Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1776

De goede uitwerking van 't doorsnyden van de aponeurosis der tweehoofdige spier (biceps,) in een pynlyke gescheurde wond: door Mr. B. Wilmer, Heelmeester te Stony Stratford; in een Brief aan Dr. Hunter; gelleezen den 1 October, 1770.

(Med. Observ. and Inquiries by a Sociét. of Phys. in London, Vol. IV.)

DEwyl ik reden heb, Myn Heer! te denken dat de Persoone, die het onderwerp van 't volgende geval uitmaakt, haar leven verschuldigd is aan de leerstellingen die gy leert, met opzicht tot de oorzaak der toevallen, welke ontstaan uit gewonde Peezen, denke ik dat het U niet onaangenaam zyn zal, wanneer ik u dit geval mededeele. Zo gy het gewichtig genoeg oordeelt, zal 't my niet onaangenaam zyn, 't zelve aan 't geneeskundig Genootschap mede te deelen.

Ik blyve enz. b. wilmer.

Een bloedryke jonge Dogter, Meid van een Heer niet verre van deeze Plaats, viel den elfden Juny laatstleeden van een Kar, en werd in haar val door een Keysteen, in de bocht van den arm, gewond. Ik zach haar schielyk naa het toeval; ze had toen zwaare pynen. Een aanmerkelyke bloeding had 'er plaats gehad, en de arm was zeer gezwollen. - De wond was overdwars, ten naasten by een duim in lengte; deszelfs laagste gedeelte eindigde op een kleinen afstand van de binnenste Condylus van de Schouder. De Band van de tweehoofdige Spier was gescheurd, en de stukken 'er van waren zichtbaar in de opening van de Wond. - Men plaatste een verzachtende pap op den arm, en deedt haar 16 oncen bloed afneemen; men plaatste den voorarm in een geboogene ligging, om de tweehoofdige Spier slapper te doen worden, waarop ze naar bedde werd gebragt; men gaf haar een ontbindend Geneesmiddel. - Ze had een slechten nacht; en haer arm was zeer pynlyk, ook was ze zeer koortsig. Ze kon haar arm zelf niet beweegen, en kon niet verdraagen dat hy door een ander in beweeging gebragt werdt. Om

[p. 366]

kort te zyn, zal ik alleen maar aanmerken dat 'er veertien dagen verliepen, geduurende welke de kwaade toevallen, te vooren gemeld, aanhielden, niet tegenstaande men in de Geneeswyze de ontsteeking op 't sterkst tegengegaan hadt. De pyn was zo heftig, dat ze, zelfs door het gebruik van slaapmiddelen, niet kon tot slaapen komen: de geduurige aandoening van pyn verwekte een aanhoudende Koorts, die beurtelings met grillingen en een verzwakkend zweet vergezeld was. De Wond ontlastte een dun vocht, van een groene kleur; de deelen in den omtrek waren zeer verhard; ze had een gevoel in haar arm, zo als ze het uitdrukte, even of dezelve door een band nauw gebonden was. In deeze drukkende omstandigheden, wanneer haer leeven oogenschynlyk in groot gevaar was, besloot ik de Spierband (fascia) door te snyden; oordeelende dat, door 't wegneemen van de drukking, eene verandering ten onzen voordeele ontstaan zoude. Den 25sten Juny, deed ik een insnyding, die twee duimen lang was, in de bekleedzels en vliezen (aponeurosis) van de Spieren. Zo dra dit geschied was, verspreidden zich de doorgesneeden deelen van den Spierband (fascia) van één; 't gevolg 'er van beantwoordde aan onze verwachting. - Ze gevoelde onmiddelyk verlichting; de pyn, zwelling, ontsteeking en Koorts, hielden op, en verlieten haat: de eerste keer dat het verband veranderd werdt, na de bewerking, was 'er een goede etter in plaats van 't dunne scherpe vocht, 't geen te vooren by aanhoudenheid ontlast was. De Wond werd opgevuld en genas zo schielyk en met zo weinig moeite, als of het in eenig ander deel van 't lighaam geweest was. Daar bleef alleen eenige zwakte over, waar van ik hoope dat ze ook binnen kort zal afraaken. 't Is niet ondienstig aan te merken, dat 'er geen etter onder de Spierband gevonden werdt; ook was de doorsnyding niet met veel pyn vergezeld. - Ieder die de groote gevoeligheid der deelen in eene ontsteeking gaade slaat, en hoe zeer de pyn, door de vermeerdering der spanning, toeneemt, zal ligt reden kunnen geeven van de schielyke hulp welk deeze Persoone had op de doorsnyding van den Spierband, wiens onveerkragt belette te wyken voor de zwelling van de onderleggende deelen: dit geval maakt het zeer waarschynlyk, dat de kwaade toevallen, volgende op de Wonden der peezen en vliezen, eer ontstaan van een werktuiglyke drukking, dan van eenige zonderlingheid in 't samenstel der deelen, welke men, nog niet lang geleeden, meende dat zo sterk gevoelig en aandoenlyk waren.