| |
| |
| |
Mengelwerk, tot fraaye letteren, konsten en weetenschappen betrekkelyk.
Redenvoering tegen het bedriegen en berooven des naasten, of verhandeling over de woorden,
Gy zult uwen Naasten niet bedrieglyk verdrukken noch berooven.
levit. XIX:13.
Door william enfield.
INdien het aanbelang der onderwerpen, geschikt tot openbaare Redenvoeringen, bepaald worde door de verbintenis, welke zy hebben, met den pligt en het geluk des Menschdoms in 't algemeen, zal het onderwerp waar op de woorden van moses onze aandagt bepaalen, eene allerernstigste overweeging waardig moeten geoordeeld worden. 'Er is geene Deugd, die ons veelvuldiger te betragten staat, geene Deugd, die onmiddelyker strekt tot het welvaaren van de byzondere Leden en van de geheele Maatschappy, dan die ons hier wordt voorgeschreeven, Billykheid en Eerlykheid in onze Handelingen met den Naasten.
Laat ons, derhalven, voor tegenwoordig, nagaan. Welke de Natuur en de grondslag is van deeze Deugd. Vervolgens
Eenige van de veelvuldige wegen, langs welke de Menschen gevaar loopen, om de Wetten van Regtvaardigheid, in hun Bedryf en Handel, te schenden, aanwyzen. En
Eindelyk overweegen, onder welke verpligtingen wy liggen om alle soorten van oneerlykheid en bedrog, in onze Handelingen, te vermyden. ‘Gy zult uwen Naasten niet bedrieglyk verdrukken noch berooven’.
Van de vroegste eeuwen der Wereld af, hebben de Menschen zich in Maatschappyen by een gevoegd, om te genoeglyker en met meer voordeels hunne dagen te slyten. In deezen staat bezitten zy de goederen deezes leevens niet in 't alge- | |
| |
meen: elk Mensch, elk Lid der Maatschappye heeft 'er zyn byzonder deel af; 't welk aangemerkt wordt als zyne eigene persoonlyke bezitting. - In deezen staat hebben zy, desgelyks, eene groote menigte van kunsten, handwerken en bezigheden uitgevonden, die steeds voortgezet worden, ten besten van 't geheel. - Uit deeze omstandigheden ontstaan de betrekkingen, tusschen den Kooper en den Verkooper, den Heer en den Dieustknegt.
Ten opzigte nu van deeze betrekkingen is het, dat de Deugd van Eerlykheid, volgens de gebruiklyke betekenis van dat woord, voornaamlyk moet betragt worden. Een eerlyk Man zal, indien hy iets van eenen ander koopt, hem dat geen geeven, 't welk de gewoonte of hunne onderlinge afspraak vordert. Wanneer hy een gedeelte van zyn eigendom verkoopt, zal hy 'er geen grooter voordeel van zoeken te trekken, dan in 't algemeen betaamelyk en eerlyk gerekend wordt, of dan hy zelve zou willen, dat de Kooper zou winnen; gesteld zynde, dat hunne omstandigheden verwisseld waren.
Wanneer hy eenen anderen verbindt om hem ten dienste te staan, in het voortzetten van zekere kunst, of tot het doen van eenige zaak, zal hy hem dat loon geeven voor den gedaanen dienst, 't welk deeze met regt mag verwagten, volgens de onderlinge afspraak, het algemeen gebruik, of den blykbaaren eisch der zaake. - Wanneer hy voor eenen anderen werke, zal hy het aangenomen werk getrouw en stipt volbrengen, en geen meer loons vorderen dan gebruiklyk, en eene redelyke vergoeding is van zynen arbeid. - Met één woord, een eerlyk Man doet ten allen tyde, en aan allen, anderen even zo als hy zelve zou wenschen behandeld te worden.
Uit deeze korte schets van Eerlykheid, kunnen wy gereedlyk opmaaken, waarin de schending van de groote Wet der Regtvaardigheid, tusschen Man en Man, bestaat, of in welke gevallen iemand gezegd mag worden, zynen Naasten te verdrukken of te berooven.
