Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1776
(1776)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijGeschiedkundige proeve over de uitvinding der letteren.
| |
[pagina 514]
| |
hun spreekende, 't welk van geene betekenis was, zo zy hem niet verstonden. Het zou geheel vrugtloos weezen, te onderzoeken, welk eene Taal deeze geweest hebbe. - Maar dewyl de Spraak alleen van dienst was, wanneer de Menschen zich by elkander bevonden, schynt het eigenaartig te veronderstellen, dat zy, met den tyd, opgeleid zyn tot het uitvinden van eenige characters, aan die klanken beautwoordende, om dus hunne gedagten over te brengen tot de afweezenden. Hoe vroegtydig dit gedaan zy, blykt niet. Dan uit hoofde van de waarschynlykheid en de groote nutheid voor 't Menschdom, wordt het door suidasGa naar voetnoot(*), en zommigen onder de Kerkvaderen, aan adam toegeschreeven. Josephus verhaalt eene zeer zonderlinge geschiedenis van seth, die, gelyk hy vermeldt, uit den mond van adam gehoord hebbende, dat eene tweevoudige vernieling, door Water en Vuur, de Wereld dreigde, om de gedagtenis der ontdekkingen, toen door 't Menschdom gedaan, voor ondergang te hoeden, dezelve op twee Pylaaren, een van gebakken en een van gehouwen Steen, schreef, als het beste bewaarmiddel, tegen elk deezer rampen, en dat de Steenen Pylaar nog ten zynen tyde in Syrie wasGa naar voetnoot(†). Maar het bewys hier bygebragt, om die vertelling te staaven, dient ter wederlegging: want de staat, waar in de Aardkloot gebragt was door den Zondvloed, moest dien Steen verwoest hebben, of men moest de behoudenis daar van aan een Wonderwerk toeschryven. Wy hebben, derhalven, niets meer dan eene bloote waarschynlykheid, wegens het gebruik der Letteren vóór den Zondvloed. Naa den Zondvloed hebben onderscheide Schryvers, die Uitvinding aan verschillende Volken toegekend: deezen aan de Egyptonaaren, onder welken mercurius ze zou hebben ingevoerd; geenen aan de Pheniciers, anderen aan de Assyriers of Chaldeen. 't Is noodloos de voorstanders deezer gevoelens by te brengen, en de redenen, die zy geeven, tegen elkander op te weegen: dewyl ze alle op enkele gissingen steunen. De oudste berigten, welke wy hebben van Starrekundige Waarneemingen, zyn van de Chaldeen, deeze konden niet bewaard worden zonder Letteren of zekere Characters. Simplicius zegt, in zyne Verklaaringen van aristoteles, dat | |
[pagina 515]
| |
callisthenes, op 't verzoek van aristoteles, na Griekenland de Chaldeeuwsche Waarneemingen zondt, die 1903 jaaren hooger dan den tyd van alexander liepenGa naar voetnoot(*). Dit was twee honderd jaaren vóór de geboorte van abraham. Simplicius leesde eerst in de zesde Eeuwe der Christlyke Jaartellinge; doch hy haalt porphykius aan, die in de Derde bloeide, zo dat het alleen op zyn gezag steunt. Abraham kwam uit Chalden, en zette zich in Canaan neder. Tusschen de Taal dier beide Landen schynt, ten dien tyde, eenig onderscheid geweest te zyn: want wy vinden aangetekend, dat wanneer jacob en laban eenen Steen oprigtten, ten teken van het verbond tusschen hun aangegaan, jacob, die de Canaanitische of Phenicische Taal sprak, dien eenen anderen naam gaf dan laban, in de Syrische TaaleGa naar voetnoot(†). En naa de gevangenisse door nebuchadnezzar, leezenwy, dat daniël, en eenige andere Joodsche Jongelingen, bevel kreegen om de Chaldeeuwsche Taal te leerenGa naar voetnoot(§). Dan of een dier Taalen in jacobs tyd geschreeven zy, staat nog te onderzoeken. Eenigen hebben gedagt, dat de Letters eerst gebruikt zyn by de Wetgeeving op Sinaï, wanneer god gezegd wordt, zelve de Tien Geboden op twee Steenen Tafelen geschreeven te hebbenGa naar voetnoot(**). En, as moses, ten dien tyde, gelyk de Geschiedenis meldt, de woorden des Verbonds beschreefGa naar voetnoot(††), stelt men dat hy de Letters van god geleerd hebbeGa naar voetnoot(§§). Dan moses hadt reeds te vooren bevel ontvangen, om de nederlaage van amalek, tot eene gedagtenisse, in een Boek op te schryven, toen de Israëliten te Rephidim, en nog niet by Sinaï, gekomen warenGa naar voetnoot(***). De Schryfkunst schynt, derhalven, eene Kunst geweest te zyn, waar in hy toen bedreeven was. En iemand zal zich gereedlyk verbeelden, dat de noodzaaklykheid de Menschen veel vroeger dan dien tyd moet aangezet hebben, tot het uitvinden van eenige Characters, om de geheugenis der dingen te bewaaren, en de gedagten aan asweezenden over te brengen. Job wenscht, Och of myne woorden toch opgeschreeven wierden! Och of ze in een Boek ook werden ingetekendGa naar voetnoot(†††)! Doch, dewyl de ouder- | |
[pagina 516]
| |
dom van dat Boek onzeker is, levert het geen rechtstreeks bewys op, van de oudheid der Letteren: en de Schriften van moses zyn de oudste, waar van wy met zekerheid kennis hebben. Dan de Geleerden twisten heftig, welke de gedaante was der Letteren, door moses en andere Schryvers des Ouden Verbonds gebruikt. Het heerschend denkbeeld, gelyk de onvermoeide Dr. prideaux aanmerkt, pleit voor den Samaritaanschen of ouden Phenicischen Letter; en dat, naa de Babylonische Gevangenisse, ezra het geheele Oude Verbond in Chaldeeuwsche, of Hedendaagsche Hebreeuwsche Letteren, overschreef, die, veel schoonder zynde, toen in algemeen gebruik gekomen waren; terwyl de andere alleen by de Samaritaanen overbleevenGa naar voetnoot(*). Wat hier van ezra gezegd wordt, kan waar zyn; doch dat de Samaritaanen, alleen, den ouden Letter behielden, mag wel in twyfel getrokken worden: want 'er zyn nog eenige Penningen voor handen, door de Jooden gemunt, toen zy daar toe van antiochus vryheid bekomen haddenGa naar voetnoot(†), wier opschriften, door reland uitgelegd, in Samaritaansche Letters zyn: deeze Geleerde Man vermeldt ons, dat de Chaldeeuwsche en de Syrische Taalen voornaamlyk van elkander verschilden, in de gedaante der Letteren, beiden toen zo gemeen in Judea, dat het zuiver Hebreeuwsch meest buiten gebruik geraakt wasGa naar voetnoot(§). Doch dat de Boeken des Ouden Verbonds, ten tyde van christus, niet in 't Samaritaansch geschreeven geweest zyn, schynt hy af te neemen uit het zeggen van jesus zelve, ten opzigte van de Wet, dat geen Jota of Jod daar van zou voorbygaan, tot dat het alles zal zyn geschiedGa naar voetnoot(**). Want die Letter, welke, onder de Hebreeuwsche Letteren, de kleinste is, is de grootste onder de Samaritaansche. |
|