| |
Historische Beschryving van den loop der Ziekte een's agtjaarigen Lyders, wiens beide Voeten door de koude volkomen verstorven waren, enz. Door Abraham Muller, Stads Med. Dr., Raad in de Vroedschap, en Lid der Zeeuwsche Maatschappye, te Vlissingen. Te Rotterdam by P. Holstein, 1776. In groot octavo 66 bladz.
DE behandeling van 't Geval in deeze Beschryving gemeld, heeft te Vlissingen, onder de Genees- en Heelkundigen, veel oneenigheid en verschil veroorzaakt. - De zeer Geleerde Heer muller heeft het noodig geöordeeld, 't voorgevallene in deeze zaak gemeen te maaken, voornaamlyk om te doen zien, ‘dat de behandeling, by deezen ongelukkigen Lyder gehouden, alleszins strookt met de regelen der konst, en met het gevoelen der beste Meesters, en dat de gelukkige uitkomst geenzins moet toegeschreven worden aan een byzonder geluk, het welk somtyds aan onkundigen te beurt valt, onder welker getal men my niet alleen, maar ook alle de geenen, die myn gevoelen, nopens de behandeling van deezen Lyder, waren toegedaan, heeft gelieven te plaatsen. Onze handelwys is ten hoogsten gelaakt; en men heeft alles aangewend om ons, by ieder een, te doen doorgaan voor lieden, die, of uit eene onvergeeflyke onkunde, of uit een geest van tegenspreken, of uit eenige andere nog verachtelyker oogmerken, de wezenlyke oorzaak waren, dat deze Lyder als een Martelaar der Natuur zoude sterven. Meer dan eens hebben wy de bitterste verwytingen daar over moeten aanhooren, die ons des te hartgrievender waren, om dat ze by onkundige Lieden gantsch niet ongegrond scheenen te zyn. Is het in de daad niet eene allerstoutste en onvergeeflyke on- | |
| |
derneeming, zich met alle kracht te verzetten tegen het gevoelen van den oudsten Stads Geneesheer, die zich op zyne 50 jaarige, en tegen den oudsten Stads Heelmeester, die zich op zyne 36 jaarige ondervinding, met recht, beroemden? ongetwyfeld! vooral by het gemeen, 't geen doorgaans gelooft, dat lang te leven, en ondervinding van zaken te hebben, het zelfde is. Hoe gering is het getal der genen, die met van effen van oordeel zyn, dat de ondervinding geen vrucht is van veele uuren levens, maar van veele uuren overdenkens. - 't Geval in verschil wordt dus door onzen Auteur
opgegeeven: - Daniel van Maldegem, ruim agt jaaren oud, door het heete Vuur aan zyne beide Voeten aangetast zynde, werd den 7 Febr. 1776, in het Gasthuis te Vlissingen toegelaaten. - Men vondt beide de Voeten, tot boven de samenvoeging der Kuit- en Scheenbeenderen volkomen verstorven, dog men ontdekte dat de Natuur aan de buitenzyde van den regter voet een scheiding bewerkte; aan den linkervoet waren geen de minste tekenen van scheiding te zien. 't Was dan niet moejelyk op te maaken, dat dit Lydertje zyne beide Voeten moest verliezen; dewyl de insnydingen in het doode tot op de Beenderen zonder eenig gevoel of ontlasting van bloed gedaan werden. Dit Lydertje was levendig van geest, had een gezonde Lighaamsgesteldheid, en genoegzaame krachten, de koorts was maatig, de ontlastingen geregeld, en de nachtrusten voordeelig. - Deeze verstervinge was door een felle koude veröorzaakt. - Men gaf versterkende middelen, die tevens de verrotting tegengingen, en liet voor het overige het geval aan de goedgunstige werking der Natuur over. De afscheiding van het gezonde aan den rechter Voet begon sterk toe te neemen, zo dat men geraaden vondt, de verstorvene Peezen tot op de Beenderen door te snyden. Die Voet dan genoegzaam los zynde, werdt den 28sten van voorzeide Maand 'er afgenoomen. - Den eersten Maart bezocht onze Auteur den Lyder in 't Gasthuis, en bevondt dat de versterving van de regter voet geen duim breed boven de geleeding van den voet was voortgegaan, maar zich bepaald had even boven de uitsteekzels der Scheen- en Kuitbeenderen; ze waren met goed vleesch omzet en gaven geen de minste tekenen van bederf, en staken geen vier linien boven 't vleesch uit. - Na verloop van eenige dagen ontdekte men, dat de uitsteekzels der Beenderen los en beweeglyk wierden, inzonderheid die van het Kuitbeen. By nader onderzoek bevondt men, dat de
