Korte Verklaring van den negentienden Psalm, door Adriaan Buurt, Predikant te Amsterdam. Te Amsterdam by P. Schouten en J. Wessing Willemsz. 1777. Behalven eene korte Voorafspraak en de Registers, 181 bladz. in gr. octavo.
DE Eerwaerde Buurt geeft in dit Geschrift, by manier ener breeduitgewerkte Schetze, in een beknopt bestek, ene doorloopende verklaring van den negentienden Psalm, door Koning David gedicht, om tot den dienst des Heiligdoms gebruikt te worden. Men kan, zegt hy, uit den inhoud des Schryvers oogmerk zeer gemaklyk ontdekken. Het Dichtstuk naamlyk dient, ‘om met de waarheden, waarvan de Natuurlyke en Geopenbaarde Godgeleerdheid onderregten, betaamlyk werkzaam te wezen; en daartoe de voortreflykheid der Geopenbaarde Godgeleerdheid, boven het onderwys van 't Redenlicht, te erkennen: op dat de redenen onzes monds, en de overdenking van ons hart, den Here welbehaaglyk mogen zyn.’ Naer dit geleide verleent ons zyn Eerwaerde ene oordeelkundige verklaring van dit Zangstuk in twee deelen geschift; met ene bygevoegde leerzame opwekkende toepassing, naer den inhoud van ieder gedeelte ingericht. Zie hier het beloop van dezen Psalm, door zyn Eerwaerden kortlyk geschetst.
‘Men vindt in dit lied, behalven het opschrift, vs., 1, twe voorname delen.
I |
Het eerste betreft de Natuurlyke Godgeleerdheid; vs. 2-7. En daar vindt men |
|
A |
't Korte voorstel; vs. 2. |
|
B |
De nadere uitbreiding; vs. 3-7. Alwaar |