Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1776
(1776)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijUitgezogte leevensregels voor de jeugdGa naar voetnoot(*).(Uit het Engelsch.)
‘VAn de volgende Verzameling der uitgezogte Leevensregels, is de Menschlyke Natuur het onderwerp. In dit onderwerp zyn, met de daad, verscheide afgetrokken byzonderheden, die het rypste verstand en 't bondigst oordeel eischen; doch, aangezien deeze Regels voornaamlyk | |
[pagina 200]
| |
tot onderwys der Jeugd geschikt zyn, heeft men zorge gedraagen, om geen Grondregel of Waarneeming plaats te geeven, dan die eenvoudig en ligt bevatbaar is. Klemspreuken, die op eene loutere woordspeeling uitloopen, en meest alle Verzamelingen van deezen aart, zo oude als hedendaagsche, tot eene ongemeene dikte, doen zwellen, zyn hier uitgemonsterd. Geestigheden en Slagen mogen tot vermaak en uitspanning dienen; doch voegen niet, waar Onderwys het hoofddoelwit is’. | |
Geweeten.Een braaf Man zal noit het oor leenen aan eene drangreden, met zyn Geweeten strydig. Men draage zorg om een goeden Naam te verkrygen: dan nog meer voor zyn Geweeten. 't Is een niets beduidend vermaak, beter te schynen dan gy zyt; doch een groote zegen, te weezen wat men moet zyn. De Menschen laaten zich meer door Roem, dan door Geweeten, bestuuren: en nogthans is het de kortste weg tot Roem het spoor te volgen, 't welk ons het Geweeten aanwyst. Gaat met uw eigen Hart te raade: want gy hebt geen getrouwer Raadgeever. | |
Zelfbestuur.Geluk is een onasscheidelyke metgezel van Zelf bestuur. Niemand kan zouder ongerustheid bezitten, 't geen hy niet zonder smerte kan verliezen. Het oude Lacedemonie geeft ons eene heerlyke Les, tot het bestuuren der Hartstogten. Vaste bezigheden waren bestemd voor Lieden van beiderlei Sexen, op alle uuren van den dag, geschikt naar elks leevensstaat. In een altoos bezig leeven, hebben de driften geene gelegenheid om te bedriegen, te verleiden of te bederven. Naarstigheid is een Bescherm-engel der Onschuld. Laat uw bedryf altoos het gewrogt van Overleg, noit van Ongeduld, weezen. Draagt boven al zorg in alle uwe daaden te laaten blyken, dat ze uit wys beraad en niet uit drift voortkomen. Chrysippus beloont in verrukking van Vreugde, en straft in vervoering van Grimmigheid; hy doet alles in Drift. Niemand heeft eerbied voor of dankbaarheid aan hem. Waarom? Om dat het chrysippus niet is die het doet; maar zyne Drift. Wy schuwen hem in zynen toorn, even als wy een wild Dier vlieden; en dit is al het gezag, 't welk hy over ons heeft. | |
[pagina 201]
| |
'Er is geen Leevensstaat, of dezelve voegt een verstandig Man. Ik zal het noit eenen Wysgeer kwaalyk afneemen, of hem hekelen, om dat hy in een Paleis leeft; doch het hem niet kunnen vergeeven, indien hy zich met een hut niet kan vergenoegen. Het zal my niet ergeren, hem in Vorstlyken toestel te beschouwen; mits hy de eer en heerschzugt der Koningen niet hebbe. Laat aristippus vry de schatten van cresus bezitten, het is onverschillig; hy zal ze wegwerpen, zo ras ze hem ten last zyn. Laat plato aan de tafel van dionysius den Tyran zitten, hy zal zich zomwylen met Olyven vergenoegen. Overweegt met rypen raade, of het tot vermeerdering van uw Geluk zal strekken; eer gy uw hart op eenig ding stelt. Viert geen Drift bot, ten koste van de minste Deugd; overschreedt gy een haarer perken, gy loopt gevaar om geheel op verboden grond om te zwerven, en eindelyk in 't verders neder te storten. Onderzoekt den Raad wel, die met uwe driften strookt. Voldoening van Lust is zomwylen het ergste, dat ons kan overkomen. De veiligste weg tot Geluk is, onze Begeerten naar onzen staat te bepaalen; in stede van poogingen aan te wenden, om onzen staat naar onze Begeerten uit te breiden. Met weinig te vrede te zyn, neemt meer van onze smerte weg, dan van ons vermaak. Groote Behoeften spruiten uit groote Overdaad; doch