de Regeering, en de goedkeuring van de Meesters in de Kunst, verdiend had. 't Viel ons des te gemakkelyker, haar te overreeden, van zich naar ons oogmerk te schikken, dewyl de toevallen menigvuldiger en zwaarder geworden waren. Wy lieten dan 't geneesmiddel klaar maaken, door den Heer Banafoux, Apotheeker, die, by zyne groote nauwkeurigheid, de noodige Scheikundige kennisse bezit: de Brok werdt overeenkomstig met 't Voorschrift, in de Memorie No. 4. gegeeven, klaar gemaakt. De Lyderesse werdt door de soupe en 't lavement, aldaar opgegeeven, voorbereid; den volgenden dag ten agt uuren 's Morgens, lieten wy haar geeven drie Dragmen van 't byzonder Geneesmiddel. Ten tien uuren nam ze de Brok in: wy volgden over 't geheel de voorzorgen in de Memorie aangepreezen. Wy werden geene zigtbaare uitwerking van 't Geneesmiddel gewaar, voor drie uuren des Nademiddags; twee zeer dunne Stoelgangen, vergezeld met eenige ringen van den Worm, gaven zyne werking te kennen.
Tot deezen tyd toe, had die Vrouw alleen maar gevoeld eenige losse beweegingen, zwaarte in de Ingewanden, en eene inwendige werking, waarvan zy niet duidelyk 't gevoel kon uitdrukken. Kort hier na gevoelde ze Kolykpynen, dog die niet hevig waren, en daarom kan men dezelve niet aanmerken als de oorzaak van 't toeval, 't welk hierop volgde. De Lyderesse werdt, namentlyk, door een aanval van de vallende Ziekte aangetast, waarvan ze nauwlyks herkomen was, of ze werd door een tweeden nog heeviger aanval overvallen. Ik zag deeze toevallen niet zonder eenige ontroering; en haastte my om 'er myn Amptgenoot kennisse van te geeven, onder wiens opzicht de proefneeming mede geschied was. De buik bleef geduurende deezen tyd zacht, en een maatige kalmte deedt haar merkelyk bedaaren. 's Avonds ten zes uuren zeide deeze Vrouw, geheel weder by haar zelve gekoomen, dat ze merkelyk meerder gemak in de maag gevoelde, en dat ze een vreemde aandoening in de Ingewanden had, die ze niet konde noemen: ondertusschen kreeg ze geen Stoelgang, schoon ze wel prikkeling daartoe gevoelde. Deeze traagheid in 't afgaan, en de langzaame werking van 't Geneesmiddel, deeden ons het besluit neemen van twee Dragmen Engelsch zout, in warm water ontbonden, te geeven. Wy verzuimden ook niet haar 't aangeprezen lavement in dergelyke gevallen toe te dienen. Kort daarop ging de Lyderesse dikwyls ter Stoel; wy kwamen haar tegen agt uuren 's avonds bezoeken, en vonden onder den afgang een Lintworm, van byna vyf voeten lang,