Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1778
(1778)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijProeven en Waarneemingen op verschillende soorten van Lucht. In 't Engelsch beschreeven, door J. Priestley, LL. D.F.R.S. I. Deel. Te Amsterdam by P. Hayman, 1778. Behalven het Voorwerk 448 bladz. in octavo.Uit de onlangs vertaalde Redenvoering van den Heer Pringle, wegens de ontdekkingen van den Heer Priestley, nopens de verschillende soorten van LuchtGa naar voetnoot(*), heeft de Nederduitsche Lezer zig reeds een algemeen denkbeeld kunnen vormen, van de groote vorderingen, welken die Natuurkundige, boven alle zyne Voorgangers, daarin gemaakt heeft; mitsgaders van het nut zyner waarneemingen, dat, by verdere naspooring, nog meer bevestigd en wyder uitgebreid staat te worden. Dit algemeene denkbeeld heeft natuurlyk veelen begeerig gemaakt, om een naauwkeuriger verslag van 's Mans waarneemingen te erlangen. En 't zelve is in ons Vaderland te sterker toegenomen, daar verscheiden Liefhebbers der Natuurkunde zig verledigd hebben, om zyne ontdekkingen deswegens proefondervindelyk na te gaan; 't welk ook aanleiding gegeven heeft, om te eerder aan dit verlangen te voldoen, door 't vertaalen van 't Werk van den Heer Priestley, waarin hy zyne Proeven en Waarneemingen, met verdere Stukken daer toe betrekkelyk, by een verzameld heeft. - De Heer Jacob Ploos van Amstel, met andere Liefhebbers deel neemende in 't nagaan deezer Proeven, door de ervaren proefkundige Heeren Aeneoe en Cuthbertson, heeft hier toe de hand aan 't werk geslaagen; en, met behulp van den Heer Cuthbert- | |
[pagina 202]
| |
son, deeze verzameling indiervoege in 't Nederduitsch gemeen gemaakt, dat de Liefhebbers zekerlyk t' over reden hebben, om hunnen aangewenden arbeid danklyk te erkennen. Men heeft zig geene moeite ontzien, om dit Werk ten naauwkeurigste te vertaalen; en het zelve, behalven met eene Plaat, ter verklaaringe der proefneemingen dienstig, met zodanige aantekeningen te vermeerderen, welke ten beteren verstande van verscheiden byzonderheden, voor al met betrekking tot het Scheikundige en de Proefneemingen, van nuttigheid zyn. Het Geschrift zelve behelst, in de eerste plaats, een beknopt verslag van de vroegere ontdekkingen wegens dit onderwerp, die den Heer Priestley als op den weg van verdere ontdekking gebragt hebben. Daarbenevens geest hy ons eene naauwkeurige beschryving van den vereischten toestel, en deszelfs behandeling, tot het neemen van proeven, omtrent de verschillende soorten van lucht. Op dit noodig voorafgaande berigt volgen wyders des Autheurs proeven en waarneemingen gedaan in en voor het jaar 1772; mitsgaders die, welken hy gedaan heeft in 't jaar 1773, en het begin van 1774. En ten laatste komt hier nog by een Aanhangzel, vervattende eenige proefneemingen en bedenkingen over dit onderwerp; die den Heer Priestley van zyne goede Vrienden deswegens medegedeeld zyn. - Dit Geschrift levert dus eene agtervolgende ontvouwing van het merkwaardige, dat den Heer Priestley in zyne naspooringen hier van voorgekomen is; en men ziet 'er ten klaarste uit, dat zyne proefneemingen van tyd tot tyd gestrekt hebben, om dit Stuk nader op te helderen; en dus zyne waarneemingen te beschaaven, te verbeteren en te versterken. Zodanig eene schryfwyze, in geval van nieuwe ontdekkingen, is by uitstek wel geschikt, om den Liefhebberen de behulpzaame hand te bieden ter verdere naspooringe van dit onderwerp; dat in verscheiden opzichten nog herhaalde naauwkeurige proefneemingen vordert, om in het volle daglicht gesteld te worden. Verscheiden Natuurkundigen in ons Vaderland wenden hier toe reeds hunne poogingen aan; en inzonderheid is 't bekend, dat de Heeren Aeneae en Cuthbertson hier ter Stede, als mede de Heer van Maram te Haarlem, 'er opzetlyk hun werk van maakende, bereids etlyke ontdekkingen gedaan hebben; die, schoon de Heer Priestley over 't geheel zeer oplettend zy, in 't een en 't ander opzigt van 's Mans waarneemingen ver- | |
[pagina 203]
| |
schillen. Men hoopt, dat die Heeren, by de verdere uitgave van Priestley's Schriften over dit onderwerp, de goedheid zullen hebben, van hunne byzondere waarneemingen ten algemeenen nutte openlyk mede te deelen. |
|