voor pyn waren, en een regt hadden, niet minder dan wy zelfs, om te leeven in vryheid en geneugte; de tekenen van doodsbenauwdheid, welke zy, terwyl hy ze pynigde, door de leevendige en verscheide draijingen van hun Lichaampjes uitdrukten, verstond hy niet, noch wilde 'er agt op geeven.
Alexis hadt een Microscoop, hy verzogt charles, om, op zekeren dag, een zeer schoon en verwonderlyk Diertje te beschouwen: ‘Merk, zeide hy, hoe het met kostbaare steentjes bezet, van het hoofd tot den staart met zwart en zilver, en het geheele Lichaam overal omringd is met de keurlykste hairtjes; het hoofd bevat een paar leevendige oogjes, omzet met een kring van zilveren hairtjes: en de Snuit bestaat uit twee deelen, die over elkander schuiven; het geheele Lichaam is vercierd met pluimpjes en optoijzels, te boven gaande alle de overdaad van klederen, in de Hoven der grootste Vorsten’. Charles was vermaakt, en verbaasd door het geen hy zag, ongeduldig om te mogen weeten, den naam en de eigenschappen van dit fraaije Diertje. Als het van onder het Vergrootglas genomen, en voor zyn bloote oog gebragt wierd, zag hy dat het een eenvoudige Vlieg was, 't slagtoffer van zyne speelsche Wreedheid.