Lucina sine Concubitu, of Memorie van A. Johnson, aan de Koninglyke Societeit der Weetenschappen te Londen, over het zwanger worden der Vrouwen, zonder toedoen der Mannen. Naar den vierden Engelschen druk, met eene Voorreden en de Aanmerkingen des Franschen Vertaalers verrykt. Uit het Hoogduitsch vertaald. In 's Gravenhage by H. v. Drecht, 1778. Behalven het Voorwerk 60 bladz. gr. octavo.
Concubitus sine Lucina, of het Vermaak zonder Smerte. Door R. Roe. In antwoord op de gemelde Memorie. Uit het Fransch vertaald. Te Rotterdam by J. de Leeuw en J. Dekkers. Mz. 1778. In groot octavo 46 bladz.
'Er zyn Schimpschriften, die, in hun eigen aart, geestig zynde, altoos door hunne snedigheid behaagen; en daar zyn 'er, wier geestigheid bepaaldlyk haare betrekking heeft tot eenige byzondere omstandigheden, die gevolglyk haare bevalligheid verliezen, wanneer die byzondere omstandigheden genoegzaam vergeeten, of geheel onbekend zyn. Wy zyn niet vreemd van te denken, dat dit laatste het geval is van deeze hier boven genoemde Papieren. 't Kan waar weezen, dat ze oorspronglyk ter snede aan den dag gebragt zyn; maar voor ons, dien de gelegenheid, by welke, onbekend is, (en 't schynt der moeite niet waardig 'er onderzoek op te doen,) verliezen ze dan hunne byzondere snedigheid. Wat hier van zy, we kunnen ze althans, hoe wy dezelven, ten aanzien van 't Natuurkundige of van 't Zedekundige, beschouwen, als Papieren van eene Satyricque bedoeling, niet onder de recht vernustige Schriften van de eerste soort plaatzen. - Of Johnson de schoone Sexe laate bezwangeren door Zaaddiertjes, welken in de Lugt zweeven, die haar door den wind toegevoerd worden; dan of Roe de nog onvolwassen Vrugtjes, door middel van Adelaarsteenen, uitlokke, en dezelven voorts in zyne Ovens ter volkomenheid uitbroede; de eene en andere stelling behelst niets geestigs, dat eene aartige Natuurkundige spotterny uitlevert; en de beschimping van 't zedelooze gedrag derzulken, die hunne Kunne oneer aandoen, is zo algemeen en laf, dat ze, als men naar vernust zoekt, 't welk men in zodanige Schriften verwagt, niets gevalligs aan de hand geeve.