het zyn snoode kinders, want zy doen Overvloed in Gebrek verkeeren. Overlegt eer gy belooft: want eene ras gedaane Belofte verwekt stryd tusschen Genegenheid en Regt. Zoekt, eer gy toornig wordt, eene rede uit te vinden, om niet toornig te worden. Toornig te zyn is my zelven straffen, over 't misdryf van eenen anderen. Een woord, by toeval uw Vriend ontvallen, zal uwe kiesheid stooten. Wagt u voor een haastig weder-antwoord; en draagt zorge, om uw misnoegen, aan den eersten die u voorkomt, niet te ontdekken. Wanneer gy bedaard zyt, zal de stoornis geheel verdwynen, en geen indruk agterlaaten. Wraak ontsteekt wraak. Stelt u dan ten onverwrikbaaren zetregel, noit een woord te uiten; terwyl gy toornig zyt. In wraak te straffen, heeft doorgaans bitter naberouw ten gevolge. | |
[pagina 202]
| |
Volgt noit de aanprikkelingen tot wraak op, te uwer eigene beschadiging. De gevoeligste wraakneeming is, het aangedaane ongelyk over 't hoofd te zien. Het bedoelde ongelyk mist zyn kragt, en plaagt onzen Vyand met den angel der te leurstelling. Het geeft eenen vyandigen Mensch nieuwen moed, als hy bemerkt dat hy u moeilyk kan maaken. Het toont hem waar gy zwakst zyn, en te welker plaatze hy u een tweeden slag, op 't gevoeligst, zal toebrengen. De voordeeligste, de redelykste en genoeglykste Wraakneeming bestaat hier in, dat gy het uws Beledigers belang doet worden, u niet ter tweede maale te beledigen. | |
Maatigheid.Socrates was gewoon te zeggen: ‘Wy behooren te eeten en te drinken om te leeven, en niet, gelyk veelen doen, te leeven om te eeten en te drinken’. Dierlyke genietingen, wanneer ze ons hebbelyk eigen worden, verliezen allen vermaak en worden een last. Weelde en Overdaad mogen den Armen brood verschaffen; doch, indien 'er geen Weelde en Overdaad plaats hadt, 'er zouden geen Armen weezen. Weest gemaatigd in 't neemen uwer Vermaaken; ten einde de Smaak in dezelve u byblyve. | |
Geduld.Tyd is een noodwendig vereischte, om groote Ontwerpen tot rypheid te brengen. Verhaasting keert het best gemaakte Plan het onderst boven, Geduld voltooit het moeilykste. Het is geen geringe stap tot de Gerustheid gevorderd; wanneer wy de ongelukken, die ons overkomen, zo goed draagen als wy kunnen, in stede van bot te vieren aan de ongemaklykheid, daar door veroorzaakt. Nauwlyks is 'er eenig voorval zo slegt, of 'er kan iets goeds uit getrokken worden. Moeilyk te weezen over ongelukken, is derzelver last verzwaaren. Men bevindt zich best by, 'er zich niet tegen te verharden, en 'er niet onder te bezwyken. Slaat een opmerkend oog op 't algemeene lot des Menschdoms, en op de ongelukken, die anderen treffen, en gy zult bevinden, dat de uwe niet van de zwaarste zyn. Als wy de elenden deezes leevens by elkander rekenen, zal het hartzeer over beuzelingen een groot deel van de som der elenden uitmaaken; beuzelingen, die over 't hoofd gezien, | |
[pagina 203]
| |
weinig te beduiden hebben. Hoe schaamtverwekkend is zulk eene zwakheid! Altoos te klaagen is het rechte middel, om noit beklaagd te worden. Die standvastigheid van geest, en evenmaatigheid van gemoed, zo lofwaardig, in allen, die hunne rampen geduldig draagen, keuren wy goed, en wordt van ons bewonderd; en nogthans zyn wy zelfminnend genoeg, om ons zelven bevoorregt te agten, om, by alle gelegenheden, onze Vrienden met onze onheilen lastig te vallen. De bedenking dat gods Goedheid gelyk is aan zyne Magt, zy ons altoos leevendig voor 't Verstand, om ons op te beuren, onder den zwaardrukkendsten last der treffendste onheilen. | |
