| |
De voornaamste leevensgevallen van Mr. Peter Collinson.
Lid van de Koninglyke Maatschappy, en van de Maatschappy der Oudbeidkundigen in Londen, als mede van de Koninglyke Maatschappyen, te Berlyn en te Upsal.
‘Niet gering is de voldoening, voortkomende uit de beschouwing van een Leeven, by aanhoudenheid, besteed in pryswaardige naspeuringen, en in bedryven van wyduitgestrekte en duurzaame nutheid. Wy deelen, op nieuw, in elke der Maatschappy heilzaame verrigting eens Vriends, dien wy,
| |
| |
geduurende zyn leeven, beminden, en betaalen die schatting aan zyn' Naam, welke Liefde en Vriendschap vorderen; eene dank en eerbetoonende herinnering.
De rechtmaatige hoogagting, welke Mr. peter collinson verworven heeft, onder de voornaamste Bevorderaars der Natuurlyke Historie, in de meeste deelen der Wereld, onder Menschen van verstand in 't algemeen, in elk deel van nutte weetenschap, maakt alle verdeediging voor het opstellen, en in 't licht geeven, eens Leevensverhaals, geheel onnoodig, en 't zelve zal, in ons Mengelwerk, voegen, waar in wy zo dikmaals zynen Naam, by de opgave van eene en andere ontdekking, vermeld hebben. Hy is ons door stoffe te verschaffen een Vriend, en voor onze Leezeren een Persoon van belang geworden.’
Mr. peter collinson was de Kinds-Kindszoon van peter collinson, die op zyn Vaderlyk Landgoed Hugal Hall geheeten, gelegen naby het Meir Windermere, tien mylen van Kendal, in Westmoreland, woonde. In den Jaare 1693 werd hy gebooren. In zyne Jeugd, betoonde hy eene sterke genegenheid tot de Natuurlyke Historie. Om de Insecten in hunne verscheide gedaantverwisselingen te beschouwen, besteedde hy veele van die uuren, welke, in dien tyd des leevens, door de meesten in gansch andere najaagingen worden doorgebragt. De Planten trokken desgelyks zyne aandagt; hy begon vroegtydig eene verzameling van drooge Planten te maaken, en hadt toegang tot de beste tuinen, in de nabuurschap van Londen.
Reeds vroeg, werd hy geteld onder de zodanigen, die de meeste kennis hadden van de Kruidkunde, en de Natuurlyke Historie, in Engeland. - Zyne Verzameling was zeer groot en uitgeleezen; zyn Kruidtuin behelsde veele keurige Planten, die men in geene andere ontmoette, en het getal der zodanigen nam toe, tot het laatst zyns leevens.
De voornaamste Natuurkundigen van dien tyd, derham, woodward, dale, lloyd, charles wager en hans sloane, telde hy onder zyne Vrienden. Hy was één dier weinigen die den laatstgemelden, ten allen tyde, gemeenzaam ging bezoeken, en dit ten einde van het leeven diens Mans uithieldt; en, onder de groote verscheidenheid van voorwerpen, in de zeer uitmuntende Verzameling zyns Vriends, waren 'erslegts weinige, welker Natuurlyke Historie de Heer collinson niet kende.
In den Jaare 1728, den 12 December, werd hy Lid van de Koninglyke Maatschappy, en was een der yverigste en nutste Leden diens aanzienlyken Lichaams, niet alleen door zel- | |
| |
ve daar aan veelvuldige keurige Waarneemingen te verschaffen; maar ook door het voortzetten en uitbreiden eener wydstrekkende Briefwisseling, met de Geleerden in vreemde Landen, over allerlei nuttige onderwerpen; op deeze wyze anderen opwekkende, om ryklyk toe te brengen tot nut en vermaak der Maatschappye.
In de daad, hy liet niets nuttigs in Kunsten en Weetenschappen zich ontsnappen. Weinig Menschen van Geleerdheid en Liefhebbery, of zy waren zyne bekenden; hy berigtte de Geleerden en Liefhebbers in andere Landen, van de ontdekkingen en vorderingen in de Natuurlyke Historie, in Engeland gemaakt, en ontving desgelyks de berigten van de aanzienlykste Persoonen buiten 's Lands. Zyne briefwisseling met cadwallader colden, Schildknaap van New-York, en den beroemden Dr. franklin van Philadelphia, levert veele voorbeelden op van het heil, voortspruitende uit zyne agtgeeving op alles wat tot leering kon strekken. Dr. franklin deelde hem zyn eerste Proeven, over de Electriciteit, mede. Zy waren in dit opzigt van eenerleien aart, altoos op de bevordering van 't algemeene welweezen gesteld, en daar toe uitgestrekt.
