verhevelingen zyn, maar weezenlyk onder het getalder Planeeten behooren; dat ze, even als die, een geregelden omloop om de Zon hebben; in haare beweeging dezelfde wetten volgen; en in haaren omloop zeer uitmiddelpuntige loopkringen beschryven, die men tot een Parabool kan overbrengen. Dit voorgedraagen hebbende, verklaart hy, op dit Stelzel, de beweeging eener Comeet in een Parabolischen loopkring; toont verder hoe men den Parabool, welken eene Comeet rondsom de Zon beschryft, kan berekenen, als men slegts drie waarneemingen van haare schynbaare plaats aan den hemel heeft; mitsgaders, hoe men, zedert de gedaane waarneemingen en berekeningen van de wederkomst der Comeeten, derzelver verschyningen berekent; en deelt ons wyders nog verscheiden aanmerkingen over derzelver beweeging en verschynzelen mede.
Het hieraan volgende Boek heeft ten onderwerp, de Omwenteling der Planeeten en derzelver Vlekken; waar omtrent hy, met opzigt tot ieder Planeet, de vereischte berigten geeft, met aanwyzinge van derzelver verschynzelen, en de daartoe behoorende berekeningen. De ontvouwing hiervan, in verscheiden omstandigheden, getoond hebbende, dat 'er eene merklyke overeenkomst tusschen de Aarde en de overige Planeeten gevonden wordt, zo geest zulks den Heer de la Lande aanleiding, om gewag te maaken van het gevoelen der Wysgeeren, die ze als zo veele Waerelden aanzien: geschikt om leevendige weezens, als wy zyn, te bevatten; en dus bewoond te worden. Het gevoelen van de veelheid der Waerelden is, naar uitwyzen van 't geen hier bygebragt wordt, een overoud gevoelen, dat reeds in de dagen van Orpheus plaats schynt gehad te hebben; en in laatere dagen meermaals zeer gunstig voorgesteld is.
‘En inderdaad, gelyk onze Autheur vervolgt, de overeenkomst tusschen de Aarde en de andere Planeeten is zo volkomen, dat, zo de Aarde gemaakt is om bewoond te worden, wy niet twyffelen kunnen, of de Planeeten zyn tot dat zelfde einde gemaakt; hy, die zulks weigerde te gelooven, zou even zo eigenzinnig zyn, als iemand, die, ten opzichte eener kudde schaapen, van verre gezien zynde, wilde beweeren, dat sommige zodanige ingewanden als de dieren kunnen hebben, en anderen slegts steenen bevatten.