worm, waar van de Cawoerdenzaad-gelykende Wormen worden afgescheiden; en tot meerder verzekering voor my-zelven, heeft my de zeer kundige Natuurkenner, de Heer m. houttuyn M.D., zulks bevestigd; zynde in zyn Ed. Natuurlyke Historie, over de Dieren, volgens 't Zamenstel van den Heer linnaeus, deeze de Lindworm, met enkelde mondjes op zyde: Zie I Deel, 18 Stuk, LXXXII Hoofdst.; egter zyn deeze Wormen in alle hunne deelen, aan de afbeeldinge aldaar geplaatst, (Zie Pl. CXLII Fig. I.) niet volkomen gelyk; ten blyke van de verscheidenheid der Lindwormen. Ik heb dit des te naauwkeuriger willen onderzoeken, om dat deeze Lyderesse ook van een andere zoorte eens Lindworms gekweld geweest is, en die, in voorn. Natuurlyke Historie der Dieren, de Lindworm met enkelde mondjes op zyn plat genoemd word; dit had ik opgemaakt uit stukken en brokken, door haar van tyd tot tyd verzameld. Ik zoude dus byna durven onderstellen, dat zy drie Wormen moet gehad hebben, en deeze laatstgenoemde, by de eerste Proesneemingen, is kwyt geraakt.
Na de natte Varenwortel op deeze Lyderesse met zo veel geluk beproefd te hebben, onderzogt ik door distelatie, hoe veel en welk vogt ik uit de natte Wortelen zoude kunnen bekoomen, op dat ik hier door zou mogen bepaalen, welke hoedanigheden de Wortelen, onder 't uitdroogen, om die tot poeder te bereiden, verlooren. 26 Dragma natte, fyn gesneeden Wortelen, in een glazen kolfje gedaan, een ontfanger daaraan gelegt, en de voegen wel geslooten zynde, heb ik de afdruiping met een vereischt zagt vuur begonnen en geëindigd, tot dat de Wortel vry hard was uitgedroogd; en daar uit ontfangen 18 Dragmen Spiritus rector, of zuuragtig vogt van een onaangenaamen smaak en viezen reuk. De overgebleevene Massa, weegende byna een once, heb ik na de Tacheniaansche wyze gebrand, en daar uit bekoomen 23 grein zuiver alkalisch zout, dat, wegens zyn aangehegt phlogiston, geelagtig van couleur was.
Eindelyk hebbe ik nog te melden, dat ik het Poeder des Varenwortels nog eens in 't werk gesteld heb aan een Dienstmaagd; zonder uitwerking. Dog naderhand heb ik uit haar zelve vernoomen, dat zy in den voorigen Zomer den Varenwortel reeds gebruikt en veel van een Lindworm ontlast heeft; zy was omtrent de hoeveelheid, zo 't my toescheen, niet oplettend genoeg geweest; misschien is zy den geheelen Lindworm kwyt geraakt: want, behalven het myne, had zy intusschen nog drie maal het middel, door een kundige Hand bereid en ingegeeven, zonder uitwerking, ingenomen.
Amst. 7 Juny 1776.