Abraham, de Vader der Geloovigen, in zijn Geloove beproefd en proeve houdende, of Verhandeling van 't verhaal by Genesis XXII:1-20. Door W. v.D. Meer. Predikant in de Hervormde Gemeinte te Schoonhoven. Te Utrecht by G. v.d. Brink Jansz. 1777. Behalven het Voorwerk 248 bladz. in groot octavo.
GOds weg, met Abraham ingeslagen, ter beproevinge van deszelfs Geloof, en de geloovige gehoorzaemheid van dien Aertsvader aen Gods bevel, is zekerlyk een onderwerp, dat ene herhaelde overweging verdient, en ene reeks van nutte Lessen aen de hand geeft; die op onderscheiden wyzen leerzaem voorgedragen kunnen worden. De Eerwaerde van der Meer, dit opmerkelyk voorval beschouwende, stelt zich, gelyk hy in zyne Voorreden betuigt, wel inzonderheid voor, ‘den geenen te stichten, die in wegen van beproevingen langs Mara's wateren geleid worden:’ aen welk oogmerk zyne manier van behandeling zeer wel beantwoord. Intusschen is dezelve echter indiervoege ingericht, dat ook anderen, wien de snoeren in lieflyker plaetzen gevallen zyn, 's Mans overdenkingen, ter stichtelyke opwekkinge, kunnen gebruiken. Zyn Eerwaerde geeft, in een tiental van Verhandelingen, ene beknopte ontvouwing van deze gewigtige gebeurtenis; en draegt, by ieder afdeeling, ten ernstigste voor, het aenmoedigend gebruik, dat men van het voorgestelde behoort te maken.