| |
| |
Natuur, even in het vleezige gedeelte, eenige linien boven de Uiteinder, een rand hadde gemaakt, als 't ware, met oogmerk om zich van dit overtollige te ontdoen; 't welk ook den 28sten van die maand gelukte; zynde dat van het Scheenbeen vier weeken daar na afgevallen. - Geen de minste bederf wierd de Auteur 'er aan gewaar: het eene was zeer spongieus, gelyk in zulke Kinderen altyd waargenomen wordt; dat van het Scheenbeen was nog volkomen kraakbeenig. - Men vondt nu ook dat aan den linker voet de gezonde huid en het daar onder liggende vetvlies, meer dan anderhalf vinger breed, van het doode afgescheiden waren. Hier geschiedde geene afsnyding van Peezen of Spieren; maar men wagtte geduldig de afscheiding der doode deelen van de levendigen af. - De afscheiding van den linkervoet was in 't laatst van deeze Maand zo sterk toegenomen, dat dezelve naar de binnenzyde begon over te hellen, en hoe meerder de Peezen en 't vleesch wegrotteden, hoe grooter de helling wierd, zo dat derzelver zwaarte eene byna volkomene ontleeding veroorzaakte. Om zulks nog meer te bevorderen, deed de Heer de vey, even onder het levende, met alle voorzichtigheid eene kleine insnyding, en nam by een volgend Verband, met een Snymesje, den Voet zeer gemakkelyk af. Geen de minste bloedstorting was 'er by de afneeming. Hier werdt men ook geen uitsteeking der beenderen gewaar, gelyk men aan de stomp van den regter Voet gedaan hadt. Deeze twee stompen zyn in zeven Maanden tyds volkomen geneezen, effen en glad: de linker, waarvan de Voet ook laater afgenoomen is, is 't eerst hersteld geweest, tien weeken eerder dan de regter. - De Auteur toont vervolgens het nut van deeze gehoudene Geneeswyze: en bevestigt dit zyn gevoelen door verscheide zeer bondige redenen, waarby nog gevoegd is een Lyst van Waarneemingen, welken den goeden uitslag der natuurlyke asscheiding bevestigen. - Verders wordt 'er een verhaal gegeeven van de gehoudene raadpleegingen over dit geval, door de
Stads Genees- en Heelkundigen. De Heelmeester correvont drong sterk aan op de afzetting, onder anderen voor redenen geevende, de onmogelykheid, om deeze ledemaaten te behouden, de toevallen die door het niet doen der afzetting zouden kunnen ontstaan, te weeten het bederf der beenderen, zwelling van 't vetvlies, sterke verettering; die ten gevolge hebben verval van krachten en stuiptrekkingen enz. Dog anderen met den Autheur waren 'er voor, om 't aan de Natuur over te laaten, welk laatste ge- | |
| |
voelen men met een gelukkigen uitslag gevolgd heeft. Hierby komen de antwoorden en Brieven, van verscheidene zeer ervaarene en geleerde Heeren, die over dit geval geraadpleegd zyn: als van doeveren, veirac, bonn, van der haar, van gesscher, greeve, welke laatste ook bevat 't gevoelen van de Hoogleeraaren te Utrecht, hierover. Allen komen ze hier in overeen, om het geval aan de Natuur over te laaten, en af te wachten, wat dezelve verder ten beste van 't Lydertje uitwerken zoude. 't Gelukkig gevolg heeft volkomen de heilzaamheid van deeze raadgeevingen bevestigd, en getoond dat de geneezende Natuur zeer wel in staat was, om alle de gevaaren, welke van de tegenparty opgegeeven wierden, te boven te koomen, en uit den weg te ruimen.
De Autheur heeft ons verzocht, uit zyn naam twee groove fouten te melden, die in deeze Verhandeling ingeslopen zyn, bladz. 10, reg. 7. staat rechter, moet zyn linker, en bladz. 44, reg. 14. wordt gevonden waarin minder, lees, waarin niet minder. |
|