Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1777
(1777)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijNuttige aanmerking van G.J. van Wy, Chirurgyn, op zyne verhandeling over de bytende sublimaat in de lues venerea, enz. Door denzelfdenGa naar voetnoot(*).Amsterdam 25 Juny 1777. OP pag. 42. heb ik gezegd: ‘Zo dikwils de uitbranding en uitdamping gedaan is, moet men, by het weder | |
[pagina 309]
| |
opgieten van Alcohol, met een yzeren Spadel, alles wel omroeren en terstond weder in brand steeken.’ Indien men op deeze manier te werk gaat, dan verliest men zeer veel van de Sublimaat. Vier uncen Sublimaat, vyfmaalen geädusteert, met acht oncen Alcohol vini, bleef 'er tien Dragmen en een Schrupel over. 11 April 1777. 24 Juny, ontmoette ik een myner Kunstgenooten, dewelke in het zekere bericht was, dat de Sublimaat door een kundig Apothecar, op dezelve manier, als in myne Verhandeling opgegeeven is, bereid was, nog vry meer in gewigt als ik hem van myne bereiding gemeld had, verloren hadde. Denzelven dag, voorneemens zynde te adusteeren, ontdekte ik de reden van dit aanmerkelyk verlies: de Yzere Spadel, had ik na de laatste bereiding van de Sublimaat in den Kroes laaten staan; hier door was het Yzer geroest, en dit roest had in eene bekorsting van de gebrande Sublimaat, (dewelke ik te vooren niet gemerkt had) een rond gat verbeeten, tot op den bodem van den gepotlooden Kroes; maar het overige van de teruggebleevene en in den Kroes vastgeplakte Sublim. adustus, kon ik niet, dan door middel van Hamer en Beitel wegneemen, en dit was een vry aanmerkelyk gedeelte, dat ik egter tot het gebruik verwierp; maar dat my iets leerde, 't geene ik te vooren niet wist. Ik nam wederom vier uncen Sublimaat, om op dezelve manier, als in myne Verhandeling beschreeven, te adusteeren: maar in plaatze van met een Spadel na ydere Deflagratie alles wel om te roeren, kapte ik met eenen half rondgebogenen Timmermans Beitel, de Sublimaat, die voor een gedeelte met de Kroes, als één Lichaam scheen uit te maaken, voorzigtig los; tot dat ik door de zwarte kleur van den Kroes ontdekte, dat 'er niets bleef aanhangen. | |
[pagina 310]
| |
De Sublim. Corrosiv. adustus, de vereischte kleur hebbende, deed ik die op dezelve manier, voor de laatste maal, door Hamer en Beitel, uit den Kroes, en toen bevond ik veel gegewonnen te hebben; want nu hield ik negen Dragmen, meer als te vooren, over. De Gewenste gevolgen door dit middel, in Gonorrhoea, zyn, en blyven dezelve. Onlangs, na de Uitgaave van gemelde Verhandeling, zyn door dit middel nog drie andere Proeven, (waar van één onder myn opzicht) even gelukkig en spoedig, afgeloopen. De Perzoonen in de Proeven, door my in gemelde Verhandeling opgegeeven, ben ik zeeker dat tot heden volmaakt wel, en hersteld zyn en blyven. Vier van myne, in de Proeven gemelde Vrienden, hebben gelegenheid gehad te onderzoeken en te bevinden, dat hunne opgegeevene Proeven, bestendig, alzo blyven, als ze voor geneezen opgegeeven zyn.
