Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1776
(1776)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 445]
| |
Mengelwerk, tot fraaye letteren, konsten en weetenschappen betrekkelyk.Opheldering van Salomo's spreuk:Een trouw Gezant is den geenen, die hem zenden, als de Koude des Sneeuws, ten dage des Oogsts; want het verkwikt zyns Heeren Ziele. Spreuken XXV. 13. Door thomas hunt D.D.F.R. en A.S.S. Professor in de Hebreeuwsche en Arabische Taalen.
ONder de Schriftuurverklaarders is verscheidenheid van meening, ten opzigte van het woord חנצ, door Koude vertaald. Aben-ezra neemt het in de gebruiklykste betekenis, van een Schild, en zegt, dat de Sneeuw zo mag genaamd worden: dewyl dezelve een Bescherming, en Beschutzel is voor den Mensch, tegen 't geweld der Zomerhette. Doch een Schild van Sneeuw is een zeldzaame uitdrukking. De Grieksche Overzetting heeft Uitgaande Sneeuw, en de Syrische vallende Sneeuw: om wat rede is bezwaarlyk te gissen; of de vervaardigers deezer Overzettingen moeten meer 't oog gehad hebben op 't geen zy dagten de meening deezer plaatze te weezen, dan op de letterlyke betekenis van 't woord: of zy ontleenden hun begrip, wegens dit woord, van een oud Hebreeuwsch Wortelwoord; van de zelfde kragt als het Arabische, 't welk allengskens uitvloeien, of zagtlyk uitstorten, betekent. Doch al kon men van deeze Vertaalingen beter reden geeven, dan 'er gedaan wordt, zo zou de zin, welken zy opleveren, hier nog niet wel strooken. Want de Sneeuw valt niet dikwyls in den Zomer, of indien dezelve zomtyds, in dat Jaarsaisoen, valt, is ze zo verre van aangenaam te weezen, gelyk de Sneeuw in den Text voorkomt, dat ze veeleer als zeer onaangenaam wordt gehouden; dit blykt uit de vergelyking van het eerste vers des volgenden Hoofdstuks. Gelyk de Sneeuw in den Zomer, en gelyk de Regen in den Oogst, alzo past den zot de eere niet. De Targum, onze Engelsche [als mede de Nederduitsche], en andere Overzettingen, hebben Koude. En buiten twyfel is het die eigenschap, welke de | |
[pagina 446]
| |
Sneeuw in den Zomer aangenaam maakt. Maar ik kan niet vinden, dat het woord חבצ Koude betekent, op eenige andere plaats; en in die wy thans voor ons hebben, schynt het meer te zeggen. Om de volle meening daar van te begrypen, moeten wy ons te binnen brengen, dat de Reisbeschryvers ons veelvuldig maalen berigten, hoe de Inwoonders der heete lugtstreeken in 't Oosten, die gebruik van Sneeuw maaken, om, in den Zomer, hunne Dranken te verkoelen, Ys- of Sneeuwbuizen hebben; of Kelders onder den grondGa naar voetnoot(*), waar zy een grooten voorraad daar van opleggen, of in aarden Vaten, of in digtgewerkte Manden, om ze een Jaar over te houden, zo om te verkoopen als ten eigen gebruikeGa naar voetnoot(†). Waarom mogen wy niet denken, dat het gemelde woord hier zulk een Mande of Vat betekent? Wy hebben 't gezag der Schriftuure voor ons, om dit te stellen: schoon dit woord, doorgaans, aangezien word als behoorende onder die maar ééns in de Schriftuur voorkomen. Exodus XVI:33 wordt dit woord verdubbeld gebruikt, om de Pot of Kruike aan te duiden, waar in moses zynen Broeder aäron beveelt, een Gomer vol Manna in te doen, en ze te zetten voor 't aangezigte des Heeren, tot een bewaaring van de gedagtenis diens wonders voor de volgende Geslachten. Nu is het een bekende zaak, dat zulke verdubbelde woorden, doorgaans, de betekenis der enkele hebben. - Eene andere plaats, die ons kan helpen in het opspeuren van de betekenis deezes woords, is Deut. XXVI:2; waar de Korf, in welken de Israëliten de eerstelingen van de vrugten des lands moesten leggen om te offeren, als zy in 't Beloofde Land kwamen, met een woord genoemd wordt, welks eerste letter een wisselletter is, met | |
[pagina 447]
| |
den eersten letter in het woord hier in Salomo's SpreukGa naar voetnoot(*). Dit zelfde woord komt ons zamengevoegd met Baktrog voor, Deut. XXVIII:5. Gezegend zal zyn uw Korf en uw Baktrog. Daarenboven kunnen wy ons hier op 't Arabisch beroepen, in welke Taal, volgens golius, het woord aan dat van onzen Text beantwoordende, een gevlogten Mandje of Korf betekent, en overeenkomstig met deezen zin, door den Arabischen Overzetter gebruikt wordt, (2 Kor. XI:33.) om de Mande aan te duiden, waar in paulus, over de muur van Damascus, werd nedergelaaten. Van dezelfde kragt is een Arabisch woord, 't welk tot één letter met het woord in onzen Text overéén komt, en by haggai II:17 gebruikt wordt voor een Hoop Koorns, of een Bewaarplaats, waar de Grieksche Vertaaling Κνψελη heeft. Het bygebragte is genoegzaam om den Leezer te helpen, tot het ontdekken en eenigermaate tot het bepaalen van de meening des twyfelagtigen woords, in salomo's Spreuk: het betekent volgens het aangeweezene een Pot of Mande, of eenig dergelyk Vat, waar in de dingen bewaard en opgelegd worden, tot den tyd dat men ze noodig hebbe. Passen wy nu deeze waarneeming toe; dan zal de dierbaarheid der Verfrissinge in de Sneeuw volkomen slaan op de waarde van de Trouwe in een Gezant. Een dorstige Drinker wordt niet meer verfrist door de koelheid van de Sneeuw, dan de wagtende Meester door de nauwkeurigheid van den Gezant. En hier in schynt de slag der onderscheide leden van deeze Klemspreuk te leggen. Men zette derhalven het woord Vat of Kruik in stede van Koude, (en voor deeze betekenis is geen grond altoos in 't Hebreeuwsch) en de Spreuk van salomo zal deezen zin opleveren. Als een Kruik Sneeuws ten dage des Oogsts, zo is een getrouw Gezant den geenen die hem zenden; want hy verkwikt zyns Heeren Ziele. |
|