| |
| |
| |
Aanmerkingen over de deelen, waar uit de wyn bestaat, als mede over den brandewyn, wynsteen, en den azyn.
Door den Heer Edward Barry, Bart. F.R.S.
De Wyn bestaat uit Water, fyne Aard-, Zout-en Olie deelen, en den brandenden Geest. Verschillende soorten van Wynen hebben deeze beginzels in eene ongelyke maate in zich. Zo lang zy nauw veréénigd blyven, is de Wyn klaar; doch wanneer ze van elkander scheiden, vervliegen de Wateren Geestige deelen; terwyl de Zout-Olie en Aardagtige deelen bezinken.
Ik weet dat zommigen de Lugt aanmerken, als een afzonderlyk beginzel in alle lichaamen. Vuur dringt door alle lichaamen heen; en Lugt, met water, zal in de diepste deelen doorgaan, en die veréénigen. Dan Vuur nog Lugt zullen met elkander veréénigd worden, en een gelykslachtige mengelklomp met elkander uitmaaken. Zy doen byzonderen dienst wanneer ze bepaald zyn, in de verborgenste deelen: doch, wanneer de zamenstellende deelen dier Lichaamen ontbonden zyn, zal de Lugt, die daar in beslooten geweest is, doch 'er geen byzonder deel van uitmaakte, onveranderd blyven, en welhaast haate weezenlyke eigenschappen aanneemen.
Gemeene Wyngeest, Brandewyn geheeten, is een zamengesteld vogt; en door overhaaling gezuiverd, laat dezelve in de Disteleerketel nog eene groote menigte Waters over, en eenige olieagtige deelen, niet geheel zuiver. Deeze wordt, door herhaalde distillatien, zuiverder gemaakt; doch het valt zeer bezwaarlyk, die te eenemaal van waterdeelen te ontdoen. Wynsteenzout is allergeschiktst tot dit einde, als welke zodaniger wyze het water inslorpt, dat dezelve vogtig wordt, wanneer men dien bloot stelt aan de lugt, schoon door de hitte der Zonne verwarmd; indien, derhalven, dezelve gemengd wordt met Brandewyn, zullen alle de overgebleevene wateragtige deelen geheel verzwolgen worden: en, dewyl de Wynsteen zich met zuiveren Geest volstrekt niet vermengt, daar droog in blyven, als dezelve geheel gezuiverd is.
De eigenschappen van deezen zeer gezuiverden Geest, by de Scheidkundigen onder den naam van Alcohol bekend, zyn zeer zonderling en verbaazend. Naast de Lugt is deeze de ligtste en doorschynendste vloeistoffe, geheel ontvlambaar en wegvliegende, zonder eenig dik agter te laaten, aangenaam
| |
| |
voor de Reuk en Smaak, het doet de Wei en het Bloed, daar mede vermengd zynde, schielyk stremmen, maakt de harde deelen des lichaams vast, en wederstaat de verrotting. Inwendig gebruikt, brengt het dezelfde uitwerkzels als de Wyn voort; doch op een spoediger en geweldiger wyze. Deeze Alcobol, die dus gezuiverd, een enkelvoudige Vloeistoffe schynt, heeft men onlangs, in eenige zeer keurige Proefneemingen, ontbonden, en wordt, door 'er nog eenige verborgene wateragtige deelen uit te haalen, 't geen men thans AEther noemt.
Wynsteen is het weezenlyk Zout des Wyns, 't welk in alle nieuwe Wynen gevonden wordt; doch in eene zeer verschillende evenredigheid tot de andere deelen, die den Wyn uitmaaken: in deeze blyft dezelve lang verborgen, tot de Wynen meer verdund en ontbonden zyn, wanneer de Wynsteen allengskens, uit het middelpunt des Wyns afgescheiden, zich evenwydig verspreidt na den omtrek van het vat, waar in de Wyn bewaard wordt. Dit is eene weezenlyke crystallisatie der natuurlyke Wynzouten, en heeft, gelyk andere werkingen van den zelfden aart, geene plaats, dan wanneer het vogt in rust is. - Eene veel grooter hoeveelheid Wynsteens wordt 'er afgescheiden van sterk zuure en wrange Wynen, dan van malsche ryke Wynen, waar in de Olie en geesagtige deelen de overhand hebben van de Zoutdeelen. Te deezer oorzaake hebben de eerstgemelde, terwyl ze nieuw zyn, een onaangenaamen en wrangen smaak. tot dat de overtollige zoutdeelen afgescheiden, en de overgebleevene zagter geworden zyn. De ryke Wynen zullen desgelyks onaangenaam, onsmaaklyk en zwaar weezen, tot dat de Olie en Geestagtige deelen fyner en zuiverder geworden zyn: die deelen van welke de byzondere kleur en geurigheid afhangt. Om die rede verkrygen de Wynen van deeze soort, die een grooter maate van dit fyne Zout bevatten, dan andere, die aangenaame prikkeling, welke ze zo voordeelig van de andere onderscheidt, en daarom, door de Italiaanen, met den naam van Piccanti benoemd worden.
