ge, 't sustema vereenvoudigt en verbetert, vooral de afdeeling over de anatomie der gerechten en die over de opschriften: het kaartspeelen, de affectatie, het air de protection, en wat niet al te meer, heeft men 'er uit leeren verachten. Alles is, ook onder de onderscheidene familien, sans gêne, met de behoorlyke achting voor den amptenaar en de verdiensten. De meest gegoede onderscheidt zich in zyne levenswys; maar hoe? verbeeld u b.v. een gepleisterde of witgeverfde zaal, met een goud biesje; hier geeft men eens een concert of bal, zonder veel toestel. Verbeel u een klein landhuis, met een vyver, een bloemperk, een priëel, een laan, een veldgezicht; hier ontvangt men de goede bekenden, met dat lagchende vergenoegen, dat het land altoos eigen zal zyn. Ze zien hem schier vergeten dat hy een stedeling is, om een bouwer te wezen. De bedienden maken zich waardig de genegenheid waar mede men hen behandelt: elk yvert in zynen plicht. Het meer en meer algemeen lezen van boeken, die men zocht verdacht te maken, zie daar een voornaame oirzaak van alle gelukkige omkeeringen. Voeg hier by de gewaarwordingen van de gevolgen der Luxe, en ..... maar genoeg!’
Op eene soortgelyke wyze schetst de Opsteller van dit Papier de Natie, ook in andere opzigten; het meerendeel zyner trekken zyn vry juist geplaatst; maar ze zyn niet leevendig, en veelal zo algemeen, dat ze de voorwerpen niet genoegzaam onderscheiden. Het Geschrift behelst, met andere woorden, eene zylingsche hekeling, die, schoon ze over 't geheel doel treffe, wat droog en oppervlakkig is.