Het verheerlijkt Groningen ten jaardage van zyne Doorluchtigste Hoogheid Willem den Vyfden, Prince van Oranje en Nassau enz. enz. enz. In Dichtmaat uitgesprooken, in de Academiekerk der Stede, op den 8 van Lentemaand 1777, door Chr. Fr. Kuypers, S.S.Th. Stud. Lid van het Dichtlievend Kunst-Genootschap, onder de Zinspreuk Kunstliefde spaart geen vlijt. Te Groningen by J. Bolt en P. Doekema 1777. In groot quarto 19 bladz.
BY gelegenheid der openbaare Vreugdebedryven te Groningen, op den jaardag van Z.D.H. heeft de dichtkundige Heer Kuypers, met het openlyk uitspreeken van dit Dichtstuk, den lof en 't geluk dier Stad vermeld, op eene wyze welke zynen Toehoorders niet ongevallig geweest zal zyn, schoon men den styl hier en daar te zwellende mogte oordeelen. Wy vereenigen ons met des Dichters Slotwensch, welke aldus luidt.
God bouwe gronings Heil als schutsheer baarer muuren!
Zijn Engl'enstoet zij steeds der ommelanden wacht!
Zijn Wijsheid doe den bloei der hoogeschool' verduuren,
Zoo lang de Kerkbruid in ons Nederland vernacht!
Riek 't zwaaiend wierooksvat van uwe Keurelingen!
Dit zij uw salem! Dit uw tempelberg, uw lust!
Verheerlijk, eeuwig God! Na went'lende Eeuwenkringen,
Het Volk door uwen Zoon in 't zalig Hof der Rust!
Verlaat ons delila! Treedt nader, cherubijnen!
Zwijg, wuft Sireengevlei! Klim, Hemelsch Lofgeschal!
Naak, juichende Eeuwigheid! Valt neder, Tijdgordijnen!
Vlieg heenen, blinkend Niet! Verrijk ons, eeuwig al!