Misschien zal, in volgenden tyd, het berigt door hem bezorgd, wegens de Schaapenhoedery in Spanje, met betrekking tot derzelver verhuizingen, van de bergen na de vlakten, en hunne bepaalde wederkeeringen, onder geen der geringste voordeelen zyner onderzoekende en uitgestrekte briefwisseling gerekend worden. Wanneer America beter bevolkt is, de bergagtige deelen bewoonbaarder gemaakt, de vlakten van de digte bosschen ontleedigd en bebouwd zyn, zullen mogelyk de fynstgewolde Schaapen de vlakten van Carolina, Georgie en der beide Florida's, in de Wintermaanden bedekken, en na de bergen wederkeeren, als de Zomerhitte toeneemt, en het Veldgewas verdroogt. Waarschynlyk zou het ook, in Engeland, met voordeel, te werk gesteld kunnen worden, met dit onderscheid, dat men de hoogstgelegene Landen, voor 't Winterverblyf deezer Dieren uitkoos, behoorelyke schuilplaatzen voor 't zelve gemaakt zynde, en de laagste Landen in den Zomer bezigde.
De verkeering van den Heer collinson was vriendlyk en op eene nutte wyze vermaaklyk: doorgaans wendde hy 't gesprek op eenig nuttig onderzoek, of het mededeelen van eenig heilzaam onderrigt. Met zommigen der aanzienlykste Persoonen in het Koningryk, zo zeer uitsteekende door hun- | |
| |
nen smaak in 't planten en tuinen, als door hun zaaijen, bragt hy dikwyls eenige dagen door; op hunne lustplaatzen, verscheide voordeelige onderrigtingen geevende omtrent de verbeteringen die zy voorhadden. Door zyne uitgestrekte waarneeming en ondervinding van de uitwerkzelen der verschillende wyzen van beplanting, wat grond, wat lugt best voegde aan onderscheide Planten en Boomen; en hoe derzelver frayheden te vermeerderen, enz voorkwam hy veele misslagen van jonge aanleggers, en verbeterde de reeds begaane van anderen: hy bragt te wege dat veelen zyner Vrienden, en jonge Heeren van middelen, zich overgaven aan dit redelyk vermaak, en daar in volhardden tot hun eigen voordeel en duurzaam nut des Vaderlands.
‘'t Planten en Tuinen, was hy gewoon te zeggen, verschaft eene stoffe van vermaak, de duurzaamste en redelykste bezigheid in dit leven; verlustigingen voor geen'prys te koopen. De Boomen, die wy zelve geplant, de Vrugten, welke wy geteeld, en de Planten, die wy gekweekt hebben, schynen onze Kinderen te weezen, en eene soort van nieuwe schepping: derzelver schaduw, smaak, reuk en schoonheden schenken ons een grooter onthaal dan iets anders. - Welk een verrukkend tooneel, merkte hy meermaals aan, ligt open voor een jong Heer van middelen, die smaak vindt in dusdanige vermaaken! Elk jaar brengt nieuwen lommer, andere vrugten, frissche schoonheden, en schenkt het zekerst voordeel. De opgroeiende Bosschen, en vrugtbaar gemaakte Wildernissen, het verbeterd Land, ons zelven als nuttig en gelukkig, en de naakomelingschap verrykt, te beschouwen; welke verrukkende voorwerpen!’ - Wanneer hy, over dit geliefde onderwerp, uitweidde, maakte hy dikwyls deeze aanmerking, ‘dat hy zelden iemand kende, die smaak vondt in zulke vermaaken, of hy was tevens gemaatigd en deugdzaam.’ En, in de daad, hy hadt grond tot dusdaanig eene aanmerking: want hy telde, onder zyne gemeenzaamste Vrienden, Menschen van de beminnelykste en braafste characters in alle standen.