De Kooper maakt zich aan bedrog schuldig, wanneer hy valschheid of laage kunstenaaryen te werk stelt, om de waarde van eenig ding, in de waardeering des Eigenaars, te doen daalen. Dit is een haatlyk Character, ons door salomo in 't Spreukenboek reeds opgegeeven. ‘'t Is kwaad, 't is kwaad zal de Kooper zeggen; doch heenen gegaan zynde zal hy zich beroemen’. - Desgelyks bedriegt hy zynen Naasten, wanneer hy zich bedient van diens onkunde, om iets beneden de weezenlyke waardye van hem te verkrygen. - Wanneer hy een gedeelte van eens anders eigendom in handen hebben- | |
| |
de, het ten eigen gebruike aanwendt, zonder hem daar voor eene billyke vergelding te schenken, op den tyd als deeze zulks met rede mag verwagten - en eindelyk ook, wanneer hy de wyze en gunstryke instelling der Wetgeevende magt, alleen geschikt tot beveiliging der zodanigen, die door ongeluk buiten staat geraakt zyn, om hunne schulden te voldoen, ten beschermmiddel aanwendt, om snoode streeken te dekken.
De Verkooper bedriegt zynen Naasten, wanneer hy zich bevoordeelt met de onkunde van den Kooper, of Kunstenaaryen gebruikt om zyn oordeel te misleiden.
De Meester, of die Daglooners in zyn werk heeft, begaat oneerlykheid, als hy hun te zwaare lasten oplegt - als hy hun meer of langduuriger arbeid afvordert, dan men eerst was over een gekomen, zonder hen naar die maate te betaalen - of als hy hun loon bekort, of 't zelve te lang onder zich houdt. De Wet van moses was, ten opzigte van deeze laatstgemelde byzonderheid, zeer billyk en volklievend. ‘De loon des Huurlings zal by u niet vernagten’, dat is, van u niet over den bestemden tyd ingehouden worden.
De Werkman of Knegt handelt strydig met de regelen van billykheid, en bedriegt zynen Naasten, wanneer hy, zonder genoegzaame reden, den aangevangen arbeid staakt, en zynen Meester in ongelegenheid laat zitten - wanneer hy zyne aangegaane verbintenissen, op eene verwaarloozende en gebreklyke wyze, volbrengt - of wanneer hy zich bedient van 't vertrouwen zyns Meesters om hem te verkorten.
Ik heb hier eenige van de verborgenheden der ongeregtigheid ontdekt, door de Kinderen der Onregtvaardigheid uitgevonden, en maar al te dikwyls in hunne handelingen te werk gesteld. - Gy kunt in de Wereld niet leeven, zonder daar van dagelyks blyken te ontmoeten. Gelukkig indien gy dezelve alleen gezien hebt. Gezegend de Man, die noit gevallen is in de strikken, door de snooden steeds op het pad der Regtvaardigen gespannen! Nog gezegender hy, die, te midden van duizend voorbeelden van bedrog en onregtvaardigheid, en duizend verzoekingen om de menigte in kwaad doen te volgen, zich aan zyne opregtheid heeft vast gehouden! Wanneer wy iemand van dit Character aantrefsen, mogen wy hem met verwondering en hoogagting beschouwen, en hem het getuigenis geeven, 't welk jesus aan nathanaël verleende: ‘Zie waarlyk een Israëliet in welken geen bedrog is’.
Behalven de voorbeelden van Oneerlykheid reeds opgeteld, zou ik veele andere kunnen opnoemen; doch, zonder hier op langer staan te blyven, zal ik voortgaan, om de voornaamste
| |
| |
redenen by te brengen, strekkende om u te hoeden tegen alle laage kunstenaaryen van Onregt en Bedrog, en aan te zetten, tot het in agt neemen der nauwkeurigste Voorschriften van strikte Eerlykheid en Opregtheid, in uwe handelingen.
