal ik gelegenheid hebben om openlyk te erkennen hoe veel ik verschuldigd ben aan veele andere Heeren in dat Land. - Uit de kostbaare Verzameling der Reizen, gemaakt door alexander dalrymple, Schildknaap, van wiens oplettendheid in 't verzamelen van alles, wat tot de Geschiedenis der Zeevaard en der Ontdekkinge behoort, het Gemeen ten vollen overtuigd is, heb ik eenige zeer zeldzaame Boeken gekreegen, inzonderheid twee groote stukken van Berigtschriften, deels met de hand geschreeven, deels gedrukt, aan 't Hof van Spanje ter hand gesteld, onder de Regeering van philip den III en philip den IV. Uit deeze heb ik verscheide opmerkelyke byzonderheden ontdekt ten opzigte van den innerlyken staat der Spaansche Volkplantingen, en de onderscheide plannen tot derzelver verbetering’. Uit deeze verkorte opgave van de hulpmiddelen, die den Heere robertson ten dienst stonden, blykt, dat hy, meer dan iemand anders, in staat gesteld geweest zy, om de Geschiedenis van America te vervaardigen. De wyze, waar op hy 'er gebruik van gemaakt heeft, vermeldt hy zelve in deezer voege: ‘Alle deeze Boeken en Handschriften heb ik geraadpleegd met die opmerkzaamheid, welke het ontzag, 't geen een Schryver aan 't Gemeen verschuldigd is, hem afvordert: en, door altoos tot dezelve te wyzen, heb ik alles, wat ik verhaalde, gepoogd te staaven. Hoe meer ik den aart der Geschiedkundige Opstellen nagaa, hoe meer ik overtuigd word, dat deeze schroomagtige nauwkeurigheid noodig is. De Geschiedschryver, die de Gebeurtenissen van zyn eigen tyd te boek stelt, krygt geloof, naar maate het Gemeen een gunstig gevoelen heeft ten opzigte van zyne middelen om kundschap te bekomen, en van zyne waarheidsliefde. Hy, die de verrigtingen, van een vroeger tydperk beschryft, heeft geen regt om toestemming te eischen, zonder het bybrengen van blykbaarheden, ten bewyze zyner verzekeringen. Buiten zulks moge hy een | |
[pagina 255]
| |
vermaaklyk Vertelzeltje vervaardigen, dan hy kan niet gezegd worden een egte Geschiedenis geschreeven te hebben. In deeze begrippen vind ik my versterkt, door het gevoelen eens SchryversGa naar voetnoot(*), wiens naarstigheid, geleerdheid en oordeel hem, naar verdiensten, in den hoogsten rang, onder de uitmuntendste Geschiedschryvers deezer Eeuwe geplaatst hebben. Verstout door eene leuze van hem, heb ik een Lyst der Spaansche Boeken, door my geraadpleegd, by dit Werk gevoegd: dit was een algemeen gebruik, in de jongst verloopene Eeuwe, en werd aangezien voor een blyk van de loflyke vlyt des Schryvers: in de tegenwoordige zal men het misschien houden voor een uitwerkzel van vertoonmaaking; doch dewyl veele deezer Boeken in Groot-Brittanje onbekend zyn, kon ik, deezen weg niet inslaande, my op derzelver gezag niet beroepen, zonder alle bladzyden te overlaaden met de aanhaaling van derzelver volkomene tytels’. 't Is eene geestige aanmerking van zeker ongenoemd Schryver. ‘Elke weetenschap heest haare onderscheide tydperken, die eene byzondere wyze van beoefening vorderen. In den aanvang moet dezelve noodwendig stukswyze beoefend worden: verstanden van verschillenden aart behooren het werk onder elkander te verdeelen, de stukken uit verschillende oogpunten te beschouwen, en al hunne aandagt te vestigen op 't geen hun ten deel viel. Door dit middel ontsnapt niets, door dit middel gaat niets verlooren. Dit gedaan zynde, moet het werk van elk, eenigen tyd, voor 't oog des Gemeens ten toon staan: want deeze Opperrigter vonnist eerst, zonder te onderzoeken; maar trekt vervolgens dit vonnis weder in, en spreekt een tweede vonnis uit, waar van geen beroepen is. Dit laatste vonnis prys gesteld hebbende op 't werk van ieder Schryver, is het eindelyk tyd om die verspreide deelen te verzamelen, byéén te voegen, en elkzyne plaats te geeven; 't is dan de tyd dat een bekwaam Bouwkunstenaar die bouwstoffen bezigt, en het geheele gebouw oprigt’. Deeze bedenking geldt inzonderheid omtrent de Geschiedkunde in de tegenwoordige Eeuwe, zo immer, het hoofdvoorwerp, waar op doorkneede verstanden zich toeleggen. Hier uit worden Boeken van den besten stempel gebooren. En niemand, de bekwaam- | |