Niet alleen was hy bezig in het aankweeken van deezen smaak onder zyne Vrienden, in het uitbreiden hunner oogmerken, en 't verbeteren van hun oordeel; maar ook in hun de middelen aan de hand te geeven, om hunne beplantingen uit te breiden. Het is niet meer dan regt doen aan de geheugenisse deezes Mans hier aan te merken, dat hy de eerste was, die eene groote verscheidenheid van Zaaden en Gewas- | |
| |
sen invoerde, welke, de voornaamste cieraaden van alle Lusthoven uitmaaken; dat men 't aan zyn' onvermoeiden vlyt heeft dank te weeten, dat zo veele lieden, van den eersten range, thans gewassen aanschouwen, uit de West-Indien aangebragt, zo weeldrig groeiende, in hunne Hoven, als of ze reeds eigen inboorelingen van Brittanje waren.
Zyn Koophandel was meest op Noord-America en de West-Indien, en voornaamlyk op 't eerstgemelde. Hy hadt alles geleezen 't geen geschreeven was over de Natuurlyke Historie en de Voortbrengzels onzer Vastigheden, en over die van alle Europische Volkplantingen in de Nieuwe Wereld. Dit stelde hem in staat om onderzoek te doen op alles wat weetenswaardig en nuttig was, en bragt hem in kennis by de kundigsten, die uit America overkwamen: zyne naspeuringen wekten den weetlust op in deeze Landen, en een zugt voor de natuurlyke Historie en Kruidkundige Waarneemingen. Misschien mogen wy vrylyk zeggen, dat alles, wat van deeze soort, in dit deel der wereld, te voorschyn kwam, voornaamlyk aan zyne aanmoediging moest toegeschreeven worden. De uitmuntende Natuurkenner, john bartram, is tot die hoogte voornaamlyk gekomen door Mr. collinson's bystand: hy prees eerst het verzamelen van Zaaden aan, en stondt hem vervolgens by in dezelve na Engeland over te schikken; dien Liefhebber geduurig aanmoedigende om te volharden in het opspeuren der Planten van America, 't welk hy, in een lang verloop van Jaaren, uitgevoerd heeft met onvermoeiden vlyt en een zeer gelukkigen uitslag.
De veelvuldige nieuwe Zaaden, die hy uit America ontving, voorzagen zyn tuin niet alleen met alles wat zeldzaam was, maar gaf hem het middel aan de hand, om, by ruiling, andere, uit andere Werelddeelen, te krygen. Hy hieldt briefwisseling met bykans elk Volk van Europa, met eenigen in Asia, en deeze strekte zich zelf uit tot in Pekin: de keurlykste Zaaden, die zy konden verzamelen, kreeg hy voor de schatten van Natuurlyke Zeldzaamheden uit America. Men heeft reden om te gelooven, dat niemand, in deeze wederzydsche dienstbetooningen, hem overtrof in stiptheid, zorgvuldigheid en edelmoedigheid: weinigen hadden een verstandiger briefwisseling, of slaagden beter in het verryken van Engeland met de voortbrengzelen des groeienden Ryks van elk ander Land, die tot voordeel of cieraad konden dienen.
De groote linneus ging, staande zyn verblyf in Engeland, eene nauwe verbintenis met hem aan, die wederzydsch
| |
| |
aanwies door goede diensten, en tot het einde, zonder eenige vermindering, stand hieldt. De Heer collinson zette de Americaanen dikwyls aan tot verbeteringen; hun en Engeland ten voordeele strekkende. Menigwerf drong hy het voordeel ja de noodzaaklykheid aan, om Vlasch, Hennip, Wyn, Zyde en dergelyke te teelen. In de meeste Noordlyke en Zuidlyke Volkplantingen, is eene verscheidenheid van Inlandsche Druiven, in 't wilde in de Boschen groeiende en weelig tierende onder de boomen en struiken, waar ze zich aan vast hegten. Deeze geeven overvloedige Vrugten van verscheidenerlei soort, en veele derzelven zyn in staat om ryke goede Wynen voort te brengen. Het zou, in den Herfst, gemaklyk vallen, eene genoegzaame menigte te verzamelen, om een proef tot het maaken van Wyn te neemen. Eenigen hebben het, met eenen redelyk gelukkigen uitslag, gedaan, en het niet beter slaagen schynt min aan den aart der Druiven, dan aan gebrek van kundigheid in het behandelen, toegeschreeven te moeten worden. - 't Is zeker thans hoog tyd voor de Americaanen zich, met allen yver, toe te leggen op het aankweeken der natuurlyke voortbrengzelen huns Lands; de maatregels der Regeeringe hebben hun eindelyk genoodzaakt dit te doen, of zy het verkiezen dan niet.
