Observations sur le Froid rigoureux du mois de Janvier 1776. Par J.H. v. Swinden, Prof. de Philos. en l'Université de Franeker: Correspondant de l'Academie Royale des Sciences de Paris. Membre des Societés de Haarlem & d'Utrecht. A Amsterdam, chez M. M. Rey, 1778. Sans la Preface &c. 321 pp. in octavo. gr. p.
De Hoogleeraar van Swinden heeft, in dit Geschrift, by een verzameld, eene menigte van Waarneemingen over de scherpe koude in de maand January des jaars 1777; waarmede hy de Liefhebbers van zodanige Waarneemingen ongetwyfeld een aangenaamen dienst doet. Zyne verzameling is tweeledig. Het eerste gedeelte behelst eene uitvoerige opgave van Meteorologische Waarneemingen, geduurende dien tyd, op meer dan tachtig onderscheiden plaatzen, zo in de Nederlanden, en de daaraan grenzende Gewesten, als in Engeland, Frankryk, Zwitzerland, Duitschland, Poolen, Hongarye en de Noorder - Landstreeken; dat nog met een Aanhangzel van Waarneemingen, hier toe betrekkelyk, vermeerderd wordt. In 't tweede gedeelte vindt men insgelyks een aantal van nauwkeurige Physische Waarneemingen, op verscheiden plaatzen gedaan; wegens het doordringen van de Vorst in den grond, in Huizen, Kelders en andere onderaardsche plaatzen; mitsgaders raakende de dikte van het Ys, en het bevriezen der Rivieren, Meiren en dergelyken; als mede nopens de proeven genomen op het bevriezen van geestryke vogten, en wel byzonder van Kwik, door behulp der kunst; en wyders over de uitwerkingen van de Vorst, op Menschen, Dieren en Plantgewassen; welk alles ten laatste beslooten wordt, met eenige algemeene aanmerkingen over het geheele beloop van dien Winter, en den spoedig invallenden en genoegzaam bestendig voortgaanden Dooi. - De Hoogleeraar, die deeze Waarneemingen, nu en dan, met zyne opmerkingen over dezelven vergezeld doet gaan, had eerst ten oogmerk, daar nevens te voegen eene vergelyking van deezen Winter met de voorige strenge Winters deezer Eeuwe; dan de wydloopigheid zyner aantekeningen over dit onderwerp heeft hem wederhouden. Intusschen geeft hy te kennen dat zyn arbeid desaangaande zo verre gevorderd is, dat het hem weinig moeite
zoude kosten dien verder te voltooien; in-