tia, aan welke Eelhart, op derzelver uitvorsching, zyne Min ontdekte, met nevensgaande bede, dat zy die mogt begunstigen, verklaart zig ten ernstigste tegens beider vereeniging. Midlerwyl meent men uit eenen Vreemdeling, Leonard geheeten, met welken Eelhart gemeenzaam verkeerde, eenige ontdekkingen nopens den Vader van Amelia te kunnen verkrygen; en ziet deeze Vreemdeling is Erastus, die Vader zelve. - Hy was voor eenige jaaren naar de Westindien gegaan, om zyn vervallen staat te herstellen; hier in geslaagd zynde, was hy naar 't Vaderland gekeerd; maar 't Schip, dat zynen rykdom voerde, bleef agter; men kreeg 'er eerst geen tyding, en vervolgens zeer slegte berigten van; 't welk hem deed besluiten eerstdaags weder naar de Westindien te stevenen. Geduurende dien tusschentyd had hy zig als een onbekende Vreemdeling gehouden, en zou dus ook weder vertrokken zyn, had niet eene voor hem
onvermydelyke ontmoeting van Amelia hem het geheim ontrukt. - In dien toestand van zaaken, volhardende in zyn besluit, om weder te vertrekken, staat Amelia, ziende dat alle poogingen, om dit besluit te veranderen, vrugtloos waren, 'er sterk op aan, om haaren Vader op die reis te vergezellen. Eelhart, hierover gevoelig getroffen, besluit dan met haar te gaan; doch dit keert Constantia af, door hem een gewigtig geheim te openbaaren; te weeten, dat hy dan zyne nog leevende Moeder de grootste smert zou aandoen. Zy ontdekt hem, by die gelegenheid, het geheim zyner opvoedinge, en de rede waarom zy zig, hoewel zyne Moeder zynde, op zodanig eene wyze jegens hem gedraagen had. Na 't afloopen der eerste ontroeringe, dringt Eelhart, op 't ootmoedigste en vuurigste, zyne vroegere smeekbede aan; dan Constantia wederstreeft die echtverbintenis nog even ernstig. Onder des ontvangt Ernestus een berigt, dat de laading van het gestrande Schip in zo verre behouden zy, dat hy gegrond kunne hoopen op de helft van zynen medegevoerden rykdom. Dit stelt hem in staat, om 't geen hy ten agteren was te vergoeden; dan dit gedaan hebbende, gelyk by hem beslooten was, zou 'er niets overblyven. Amelia getroost-zig in een laagen staat te leeven, en offert, zo 't noodig mogte zyn, alles op, wat zy door de goedheid van Constantia bezit, met vollen regt, om daarover naar goedvinden te kunnen beschikken. In dat tydstip, het welk Eelhart niet ongemerkt laat verloopen, geeft Constantia aan Ernestus en Amelia te kennen, dat zy Amelia waardig keurt, om zig met haaren Zoon in den Echt te verbinden, openbaarende tevens dat Eelhart haar eigen echte Zoon is; waar op dan ook terstond de vaststelling dier verbintenisse, ten besluite van dit
Tooneelstuk, volgt. - De rede, waarom Constantia dit Huwelyk vroeger tegenstond, en nu toestemde is deeze: - Ernestus lag by de Waereld onder de baatlyke verdenking, dat hy zig de goederen van twee Weezen, zyner zorge toevertrouwd, op eene schelm-