Merkt hier, in de eerste plaatze, op, dat het waarneemen van het Voorschrift, ‘Gy zult uwen Naasten niet bedrieglyk verdrukken noch berooven’, van het hoogste aanbelang is voor de Maatschappy. Indien de Menschen in 't algemeen niet bestuurd wierden, door het beginzel van Eerlykheid, zou iemand schrikken zyn eigendom in de handen van eenen ander te vertrouwen; agterdogt, twist en oneenigheid speelden steeds de deerlykste rollen; het onderling vertrouwen hield op, en deeze, de Ziel des Handels zynde, moest de Handel zelve verlooren gaan. Wat tog geeft leeven aan den Handel, in alle deszelfs wyduitgebreide takken, dan dit in agt neemen van Eerlykheid en Opregtheid, 't welk, hoe talryk ook de voorbeelden van Oneerlykheid zyn mogen, nog zegepraalt in de Wereld, en den een aanzet, om zyne kostbaare bezittingen aan eenen ander te vertrouwen? Wie ontdekt niet, dat Eerlykheid de vastigheid der Maatschappye uitmaakt, en de steun is van allen onderlingen handel? Wie beschreit de droeve uitwerkzels niet, die noodwendig ontstaan, wanneer dit edel beginzel wankelt? Waar, in één enkel voorbeeld, een Man in de verborgene plaatzen der onregtvaardigheid zich verschuilt, in weelde en verkwisting den rykdom doorbrengt, die eerlyke vlyt van anderen gewonnen, en de niets kwaads vermoedende onschuld hem toevertrouwd hadt; hoe dikwyls zien wy den eenen ramp op den anderen gebooren worden, uit zynen onverwagten val! Een bloeiend Huisgezin bedorven! - Bloedverwanten en Vrienden in zwaarigheden ingewikkeld, en met smerten overlaaden! - verscheide opregte Kooplieden verlegen, mogelyk bedorven! - de treurende Weduw en de hulplooze Wees, van hunne geringe bezitting, en eenig steunzel, beroofd! In den tegenwoordigen staat der zaaken, zyn zodanige Tooneelen van jammer, helaas! maar al te veelvuldig. Wat zou dan het gevolg niet weezen, indien Onregt en Bedrog dagelyks in de Wereld veld wonnen, en in 't einde de overhand kreegen? - Stel niets minder dan algemeene
verwarring en snoodheid. Werd, in tegendeel, Onregt en Bedrog van de aarde verbannen, welk een lange naasleep van onheilen zou teffens het Menschdom verlaaten! Welk een ongestoorde Vrede en Eendragt, welk een volmaakt genoegen en geluk zou daar uit gebooren worden!
Wyders mogen wy hier wel bedenken, dat de Eerlykheid
| |
| |
van weezenlyk belang is, voor het geluk van elk Lid der Maatschappye op zich zelven.
De eerlyke Man staat het minst bloot, voor te leurstellingen in zyne zaaken, en heeft het schoonste vooruitzigt van wel te zullen slaagen in zyne onderneemingen. Onregt en Bedrog mogen, in eenige gevallen, den korsten weg baanen tot weelde en grootheid; doch zy zyn verre, van ons op den zekersten te brengen. Niet zelden gebeurt het, dat de listige en afgerigtste Bedrieger ontdekt worde, wanneer alle zyne ontwerpen van schelmery in rook verdwynen, eer hy zyn oogmerk bereikt heeft. Naa veel zorgs en arbeids aangewend, naa veel vrees en angsts uitgestaan te hebben, zal hy mogelyk zich zelven bedriegen, en zyn eigene oogmerken verydelen. - Maar de eerlyke Man gaat voort, op den effen en betreden weg van naarstigheid, voorzigtigheid en opregtheid, tot hy eindelyk eene bezitting verwerve, die hy met genoegen kan beschouwen, en met vermaak genieten.
Eerlykheid is, desgelyks, een allerbest behoedmiddel voor onze Agting. Geen Mensch kan iets ter hand neemen, waar door hy spoediger algemeen veragt worde, dan door een laag en oneerlyk stuk te pleegen: want het Menschdom schynt, hoe groot het verschil in denkwyze en gebruiken ook moge weezen, algemeen hier in voeréén te stemmen, dat het Eer en Opregtheid aanmoedige en beloone, en, in tegendeel, Onregtvaardigheid en Bedrog schandvlekke en straffe. - Laaten twee Menschen, in alle andere opzigten, met elkander gelyk staan; het zal, indien de een bekend is voor braaf en opregt, en de ander voor snood en bedrieglyk, geenzins moeilyk vallen te beslissen, wie van beiden algemeen bemind, gezogt en geholpen, wie gehaat, geschuwd en verlaaten zal worden.