[pagina 256]
| |
heden en verdiensten van Dr. robertson kennende, zal hem de eere betwisten, dat hy, op nieuw, derzelver aantal vermeerderd hebbe, door deeze zyne Geschiedenis van America: die gezegd mag worden eene menigte van Gedenkschriften, Verhaalen, Berigten, byzondere Geschiedenissen, en vertellingen, dat Werelddeel betreffende, en in zo groot eene menigte voorhanden, onnoodig te maaken. - Ik zeg onnoodig voor een groot getal van Leezeren: want schoon van duizend Persoonen, die zich, in deezen tyd, op de Geschiedenis toeleggen, en, in 't nagaan derzelve eene alleraangenaamst en nutste uitspanning vinden, 'er nauwlyks een is, die wil schryven, of alle geringe byzonderheden nagaan, behoort voor dit klein getal ten minste eenige Exemplaaren van die byzondere Boeken bewaard te blyven. Deeze zyn de getuigschriften der voorgaande Eeuwen: waar op de Geschiedschryver, die het weezenlyke, bondige en weetenswaardige in één lichaam brengt, zich beroept; waar van hy zich, zyn Werk, naar eisch, uitvoerende, met oordeel bedient: en meer doet, dan 't geen, helaas! maar al te dikwyls het geval is, dat hy de dwaalingen nauwkeurig uitschryft, het oude, tot verveelens toe, herhaalt, en twyfelagtige of gemeene gedagten, reeds honderdmaal gedrukt, op nieuw papier brengt. Het Eerste Deel der Geschiedenis van America, 't welk thans in 't Nederduitsch het licht ziet, bevat Drie Boeken welker korte Inhoud wy hier zullen plaatzen: als zeer geschikt om onzen Leezeren van het veel bevattend en wel uitgevoerd plan des Geschiedschryvers eenig denkbeeld te doen vormen. De Heer robertson geeft, in het Eerste Boek, 't welk men als eene Inleiding kan aanmerken, een keurig verslag van de Opkomst en Voortgang der Zeevaard; byzonder van de poogingen der Portugeesen in dit stuk: in deeze School, gelyk hy het elders uitdrukt, ‘werd de Ontdekker van America opgekweekt; en indien wy de stappen, waar mede zyne Leermeesters en Leidslieden vorderden, niet aanweezen, zou het onmogelyk zyn de omstandigheden te begrypen, die het denkbeeld van zyne groote onderneeming deeden opkomen, of de uitvoering daar van bevorderden’. Van dit Eerste Boek, is de korte inhoud. De Voortgang der Scheepvaard onder de Ouden. - Beschouwing hunner Ontdekkingen als voorbereidzels tot die der Hedendaagsche. - Onvolkomenheid van der Ouden Zeevaard en Aardryks- | |
[pagina 257]
| |
kunde. - De Leer van de Wereldgordels. - Verdere Ontdekkingen gestuit door den inval der Barbaarsche Volken. - De kennis der Aardrykskunde nog bewaard in 't Oosten, en onder de Arabieren. - Herleeving des Koophandels en der Zeevaard in Europa - begunstigt door de Kruistochten - uitgebreid door de Reizigers in 't Oosten - bevorderd door de vinding van het Zee Kompas. - Het eerste geregelde plan ter ontdekkinge in Portugal gevormd. - Toenmaalige staat van dat Ryk. - Ontwerpen van Prins Hendrik. - Eerste zwakke poogingen. - Voortgang langs de Westkust van Afrika. - Hoope om een nieuwen weg na de Oost-Indiën te ontdekken. - Bestaan ten dien einde. - Vooruitzigten van een gelukkig slaagen. Het Tweede Boek behelst deeze Hoofdzaaken. De Geboorte en Opvoeding van columbus. - Hy verkrygt kennis van de Zeevaard in Portugalschen dienst - vat de hoope op, om in de Oost-Indiën te komen, door steeds westwaards aan te zeilen - zyn stelzel is gegrond op de denkbeelden der Ouden, en de kennis hunner Zeevaard - als mede op de ontdekkingen