Brief van een Amsterdammer aan deszelfs Vriend te Rotterdam, betreffende de Keure over de Wisselprocedures, gepubliceerd te Amsterdam den 30 January 1777. Zynde hierby gevoegd Concept-Request van eenige Discontanten wegens dezelve Keure. Alom te bekomen. In groot octavo 24 bladz.
DE jongst gemaakte Keure hier ter Stede, nopens de Wisselprocedures, zo uit de Nieuwspapieren, als anderszins, overbekend, is, gelyk wel te wagten was, niet naar aller genoegen; 't welk gelegenheid gegeeven heeft, tot verschillende discoersen desaangaande. Onze Briefschryver behoort tot dezulken die de regtmaatigheid eener Keure verdeedigen, welke, zo hy wel onderrigt zy, niet gearresteerd is, ‘dan, na dat men 'er met sommige van de eerste en aanzienlykste Kooplieden, en met eenige der oudste en ervaarenste Practisyns naauwkeurig over gedelibereerd had! Hy ontvouwt de goede inzigten met welke deeze Keur gemaakt is, beweert de bevoegdheid van die van den Geregte der Stad Amsterdam, tot het maaken van dezelve, en toont dat men geen gegronde reden heeft, om voor verkeerde en nadeelige gevolgen dier Keure te vreezen: alzo dezelve, gelyk hy zig in 't slot van den Brief uitdrukt, ‘wel gemaakt is, om de Wisselhandel te favoriseeren, en de procedures in zulke gevallen te verkorten, in welken dezelven tot hier toe aan eenig longueur onderheevig waren geweest; doch dat niemand eenige de minste intentie gehad heeft, om eenige nieuwigheden in te voeren, waar door het zy aan de Discontanten, of aan Trekkers, Acceptanten, of Endossanten van Wisselbrieven in eenigerley geval eenig nadeel zoude kunnen worden toegebragt.’ - Aan deezen Brief is wyders gehegt een Concept-Request, 't welk men toeëigent aan dezulken, die zig onvergenoegd toonen over deeze Keur, maar tot nog niet bepaald hebben, aan welk Collegie zy het zullen inleveren, dat ook indiervoege wel onbepaald en oningeleverd zal blyven. Men kan uit het eindelyke verzoek van dit Request genoeg afleiden, aan welk soort van Lieden dit Request toegeeigend wordt, en in hoedanig een licht de Briefschryver die onvergenoegden beschouwt. Het luidt naamlyk aldus.
‘De Supplianten verzoeken zeer ootmoediglyk, dat, by abrogatie van de voorsz. Keure, voor een generaal regt moge worden gestatueerd, eerstlyk dat het aan alle Discontanten vry zal staan, om alle de aan hun gepraesenteerd wordende Wisselbrieven aan te neemen, zonder eenig ander onderzoek te doen, dan, ten hoogsten genoomen, of de tekening van den Acceptant daaronder staande waarlyk door hem 'er onder is gesteld; en dat het hem Discontant dus niet zal kunnen praejudiceeren, ofschoon hy den Wisselbrief in disconto moge hebben genoomen van een onbekend Vreemdeling,