Zommigen mogen zich streelen met het denkbeeld, dat zy de kunst om de Wereld te bedriegen geleerd hebben, dat zy hunne oneerlyke ontwerpen kunnen volvoeren, en teffens de agting van een braaf Man behouden, en alle de voordeelen, aan braafheid verbonden, behaalen. Doch de Wereld is scherpziender dan zulke Lieden denken; 'er is meer kunsts en behendigheids noodig, om een vermomd character te bekleeden, dan zy zich willen getroosten te leeren. Schoon hunne weezenlyke trekken eene geruime wyle bedekt mogen weezen, onder het masker van edelmoedigheid en Godsvrugt, ontelbaare kleine omstandigheden kunnen 'er voorkomen, die dit masker afligten. Hoe haatlyk, hoe veragtlyk moeten zy weezen in 't oog van allen, die hun beschouwen zo als zy zyn! Hoe moeten zy zelve, die, ter oorzaake van hunne Familien
| |
| |
en Vrienden, de begaane misslagen zoeken te vergoelyken, in hunne harten de Veinsaarts veragten! En wanneer zy, van alle vermomming ontbloot, der Wereld worden voorgesteld, welk een schaamte en verlegenheid zal dan hunne aangezigten niet bedekken, by Lieden, die zy zo lang hebben poogen te bedriegen!
Hoe gelukkig, daar en tegen, is de Eerlyke Man in de agting en liefde van allen, die hem omringen! Hy is vry, openhartig, en zich zelven gelyk in alle zyne verrigtingen. Zyne woorden stemmen overéén met de gevoelens van zyn hart, zyne daaden met zyne betuigingen. Hy bedekt geene laage en slinksche inzigten onder de schoonschynende voorwendzels van byzondere Vriendschap, of zugt voor 't algemeene welweezen. Hy maakt geen gebruik van laage kunstenaaryen om zyne oogmerken te volvoeren. Hy legt geene strikken voor anderen om hun in zwaarigheden in te wikkelen. Zyne wysheid gaat altoos met Opregtheid gepaard; Menschlievenheid, en Goedertierenheid vergezellen dezelve bestendig. Vermydt hy de rampen zo voorzigtig als hem mogelyk is, hy stort 'er nimmer willens en weetens den Naasten in. Bedient hy zich van gunstige gelegenheden om zyne belangen te bevorderen, hy draagt zorge om die van anderen niet te dwarsboomen. Noit is hy zo zelfzoekende dat hy eene onregtvaardige of liefdelooze daad pleege. Zyne daaden kunnen de proeve van het nauwziftend oog van nyd en kwaadaartigheid dulden, zyne heimlykste overleggingen en oogmerken mag de wereld weeten: want hoe meer men zyn gedrag van naby beziet, hoe beter men zyne oogmerken door en door kent, hoe grooter lof hy zal ontvangen. Hy kan zyne ontwerpen uitvoeren, de bezigheden zyns beroeps verrigten, zonder de schroomverwekkende gedagten van ten zynen nadeele ontdekt te zullen worden. Hy geniet steeds het vertrouwen van allen, die met hem te doen hebben, en is verzekerd dat hy het verdient. Hy bezorgt voor zich zelven eene verzekering tegen onvoorziene rampen, in de Vriendschap en Edelmoedigheid der geenen, die hy met getrouwheid ten dienst staat. Indien hem iets mislukke, niemand zal hem deswegen durven of willen veragten. Verstandigen zullen zyn Character blyven eeren: de edelmoedigen en medelydenden hem gereedlyk bystaan. Hy zal niet beschaamd zyn in den kwaaden dag: zyn goede Naam zal met glans schitteren van
agter de dikke wolken des rampspoeds.
Daarenboven geniet de eerlyke Man het bestendig geluk dat hy over zichzelven voldaan is: terwyl hy, die zynen Naasten
| |
| |
trouwlooslyk behandelt, de verwyten van zynen eigen hart niet kan ontgaan: en de gepleegde Onregtvaardigheden, als naare schimmen, hem voor den geest waaren. De opregte van harte, die, in alle omstandigheden zich bevlytigde in het betragten van zynen pligt, bezit een altoosspringende welle van Zelfsvoldoening, door geene verwisseling van uitwendige omstandigheden op te stoppen. - Geniet hy overvloed van tydlyke haave, hy bezit teffens het geluk van dien te mogen aanzien als de vrugt van eerlyken vlyt, en een zegen des Hemels: hy mag met den Psalmdichter zeggen. ‘De heere vergoldt my naar myne geregtigheid, hy gaf my weder naar de reinheid myner handen: want ik heb des heeren wegen gehouden, en ben van mynen god niet Godlooslyk afgegaan.’ - Treft hem onheil en rampspoed, hy kan zich troosten, met de bedenking, ‘dat deeze hem niet overkomt om de ongeregtigheid zyner handelingen.’ Het streelend getuigenis van een goed geweeten bezittende, kan hy alle de tegenheden deezes leevens met bedaardheid verdraagen, en met eene nederige hoope voorwaards zien op dien dag, op welken hy van alle aardsche bezittingen zal moeten scheiden, en van zichzelven gode rekenschap geeven.
