De Caussis Phaenomenorum quae Observantur in progressione morborum Epidemicorum lente progredientium, praesertim, pestilentiae hominum & Luis bovillae &. Auctore C.A. Eichelberg, A.L.M. Phil. D. & Rect. gymnasii Vesaliensis. Neomagi, apud Is. van Campen 1776. Over de Oorzaaken der verschynzelen, die in de voortgang der besmettelyke Ziekten, waargenoomen worden. In groot Octavo 130 bladz.
't VOorneemen van den zeer Geleerden Heer eichelberg is, om uit het geen men waarneemt, by het verspreiden en voortgaan der besmettelyke Ziekten, byzonder van de Pest onder Menschen en Beesten, de oorzaak na te speuren van deszelfs oorsprong, te weeten of dergelyke besmettende giften ontstaan in de lucht, dan of ze uit de aarde opkomen, en daarin geformeerd worden. 't Oogmerk is om door dit onderzoek een zoort van nieuwe behoedmiddelen te ontdekken. 't Meest aangenoomen gevoelen is, dat die giften in de lucht ontstaan, en zich verspreiden. Verscheide redenen hebben onzen Schryver bewogen, dit gevoelen niet te omhelzen. - De besmetting volgt niet de streek of vloed van de lucht, maar dikwyls ziet men dat ze zich langs byzondere streeken en gewesten uitbreidt; ook neemt men waar, dat de besmettelyke Ziekten op verscheide plaatzen te gelyk woeden, schoon dezelve door de tusschen leggende plaatzen, daar de besmetting geen plaats heeft, van een gescheiden zyn. - Groote veranderingen in de lucht, als Stormen, Onweer, Vorst enz. maaken veeltyds geene verandering in de besmetting. Daarentegen wanneer een groote besmetting reeds overal door de lucht verspreid, en op zyn hevigste is, houdt de besmetting somtyds eensklaps, en op 't onverwagts zonder eenige merkelyke oorzaak, op. Dit zyn de voornaamste redenen die hem bewogen hebben te stellen, dat 't smetgift niet uit de lucht ontstaat. De Schryver overweegende hoe veele vreemde lighaamen 'er in de lucht gevonden worden, die door de uitwaazeming uit de aarde ontstaan, vindt het waarschynlyk dat de besmettende giften daaraan hun oorsprong verschuldigd zyn. - De beroemde Unzer en Car. de la Font verklaaren, om gemelde redenen, de oorsprong van de Pest uit een Arsenicaal gift, uit de aarde opwaasemende. De Engelsche Geneesheer Arbuthnot houdt ook die veronderstelling niet onwaarschynlyk. Niemand heeft evenwel, volgens onzen Auteur, daaruit de traagheid in
't voortgaan van besmettelyke Ziekten, en een