Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1776
(1776)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijOnderricht over het houden van Krygsraad in de Guarnisoenen van den Staat der Vereenigde Nederlanden. Door Mr. J.J.v. Hasselt, Advocaat voor den Hove van Gelderland, en Auditeur Militair te Arnhem. Te Arnhem, by J. H Moeleman 1777. Behalven het Voorwerk en het Register 338 bladz. in quarto.DE arbeidzaame van Hasselt, die zig, overeenkomstig met zyne Bediening, als Auditeur MilitairGa naar voetnoot(*), ook wel byzonder toegeleid heeft, op het beoefenen van het Militaire Regt, (van waar wy reeds een en ander Geschrist over onderwerpen van die natuur uit zyne handen hebben,) gaf dit zyn Werk, nopens het houden van Krygsraad, reeds in den jaare 1761, in 't licht; dan, by de thans vernieuwde uitgave, brengt hy 't zelve, zo ten aanzien der schikkinge, als ten opzigte der uitvoeringe, met merkelyke vermeerderingen, | |
[pagina 589]
| |
of verbeterd te voorschyn. Het zelve behelst, in eene geregelde orde, 't geen men omtrent het houden van Krygsraad in agt te neemen heeft; het welk hy, als een geoefend Regtsgeleerde, oordeelkundig voorstelt, met mededeeling van de noodige Bylagen, bestaande uit Ordres, Resolutien, Advyzen, enz. welken ter nadere ophelderinge of bevestiginge dienen; waar door dit Geschrift by uitstek nuttig is, voor alle de zodanigen, die tot het Militaire eenige betrekking hebben. In de eerste plaats handelt de Autheur, over het beleggen van Krygsraaden, ter ontvouwinge van 't geen omtrent den Krygsraad, en deszelfs manier van procedeeren, in 't algemeen, overweeging vordert. Dit leidt hem om na te gaan, welke Persoonen in een Krygsraad te commandeeren zyn, met den aankleeve van dien; by welke gelegenheid hy tevens handelt over 't geen voorts, nopens hunne Regtspleeging, in aanmerking komt. Hier aan hegt hy, eene beschryving van het Ampt der Auditeurs Militair; als mede van de Provoosten of Capiteins. Geweldigen, de Gevangen en Gevangenissen. Van daar gaat hy over tot het voordraagen van 't geen 'er vereischt wordt, tot het voldoenend bewyzen der misdaaden, en 't vereischte gebruiken zo van de Tortuur als Confrontatie. Daar op volgt dan het vaststellen en uitvoeren der Sententie; het welk hem ook staan doet blyven op de Persoonen, door welken de straffen uitgevoerd worden; waarby ten laatste nog eene aanmerking komt over de restitutio famae, of het eerlyk maaken van een Militair. Dit laatste Artykel zullen wy, tot een staal van 's Maus manier van voorstellen, nog te berde brengen; te meer, om dat het dient ter ophelderinge van zeker gebruik hier te Lande. ‘Ik vinde, zegt hy, by den Heer feltman over den articulbr. bl. 301, dat schoon iemand onder Beuls handen geweest is, neem eens in het geval van de Tortuur, en dat zoo iemand onschuldig word bevonden, hy daarom niet voor oneerlyk gehouden moet worden, en dat in zoo een geval de Duitschers zoo iemand het Vaandel over het hoofd zwaaijen, het geen by ons, casu existente, zoude kunnen worden nagevolgt; of schoon anders eigentlyk zulks geschied, in het geval, daar iemand door een Scherprechter om een misdaad gestraft word, als aantoont gezeide feltman, ter gemelter plaats; dus dat het, salva venia, een abundans cautela schynt te zyn, dat zulks in het geval, daar een Deserteur de straffe des Kruiwagens heeft uitgestaan, word voorgeschreven en gepractiseerd: want zoo iemand, onder geen Beuls handen geweest, veel min gestraft zynde, behoeft, door het zwaaijen van | |
[pagina 590]
| |
het Vaandel of Standaart, en het geven van de hand, niet eerlyk gemaakt te worden. Een Restitutio famae, die door zekere actus en ceremonien geschiedt, wanneer namentlyk by de Militie het Vaandel of Standaart over den genen, die gecondemneert is geweest, eenige malen gezwenkt, en gezwaait, en hem dan de hand gegeven word; waar door hy dus in staat werd gesteld om te dienen. Ziet het Reglement op de bewaaringe en behandelinge van de Deserteurs, in dato den 17 October 1748. n. 21.Ga naar voetnoot* en myne Verhandelinge over de straffe der Kruiwagen. Deze manier van doen is van de Duitschers herkomstig, dewelke een soldaat, wegens een gecommitteerde misdaad op deeze wyze tot een schelm en oneerlyk maken, dat zy over denzelven namentlyk het Vaandel toerollen, en hem met een kniestoot aan den scherprichter toestoten, en alzo van het Regiment weg jagen; en wanneer zy hem wederom eerlyk maken, en in staat stellen om te dienen, zoo zwaaijen zy over denzelven het Vaandel of Standaart, na dat hy Ruiter of Soldaat is. Stephan. waga heeft hier over een Boek tot titul | |
[pagina 591]
| |
voerenden, Commentarius de Restitutione Famae per vexillum, uitgegeven. Een ceremonie, die ik niet vinde dat voor het emaneren van de geällegeerde Order en Reglement van den 17 October 1748. by de Troupes van den Staat gepractiseert is. Ondertusschen is het effect 'er van, dat het schandaal wordt weggenomen. Ziet de L. 1. cod. de sentent. pass. & restit. (9-51) |
|