Verscheide Kwaalen, en byzonder de aangroeijingen in de Gewrichten, en de deelen die het water afleiden, worden, door eenige beroemde Schryvers, ten onregte, aan deezen Wynsteen toegeschreeven: dan de scheiding daar van gaat zeer langzaam en traaglyk toe, en kan nimmer iets betekenen dan wanneer de Wyn in rust is, en dus met geene mogelykheid, terwyl de Wyn, in hevige beweeging, in 't lichaam rondloopt, of door eene der uitwerpende kanaalen heen gaat.
| |
| |
Ook zyn deeze steenagtige aangroeijingen in de Gewrichten en de Waterdeelen, niet van dezelfde natuur als dit Wynzout; doch van eenen geheel verschillenden en tegenovergestelden aart, gelyk de onloochenbaarste Proeven ultwyzen, dat die steenagtige aangroeijingen van een Alkalische natuur, en de Wynsteen van een doordringend zuur soort is. De Wynsteen, daar uit voortkomende, wordt niet alleen onschadelyk bevonden, maar een nuttig openend en verdunnend middel; in veele gevallen eer geschikt om zulke aangroeijingen, in den beginne, te ontbinden, dan te veroorzaaken.
De rypheid tot welke onderscheide Wynen kunnen komen, en in eenen goeden staat blyven, is alleen door de ondervinding te bepaalen; doch, in 't algemeen, zullen sterke Wynen langzaamer tot rypheid geraaken, en duurzaamer weezen, dan de zwakkere Wynen, die veel spoediger ryp worden en ook rasser verliezen. De Wynen hebben, gelyk alle dierlyke en groeiende lichaamen, hun onderscheide staaten van jeugd, rypheid en ouderdom.
Alle Wynen, en inzonderheid zwakke, zullen of uit eigen aart, of door herhaalde gistingen, veranderen in eene soort van Asyn. Deeze Waarneeming heeft, naar allen schyn, gelegenheid gegeeven, tot de kunstige bereiding van een bestendiger en prikkelender Asyn, in natuur zeer van de eerstgemelde verschillende. Deezen kan men alleen krygen, door eene geregelde behandeling van zulke vogten, als eene voorgaande gisting ondergaan hebben: en, aangezien de Asyn een byzonder opmerkenswaardig tweede voorbrengzel van den Wyn is, zeer zonderlinge en nutte hoedanigheden bezittende, zal ik eenige weinige aanmerkingen voordraagen over de veranderingen, welke dezelve ondergaat, eer ze in dien staat komt.
De bewerking, om Asyn te maaken, is van overlang bekend geweest, en door Dr. boerhaave, met eene groote nauwkeurigheid, beschreeven. Ik zal enkel zodanige omstandigheden daar van vermelden, als bepaald tot myn oogmerk dienen. Men neemt twee vaten, boven open, en doorgaans van Eikenhout vervaardigd: omtrent één voet van den bodem deezer vaten wordt een dwars rafterwerk gelegd, waar op men eene genoegzaame hoeveelheid gisting verwekkende stoffe plaatst, zo dat het 'er mede bedekt is; bestaande doorgaans uit steelen, dunne wyngaard takjes en onrype Druivenbosschen. In een deezer vaten giet men Wyn, tot dat het geheel gevuld is, het ander wordt half vol gedaan. Binnen twee of drie dagen begint de Wyn, in het halfvolle vat, op nieuw te gisten; en alle etmaalen wordt de Wyn uit het volle in het halfgevulde vat gedaan,
| |
| |
tot dat het geheel vol is. Dit gedeelte der bewerking herhaalt men beurtlings alle dagen: geduurende deezen tyd, wordt het volle vat boven open gehouden, op dat de lugt 'er vry in speele; doch het halfvolle laat men geheel bedekt, en heeft alleen eene kleine opening in 't bovenste gedeelte, die naar eisch, door een houten stop geopend of geslooten wordt. Staande deeze bewerking, neemt de gisting in het halfvolle vat allengskens toe, en verkrygt eene maate van hette, die in 't volle en open vat bykans geheel vernietigd is. Deeze beurtlingsche gisting zet men voort, tot dat ze in beide vaten ophoudt. Een gepaste maate van hette is noodig, tot deeze bewerking: waarom de Franschen dit altoos in den Zomer doen, en in omtrent vyftien dagen volbrengen.