Voorzigtigheid.De Raadpensionaris de wit gevraagd. ‘Hoe hy zo veelerlei dingen zonder verwarring kon afdoen? antwoordde; Ik doe maar één ding gelyk’! Het geen iemand bouwt, begint, zo ras hy gebouwd heeft, te vervallen! Wat iemand plant neemt steeds toe! Zaaken van groot en van klein gewigt behooren, zonder uitstel, afgedaan te worden. Betrouwt de dingen, die gy zelve kunt doen, aan geen andeien. Een Man is altoos oplettendst op zyne eigen zaaken. Leent niet aan iemand, die u in vermogen overtreft: of rekent het half verlooren, indien gy het doet? Eenen anderen onze heerschende neigingen te ontdekken, is hem Wapens verschaffen, om ons te onder te brengen. Eene zekere maate van Hoogmoed is een uitsteekende hoedanigheid, mits men die voor anderen verberge. Vervolgt een' Bloodaart niet te verre, op dat hy zich niet om en tegen u wende. Een voorzigtig Man zal meer op eens anders raad, dan op zich zelven, vertrouwen. En op zyne hoede weezen, tegen een raad door Eigenbaat gegeeven. Wie blindlings allen raad hem voorgesteld opvolgt, zal altoos belachlyk handelen. Wie maar ééns kan kiezen, zal zyne keuze lang overleggen. François de I, met zyne Veldheeren raadpleegende, hoe hy zyn Leger over de Alpen in Italie zou brengen, sprong amarel, zyn hofnar, uit een' hoek te voorschyn, en vermaande hem liever te overleggen, hoe hy den hertocht zou beleggen. Eene heftige verdeediging, tegen een onregtmaatig verwyt, | |
[pagina 204]
| |
strekt om het zelve te verspreiden: dewyl hy, die ongelyk heeft, ligtst toornig wordt. Bedaardheid is een vry zeker merkteken van onschuld. Loopende gerugten, indien ze eer belachlyk dan gevaarlyk zyn, worden best wedersprooken door dezelve te versmaaden. Ernstig de tegenspraak te onderneemen geeft vermoeden, dat 'er iets weezenlyks schuile. De Faam heeft veel van 't gemor, en wordt best tot zwygen gebragt, indien gy zelf zwygt. Zy zal ras ten einde adem weezen, als zy steeds haar eige trompet blaast. Versmaading is het beste middel, om steekende boertery af te weeren. De meesten, die tot grootheid opklimmen, neemen nieuwe Tytels aan, om een nieuw vermogen gezag by te zetten. De grootste kunst bestaat hier in, dat men nieuwe magt verkrygt, en die onder gebruiklyke naamen verbergt. Sluit uwe ooren even zeer voor den Man, die u vleit, als voor dien, die anderen, zonder reden, veroordeelt. Verheft de gunsten niet welke gy bewyst. De erkentenis des beweldaadigden is de beste getuige, zo wel van uwe edelmoedigheid als van zyne dank-erkentenisse. Spreekt geen kwaad van uwen Vyand, het zal aan vooroordeel toegeschreeven, en niet voor waarheid aangenomen worden. Wanneer iemand, uit den aart braaf, verlokt geweest is, om een verkeerd stuk te pleegen, is het bedekken zyns misslags het kragtigst middel te zyner hervorminge. Onthoudt u van anderen te beledigen, indien gy gerust uwe dagen wenscht te slyten. Behoedt u voor terging: want de sterken zyn niet altoos veilig tegen de zwakken. 't Is ruim zo groot eene wreedheid alle misdaaden te vergeeven, als 'er geen kwyt te schelden. Verlaat het zekere niet, op onzekere hoope. Als gy verdiensten wilt eeren; moet gy niet naar uiterlyken schyn oordeelen. | |
Opregtheid.De beste regel in de werkdaadige Zedekunde is, noit iets te doen, dan 't geen gy wilt dat al de wereld weet. Wy vergenoegen dikwyls onszelven met te schynen wat wy niet zyn; in stede dat wy onze poogingen aanwenden om te zyn wat wy schynen. Iemand moet kundig weezen van zyne misslagen, eer hy kan denken om ze te verbeteren; die voor anderen te bedekken, | |
[pagina 205]
| |
is een stap gevorderd om ze voor ons zelven te vermommen. Eene hebbelyke opregtheid, om onze misslagen te belyden, is een behoedzel tegen het andermaal pleegen. Bezorgdheid, om gebreken te bedekken, doet ze grooter schynen. 't Is een veel veiliger en gemaklyker weg, die openhartig te bekennen. Een Man, die 'er voor uit komt, dat hy onkundig is; wy verwonderen ons over zyne zedigheid. Verklaart hy dat hy oud is; wy gelooven het bezwaarlyk. Zegt hy dat hy arm is; wy hebben werk om het aan te neemen. De eerste stap tot ondeugd is een geheim te maaken van onschuldige daaden: wie 'er op gesteld is om zich te vermommen, zal zich welhaast in de noodzaaklykheid gebragt zien, om het te doen. |