Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1777

Eenvoudige leevensregels voor de jeugd.

(Uit het Engelsch.)

De beschaafdheid.

EEn Engelschman in Londen, een Franschman in Parys, een Spanjaard te Madrid te weezen, is eene bezwaarlyke taak; doch egter noodzaaklyk.

By zyns Gelyken loopt men gevaar van te groote gemeenzaamheid: 't is, daarom, ten hunnen opzigte, goed, zekere maate van agtbaarheid te betoonen: van onze Minderen moger wy ons eenigzins van hoogagting verzekerd houden, en dit kan eene grooter maate van Gemeenzaamheid veelen.

[p. 253]

Een Man, die geheel geene Pligtpleegingen maakt, moet, zal hy aangenaam weezen, uitsteekende verdiensten bezitten.

Als wy een ander in zyne redenen ondersteunen, is het goed 'er eene bedenking uit onzen eigen kooker by te doen. Stemt gy zyn gevoelen toe, laat het met onderscheiding weezen. Volgt gy zyn raad, voeg 'er andere beweegredenen nevens. Langs deezen weg zult gy, en uwe meerderheid bewaaren en de genegenheid van anderen winnen.

Zelden spreeken wy van onszelven met een gelukkigen uitslag. Indien ik myzelven laak; men gelooft dat 'er meer aan vast is, prys ik myzelven, men denkt dat het de maat overschreedt.

Wy maaken een zo onaangenaame en belachlyke Figuur, met het korte woordje Ik, (Ik zeide, Ik deed) dat het beter ware dit voor altoos te vermyden.

Hy die geen scherts kan verdraagen, hebbe 'er zich zelve geheel van te onthouden.

Reizen.

Het Reizen moge Jonkertjes en Ligtmissen vormen; zonder gezond verstand, aandagt en opmerking, zal het nimmer weezenlyke verdiensten schenken.

Tragt, op reis zyade, de verspreidde volmaaktheden der Volken, onder welken gy reist, te verzamelen, en in u te veréénigen. Van iemand, die dikwyls eene groote Boekery bezogt, en doorgaans de slegtste boeken uitkipte, zeide men niet onaartig, dat hy de Boekery wiedde. Veele Reizigers wieden vreemde Landen; en brengen Duitsche Dronkenschap, Spaanschen Hoogmoed, Fransche Losheid en Italiaansche Bedrieglykheid mede. Duitsche Naarstigheid, Fransche Beleefdheid en Italiaansche Spaarzaamheid, zyn goede Kruiden, die zy agterlaaten.

't Huwelyk.

Hy, die niets anders dan een goede Huisvrouw zoekt, zal 'er waarschynlyk eene vinden.

Gelyke Huwelyken zyn doorgaans de beste en gelukkigste.

Geweldige Liefde-drift is de slegtste van alle beweegredenen om te trouwen: een Paar, om geene andere rede gehuwd, zal zelden lang gelukkig weezen.

In de keuze van eene Vrouw, moet groote Schoonheid eer gemyd dan gezogt worden. Een aangenaame gestalte, een inneemend voorkomen, die genegenheid zonder vuurige minnedrift inboezemen, zullen altoos nieuw zyn; Schoonheid verliest haar smaak, Bevalligheid nimmer. Naa eene lange zamenwooning, is dezelve zo aangenaam als in den beginne.