Wanneer de Asyn dus gemaakt is, verkrygt dezelve, door op de moer en de gistende stoffe te leggen, by trappen, grooter sterkte en rypheid, en laat een groote menigte van slymerige, olie-, en zeepagtige stoffe zinken, die, aan de zyden der vaten hangen blyvende, als mede aan de wyngaard ranken en takken, gezuiverd en verfrist moet worden, tot dat de Asyn een' zuiveren en aangenaam prikkelenden smaak krygt, anderzins zal dezelve bedorven en troebel worden. Het vat, de wyngaard ranken, en takken, welke door deeze bewerking zeer sterk met Asyn vervuld zyn, worden kragtiger tot het voortzetten der gisting dan nog nieuw zynde: waarom men ze ook doorgaans bezigt.
'Er is eene opmerkenswaardige overeenkomst, tusschen het maaken van Wyn en Asyn. De eerste wordt gemaakt door de gisting der zappen uit druiven geperst, steeds voortgezet, en geschikt naar derzelver sterkte en aart. De laatste ontstaat uit een herhaalde en gestuitte gisting des wynagtigen vogts, dat eene voorgaande gisting ondergaan heeft. De sterkte des Wyns zal grooter weezen, naar gelange van de volheid en rykheid der druiven, en de maat van gisting. De sterkte van den Asyn hangt desgelyks af van de sterkte des Wyns, en de herhaalde en gestuitte gisting van den zelven: en elk deezer Vogten verkrygt een aangenaamer geur en kragt, door een' behoorlyken tyd op de moer te blyven liggen. Nogthans verliest de Asyn, door deeze bewerking, te eenemaal de voorgaande hoedanigheden, en neemt andere zeer verschillende aan: ja eenige rechtdraads overgesteld, tegen die zy hadt in den staat van Wyn.
Als men Wyn distilleert, klimmen de geestige deelen eerst opwaards, en vatten, op het byhouden van een brandenden Kaars, terstond vlam. By het distilleeren van Asyn, ryst het
| |
| |
ligte wateragtige gedeelte eerst op, en vervolgens de zwaarder zuure deelen, en beide blusschen zy een kaars terstond uit. Wyn vermeerdert grootlyks de beweeging, en hitte van het bloed, en maakt dronken; Asyn bekoelt het zelve, en ontnugtert in stede van dronken te maaken. In de neus gewreeven of gedronken, wekt zy de zodanigen op, en doet hen bekomen die in zwym leggen door het gebruik van geestryke vogten. Geest van Wyn, gemengd met de Wei van het bloed, doet het terstond stremmen; en Geest van Asyn is een kragtiger ontbind-middel, daar van, dan eenig ander.
Ik zou buiten myn bestek treeden, indien ik hier uitweidde over de verscheide nutte hoedanigheden deezes voortbrengzels van den Wyn, in 't voorkomen en geneezen van veele kwaalen, inzonderheid van eenen ontsteekenden aart, of over de verroting tegengaande kragt, en het herstellen van dat bederf, vaar toe alle dierlyke vogten, en in 't byzonder de gal, zo igt overslaan, in besmettende Rotkoortzen, en in dat slag van Zeescheurbuik, welke ontstaat uit eene traagen omloop, en rottenden staat, der dierlyke vogten.
De Onden hadden niet alleen kennisse van de geneeskragten des Asyns in veele ongemakken; maar ook van deszelfs vermogen, in 't voorkomen van Ziekten. Dezelve was de gewoone drank der Romeinsche Soldaaten, en elk hunner moest 'er een vles van by zich draagen; deeze werd met water aangelangd, en komt, by celsus, onder den naam van Posca, voor. Deeze was aangenaam van smaak, en zeer dorstlesschende.
Onder de verscheide soorten van Asyn, by de Ouden vermeld, werd de gemeenste gemaakt van de zuure vogten der onrype vrugten of bedorven Wynen. Een andere, doorgaans gebruikt, werd met meer toebereiding van een beter soort van Wyn getrokken. Doch wy vinden dat zy desgelyks, door eene geregelde bewerking, een uitmuntender soort van Asyn vervaardigden, van hunne beste en sterkste Wynen, welke dierbaarder geagt, en tot hooger prys gekogt werd, dan de Wyn zelfs, gelyk martialis dit duidelyk te kennen geeft. Deeze was by hun in groote waarde, van wegen den aangenaam prikkelenden smaak, welken dezelve aan hunne geliefde saussen byzette. De Grieken gaven 'er verscheide naamen aan, strekkende om de nutte en smaaklyke hoedanigheden uit te drukken.
De Egyptische Asyn, boven al die te Pharos gemaakt werd, hadt den voorrang boven allen anderen Asyn: in deezen was het waarschynlyk, dat cleopatra de kostlyke paarl ont- | |
| |
bondt, in dien beker, welken zy voor antonius bereidde; en waar in clodius, de kwistige Zoon van esopus den Tooneelspeelder, de paarl ontbondt, die hy van metalla's oor nam. Want gemeene Asyn heeft geen genoegzaame kragt, om zulke lichaamen tot drinkbaarheid toe te ontbinden. |
|