In myne Verhandeling over de bytende Sublimaat, heb ik gezegd, dat de hr. van der haar, my tot zoeken en vinden gelegenheid gegeeven heeft, door zyne aanmerking op van swieten, en het is waar dat ik buiten dezelve nooit tot die ontdekking zoude gekomen zyn. - 't Was evenwel een raadzel, om hier uit op te maaken, hoedanig ik hier mede te werk moest gaan. - Het is my thans te aangenaamer hetzelve zodanig gevonden hebben, als het reeds door de Hr. yvo gaukes Med. Dr. Groningen gebruikt is, schoon nooit door denzelven algemeen medegedeeld. Had ik vóór het opstellen van myne Verh. geweeten, 't geen ik naderhand, door twee zeer ervarene Heelmeesters ben ontwaar geworden; dan, had ik voorzeker daar van gebruik gemaakt, om de nuttigheid van de Merc. Sublim. Corrosiv. adustus, sterker aan te toonen: alhoewel het my toeschynt, en door Proeven gebleeken is, dat dit middel, in gebruik, gelyk ik dezelve in myn Verh. opgegeeven hebbe, veiliger is, en beter aan de verwagting voldoet, dan in Decoct. Cap. Sarseparille, gelyk yvo gaukes daar van gebruik maakte; vooral, wanneer men de Pillen in agt byzondere tyden daags, dat is telkens om de twee uuren één, toedient. Daar kunnen evenwel gevallen zyn, daar men, op de manier van deezen Geneeskundigen, moet te werk gaan. | |
[pagina 311]
| |
Myn zeer Geachten Vriend de Hr. l. hengevelt, Stads Heel- en Vroed-Meester te Arnhem, meldt my in een brief van den 18 Juny deezes Jaars, het volgende: - ‘Het gebruik van de Merc. Sublim. Corrosiv. adustus, heb ik, in den Jaare 1754, aan den Hr. van der haar, gecommuniceerd, om met de knoesten van Sarseparille in Decoct. te gebruiken, dat my meest altoos welgeslaagd heeft. - Het is afkomstig van den Hr. yvo gaukes, Med. Dr. te Groningen, die het lang als een geheim gebruikt, en zeer veel gelukkige geneezingen mede uitgevoerd heeft.’ - By gelegenheid dat ik de Hr. hengevelt, den 30 Juny daar aanvolgende, mondeling sprak, zagen wy, dat de geadusteerde Sublimaat, volgens myne bereiding, niets van die, dewelke nog by zyn Ed. overgebleven was, verschilde. De manier van bereiding zeide zyn Ed. nergens in te verschillen, dan dat de zyne op een Aarde bord, of Schotel, afgebrand was, het welk op 't zelve uitkomt. De Hr. van der haar schryft my in dezelve maand den 26sten dat zyn Ed. reeds in de 20 Jaaren van dit middel, namentlyk Merc. Sublim. Corrosiv. adustus, nu en dan, gebruik gemaakt heeft. (Hy zegt verder) ‘Ik meen reden te hebben om het aan wylen Dr. yvo gaukes toe te eigenen, schoon deeze zynen drank, somwyl, met koffy, vermengde. - Eene der aanzienlykste, van ons Land, zoude het van deeze zyne erven gekogt, en aan wylen zynen Lyf-Medicus vereerd hebben. - Deeze laatste zoude het in Leyden maar vooral in 's Hage, door zyne vrienden, hebben doen uitdeelen. - De afbranding, en bereiding is genoegzaam met die van U gelyk. - Ik heb het altoos in een Decoctum van Capit. Sarsaparille doen gebruiken, en 'er ook, somwylen, Koffy onder gedaan. - Een kundig man heeft my berigt, dat een Heer, met groote uitzettingen in de Scheenbeenderen en hevige nagtpynen, in ses weeken met deeze bereiding in een Decoct. van Lig. Juniperi, volmaakt geneezen wierd. - Deeze Lyder hadde 28 maanden lang, het middel van van swieten, tot 5 Lepelen vol opklimmende, wel met verligting, maar tog te vergeefs, gebruikt gehad. - Hadde ik soortgelyke ondervindingen, en in een genoegzaam aantal, voor my gehad, dan zoude ik niet gerust hebben hetzelve algemeen te maaken, maar, deeze ontbreekende, moeten zwygen. - Ik heb 'er groote Chancres op 't hoofd, in de keel, op de borst; zoo met als zonder een gering beenbederf en uitzettingen van 't been, door zien geneezen, ja ook by an- | |
[pagina 312]
| |
deren, dewelke reeds vrugteloos gesaliveerd hadden, volmaakt herstellen.’ Ik meen, door dit mede te deelen, te kunnen aantoonen, dat ik, door de algemeene bekendmaaking van dit middel geen nadeel gedaan hebbe, en dat de bereiding volkomen gelyk is met die van den Heere yvo gaukes, ik vleye my, dat anderen, zoo door Genees- als Scheikundige Proeven, ons hier in meerder zullen verlichten, op dat wy verder, in 't geen ons nog verborgen is, mogen indringen; indien myne geringe, dog welmeenende pogingen ten nutte van 't algemeen, of schoon ze gebrekkig mogten zyn, eenigzints aan 't oogmerk voldoen, dan zal ik, schoon spaarzaam gelegenheid hebbende, alle moeite aanwenden om meerder verlichting, of door my zelven, of door anderen, te verkrygen, en dezelve verder, indien het van eenig aanbelang is, mededeelen. 18 July 1777. |
|