Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1777(1777)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 300] [p. 300] De kragt van 't voorbeeld. Quo semel est imbuta recens, servahit odorem Testa diu. horat. ‘MIJnheer! Zie hier mijn Zoon, hij worde uw zorg betrouwd’ Zeij zeker Vader, tot Dorant, hem aangepreezen, Als een, die 't best geschikt tot Gouverneur zou weezen: ‘Ontvang hem, 't is een zoon, daar zig mijn hoop op bouwt; Hij 's leerzaam, en zijn vlijt zal 't u door proeven toonen. Des, naar zijn vordring zij, zal me ook uw zorg beloonen. Dat Nedrigheid vooral zijn grootste cieraad zij:’ (De Vader egter was van trotsheid gansch niet vrij.) ‘Hij minn' de Deugd en volge oplettend haar bevelen:’ (Wat Weelde en Wellust teelt kon 's Vaders zinnen streelen.) ‘Dat hij in all' zijn' daên de billijkheid betragt':’ (De Vader deed zulks nooit.) ‘en zig naukeurig wagt' Om van de Waarheid in het minste iets af te wijken: Haar edele invloed moet steeds in zijn' woorden blijken; Prent hem dit daaglijks in; ik haat een huichelaar!’ (De Vader was, ô schande! een groote Leugenaar.) ‘Dat Kaart en dobbelsteen nooit voor mijn zoon verschijnen:’ (Helaas! 't noodlottig spel deed 's Vaders schat verdwijnen.) Hoe droeg die Leerling zig? als naar gewoonte, o ja! Hij lacht zijn' Meester uit, en volgt zijn' Vader na. p.b. p.r. amsterdam. 1777. Vorige Volgende