Hy was een Lid van het Genootschap der Oudheidkundigen, van de eerste opregting af, en verschafte 't zelve dikwyls verscheide keurige berigten en waarneemingen ten aanziene van Engeland en andere Landen: want, waar hy was, of hoe zeer hy bezet scheen, niets ontsnapte zyne opmerkzaamheid, indien het hem nuttig en leerzaam voorkwam. - Hy hadt geen grooter eerzugt dan om alle kundigheid, die hem mogelyk was, op te doen, en dezelve ten meesten nutte des Menschdoms te doen strekken. Hy leefde een lange reeks van Jaaren in 't genot van Huislyk geluk, zyn Gezin koesterde dezelfde neigingen als hy, en was hem behulpzaam. Hy hadt een aangenaam en gezellig voorkomen, zyn aart was openhartig en gemeenzaam, gevoelig voor anderer ramp, en gereed om dien te verzagten. Hy stondt 's morgens vroeg op, en, op 't Land zynde, bragt hy den meesten tyd door in zyn Tuin, de werkingen der Natuure nagaande en voortzettende, of bezig in 't beoefenen van andere deelen der Natuurkunde, die tot zyn Gezondheid strekten, en hem steeds vermaakten. Zeer was hy op Vrugten gesteld, en een groot liefhebber van Bloemen, doorgaans hadt
| |
| |
hy 'er in zyne kamer van het naakte Mannetje af tot den Herfst-Aster toe. Dikwyls verhaalde hy, met verrukking, de verbaazende vordering in de Tuinkunde, ten zynen tyde gemaakt; voorbeelden opnoemende van Planten, die in Engeland, eerst ingevoerd, onze Winters niet dan welgedekt konden verdraagen, en nu bykans onze strengste Winterkoude konden doorstaan: zo dat de vreemdelingen zich grootlyks verwonderden over de kragt der groeibaarheid in Engeland en de gunstige Lugtsgesteldheid aldaar, ondanks het onverdiend morren van weinig denkenden en oordeelloozen, tegen eene Lugtsgesteltenisse waarlyk de gunstrykste van alle tot het waar en weezenlyk geluk des Menschdoms.
De Heer collinson heeft een grooten schat van gedroogde soorten van Planten naagelaaten, in spyt van de herhaalde en wreede plonderingen van zyn Tuin, waar by hy eene menigte van kostbaare Planten en Gewassen verloor; en schoon hy veele andere moest verliezen, door de schenzieke hand van schurken, vondt men, egter, een voorraad van zeldzaame Planten, in zyn Tuin, in zulk een orde als misschien nergens elders gezien wordt.
Uitgenomen eenige aanvallen van de Jicht, genoot hy doorgaande een frisse gezondheid, en was altoos bedaard van geest; verdraagende de tegenheden, die den Mensch in dit leeven overkomen, met kloekmoedigheid en onderwerping.
Op deeze wyze bereikte hy het vyf-en-zeventigste jaar zyns leevens; wanneer hy, een bezoek afleggende by Lord petre in Essex, dien hy eene zonderlinge hoogagting toedroeg, aangetast werd met eene opstopping van 't water, die door geene middelen der Geneeskunde te herstellen, op den elfden Augustus des Jaars 1768, hem van 't leeven, zyn Gezin en Landsgenooten van eenen Man beroofde, geheel overgegeeven aan 't bevorderen van hun belang. In zyn Uitersten wil vondt men een papier van deezen inhoud: ‘dat hy hoopte een' goeden Naam te zullen naalaaten, dien hy meer waardeerde dan Rykdommen: dat hy getragt hadt nuttig te leeven; en dat hy ten allen dage steeds bedoeld hadt een Vriend des Menschdoms te weezen.’ Deeze was hy, in de daad, zo veel hy kon, en men mag hem met vollen regt aanmerken als een verborgen springveer van veele gewigtige ontdekkingen, zo wel als een der voornaamste bevorderaaren van de Natuurlyke Historie in 't algemeen, en van de Tuinkunde in 't byzonder. |
|