Verhandeling over eene byzondere Bereiding en Gebruik van het bytende Sublimaat &c. Door G.J. van Wy, Heelmeester te Amsterdam. Tweede Druk. Merkelyk vermeerderd en verbeterd. Te Amsterdam by P. Conradi 1777. 86 bladz. in groot 8vo.
Wy hebben dit Werkje reeds verhandeld in 't Zesde Deel der Hedend. Vad. Letter- oef. De Auteur heeft hier by deeze tweede Uitgave eenige verbetering en uitbreiding gevoegd, en zich ook op zommige plaatsen nader verklaard. Hy erkent daarin het sublim. adust. nooit voor geheel nieuw te hebben opgegeeven, als ook dat hy met ons toestemt, dat men tot nog toe geene bereiding van de Kwik ontdekt heeft, die, in een volstrekten zin, de proef van nooit in eenig geval kwyling te verwekken, kan uithouden. Maar hy meent uit de ondervinding te kunnen opmaaken, en met regt te besluiten, dat het sublim. adust. volgens zyne bereiding en vermenging, niet ligt kwyling te weeg brengt, ten minsten kan hy met waarheid getuigen, dat hem zulks onder zyne behandeling nog niet is voorgekomen: dit willen wy wel toestemmen. 't Bevestigt zich nader door twee Brieven, de een van den Hr. L. Hengevelt, Stads Heel- en Vroedmeester te Arnhem; en de ander door den Hr. van der Haar: de eerstgemelde getuigt, dat dit Geneesmiddel afkomstig is van den Hr. Ivo Gaukes, Med. Doct. te Groningen, die het lang als een geheim gebruikt, en 'er zeer veel gelukkige geneezingen mede uitgevoerd heeft: de Hr. Hengevelt heeft het gebruik 'er van, in den Jaare 1754, aan den Hr. van der Haar medegedeeld, die ook getuigt dat hy het reeds 20 jaaren gebruikt heeft, en melding maakt dat een Lyder, met groote uitzettingen in de Scheenbeenderen, en hevige nagtpynen, in zes weeken met deeze bereiding, in een decoct lign. juniperi, volmaakt geneezen wierdt: dog deeze Lyder hadt, 28 maanden lang, het middel van van Swieten, tot 5 leepels vol opklimmende, wel met verligting, maar tog te vergeefs, gebruikt: 't schynt 't zelfde middel te zyn, dat een der Aanzienlyksten van ons Land van de Erven van Dr. Ivo Gaukes gekogt, en aan zyn Lyfmedicus vereerd
heeft: die het in Leyden, maar vooral in 's Hage, heeft doen uitdeelen en gebruiken. Wy hebben te vooren gevorderd