der Portugeesen. - Zyne onderhandelingen met verscheide Hoven. - Hinderpaalen die hy in Spanje moest te boven komen. - Reis ter Ontdekkinge. - Moeilykheden. - Gevaaren. - Gelukkige uitslag. - Wederkomst in Spanje. - Verwondering des Menschdoms op de ontdekking eener Nieuwe Wereld. - Pauslyke gifte derzelve. - Tweede Reis. - Een Volkpianting gevestigd. - Verdere Ontdekkingen. - Oorlog met de Indiaanen. - Eerste belasting hun opgelegd. - Derde Reis. - Hy ontdekt het Vaste-land. - Staat der Spaansche Volkplantingen. - Misslagen in 't eerste stelzel der Volkplantinge. - Tocht der Portugeesen na de Oost-Indien, om de Kaap der Goede Hoope. - Uitwerkzels daar van. - Ontdekkingen gedaan door byzondere Gelukzoekers in de Nieuwe Wereld. - Naam van america, daar aan gegeeven. - Laagen en strikken columbus gelegd. - In ongenade en in ketenen na Europa gezonden. - Vierde Reis van columbus. - Zyne Ontdekkingen. - Zyne rampspoeden. - Zyn dood. Het Derde Boek bevat de volgende Byzonderheden. Staat der Volkplanting op Hispaniola. - Nieuwe Oorlog met de Indiaanen. - Wreedheid der Spanjaarden. - Heillooze schikkingen omtrent den staat der Indiaanen. - Vermindering van dat Volk. - Ontdekkingen en Vastigheden. - Eerste Volkplanting op het Vaste Land. - | |
[pagina 258]
| |
Bemagtiging van Cuba. - Ontdekking van Florida - van de Zuid Zee. - Groote verwagtingen daar van opgevat. - Oorzaaken van derzelver te leurstelling voor eenigen tyd. - Geschil wegens de behandeling der Indiaanen. - Strydige beslissingen. - Yver der Geestlyken, byzonder van las casas. - Zonderlinge stappen door ximenes gedaan. - Negers in America gevoerd. - Lascasas denkbeeld eener Nieuwe Volkplanting. - Vergunning om 't zelve te beproeven - ongelukkig. - Ontdekkingen ten Westen. - Yucatan. - Campeacy. - Nieuw Spanje. - Toebereidzels om het te vermeesteren. Deeze groote voorraad van Stoffe, want wy hebben slegts de hoofdbyzonderheden aangestipt, verwerkt de keurige hand van robertson, op eene meesterlyke wyze. Zyne Geschiedenis van America, met andere Geschiedenissen van dat Werelddeel vergeleken, toont, welk een onderscheid 'er zy tusschen den vlytigen Schryver, die een enkelen Kronykmaaker mag heeten, en den Man van verstand en vernuft, die de bevalligheden eens cierlyken schryftrants paart met het vermelden van de oogmerken der Staatkunde, en de verhevene bespiegelingen eener gezonde Wysbegeerte. De Heer Vertaaler berigt ons, om hier van een kort woord te zeggen, dat hy, ‘in zyne Vertaaling, het oorspronglyke, zo verre de aart der beide Taalen toelaat, getrouw gevolgd hebbe, en hoopt niet ongelukkig geslaagd te zyn in het treffen van dat duidelyke, dat eenvoudige, dat waarlyk verheevene, waar in robertson uitmunt’. Die de andere Werken, door hem vervaardigd, kennen, zullen aan de vervulling dier hoope niet twyfelen. - Voorts vermeldt hy: ‘Eene kleine verschikking hebben wy ons veroorlofd, om naamlyk de Aantekeningen en Ophelderingen, door den Schryver agter elk Deel geplaatst, onder aan den voet der bladzyden te voegen, of, indien ze ons daar toe geschikt scheenen, in het Werk zelve in te lasschen, waar van wy telkens den Leezer verwittigen. Deeze verschikking vermindert het lastige van veelvuldige Aantekeningen, die de aandagt afbreeken’. Eindelyk onderrigt hy ons, ‘dat de keurlyke Kaarten, in 't Oorspronglyk Werk te vinden, met de volgende Stukken, in 't Nederduitsch zullen medegedeeld worden’. Deeze zyn bepaald tot dit Werk ge- | |
[pagina 259]
| |
maakt door den Heer thomas kitchin den Ouden, Kaartmaaker zyner Groot-Brittannische Majesteit. Het Tweede Deel van dit heerlyk Werk is, zo men ons verzekert, niet alleen op de pers; maar voor een groot gedeelte afgedrukt: en zal, binnen kort, den reikhalzenden Leezer, in handen komen. |
|