Steeds was zy 'er op uit om eene Egtverbintenis zo vast gelegd, en met zo welzamenstemmende harten aangegaan, te stooren, en bedagt allerlei ontwerpen geschikt om sabinus en olinda ongelukkig te maaken. 't Geval scheen haare onregtvaardige oogmerken te begunstigen. Sabinus was langen tyd in een verdrietlyk pleitgeding ingewikkeld geweest, en het Hof deed onverwagt eene uitspraak, ten voordeele van zyne Party. Dit dompelde hem, uit het midden des lachenden overvloeds, in den poel van gebrek.
Sabinus verwagtte van ariana, uit hoofde van bloedverwantschap, al de hulp, die zyn tegenwoordige toestand vorderde: doch zy was doof voor zyn smeeken, en versmaadde de rechtmaatigste verzoeken, of hy moest eerst olinda, die zy verfoeyde, laaten vaaren. Voldeedt hy haar, in dit opzigt, dan waren haare middelen, en alles wat zy hadt, ten zynen dienste. - Sabinus beefde op 't hooren van dien voorslag; hy beminde zyne Egtgenoote met onuitspreeklyke tederheid, en versmaadde, met verontwaardiging, de aanbiedingen hem tot zo hoog een prys gedaan. Ariana was niet min misnoegd over het verwerpen haars voorslags, en vierde bot aan de haatlyke drift, dus lang eenigzins beteugeld.
Zelden komt een ramp alleen: sabinus moest zyne zaaken opgeeven; en hy werd den volgenden dag, om eene oude Familieschuld, in de gevangenis geworpen: olinda, de eenige troost in al dit jammer, bleef hem by. In dit verblyf der elenden leefden zy zamen aan hun lot onderworpen, en getroost. Zy bezorgde den schraalen maaltyd, en hy las haar iets voor, terwyl zy bezig was met het huiswerk. De medegevangenen verwonderden zich over hun onderling genoegen, en wanneer deezen eenige vrolykheid namen, deelden sabinus en olinda in die geringe uitspanning, welke in een gevangen staat kan genooten worden. In stede van elkander over en weder te beschuldigen, wegens hun ongeluk, en het daar door te verzwaaren, maakten zy den last ligter te draagen, door elk zyn deel geduldig op zich te neemen. Wanneer sabinus zich in 't minst moeilyk betoonde, ter oorzaake van het lot zyner Vrouwe, betuigde zy hem, by de liefde, die hy haar toedroeg, by de tedere banden die hun voor altoos aan elkander hegtten, tegen moedloosheid op de wagt te weezen: dat zy, zo lang zyne genegenheid haarwaards duurde, alle de onheilen des wederspoeds tartte, en in staat was allen verlies van eer en vriendschap te verdtaagen: dat niets haar ongelukkig kon maaken, dan het denkbeeld dat hy ongelukkig was.
Door 't lang verblyf in de gevangenis, geraakte de kleine voorraad van geld op, en de honger dreigde dit Paar met alle verschriklykheden. Zy murmureerden niet; en zagen, met een onuitspreeklyke smart, hun kind, onbewust van zyne eigene elende en het lot zyner Ouderen, rondsom zich speelen, wanneer 'er een