Overweegt, in de laatste plaatze, dat alle Onregtvaardigheid en Bedrog hoogst haatlyk zyn by den almagtigen, die een welgevallen schept in Opregtheid en Eerlykheid. Wy mogen, uit de gesteltenis der wereld, waar in Billykheid en Regtvaardigheid van zo veel aanbelangs zyn tot het algemeene welweezen, en uit de natuurlyke neiging van 's Menschen hart tot Opregtheid, ons verzekerd houden, dat de groote Maaker der Natuure deeze Deugden goedkeurt. En dit denkbeeld wordt, in de Heilige Bladeren, ons op 't kragtigste voor oogen gehouden, en ten zeersten ingestampt.
‘Wie,’ dus laat de Heilige Psalmdichter zich hooren: ‘wie heere zal verkeeren in uwe Tente? Wie zal woonen op den Berg uwer Heiligheid? Die oprecht wandelt en geregtigheid werkt, en die met zyn hart de waarheid spreekt. Die deeze dingen doet zal niet wankelen in eeuwigheid.’ Ja Propheet jesaia betuigt. ‘Die in Geregtigheden wandelt, en die billykheden spreekt, die het gewin der onderdrukkingen verwerpt, die zyne handen uitschudt dat ze geen geschenken behouden, die zal in de hoogte woonen, de sterkten der Steenrotzen zullen zyn hoog vertrek zyn, zyn brood wordt hem gegeeven, zyne
| |
| |
wateren zyn gewis.’ Amos voert den Israëliten te gemoete: ‘Hoort dit, gy die den nooddruftigen opslokt, en dat om te vernielen de elendigen des Lands; zeggende, wanneer zal de nieuwe Maane overgaan, dat wy lyftocht mogen verkoopen? en de Sabbath, dat wy koorn mogen openen? verkleinende den Epha en den Sikel vergrootende, en verkeerdlyk handelende met bedrieglyke weegschaalen. - De heere heeft gezwooren by Jacobs heerlykheid. Zo ik alle haare werken in eeuwigheid zal vergeeten!’ Apostel paulus verklaart zynen Mede-Christenen: ‘Het is de wille gods, dat niemand zynen Broeder bedriege in zyne handelinge.’ En Jesus Christus, de Opperste Leeraar van god gezonden, heelt zynen Leerlingen dit heerlyk kort begrip hunner Pligtsbetragtinge, ten deezen opzigte, nagelaaten. ‘Alles wat gy wilt dat u de Menschen zullen doen, doet gy hun ook alzo.’
Wy hebben, derhalven, M.B., de sterkst mogelyke drangredenen, om alle snoode handelingen der ongeregtigheid af te leggen, regt en geregtigheid te betoonen aan onzen Naasten. Handelen wy op deeze wyze, wy zullen het onze toebrengen, tot het afwenden der rampen door Onregtvaardigheid en Bedrog der wereld gebrouwen, en tot het bevorderen van de rust en 't geluk der Zamenleevinge - wy zullen den kortsten en zekersten weg inslaan om voorspoed en agting in de wereld te erlangen. - Wy zullen die voldoening over ons zelven hebben, welke ter altoosspringende bron van vreugde en vergenoegen strekt. - Wy zullen de goedkeuring wegdraagen van den allerhoogsten; ‘die Regtvaardig is, Regtvaardigheden lief heeft, en wiens aangezigt den Regtvaardigen beschouwt.’ - Wy zullen, naar den wil van god, getrouw gehandeld hebbende in ons geslacht, eindelyk, ‘in de opstanding der Regtvaardigen, de vergelding des loons ontvangen.’ |
|