oorzaek der uitgave, is in dien smaek opgesteld, en de Vragen duiden ons een mensch aen, die medelyden verdient, zo 'er geen byzonder opzet, dat wy niet ramen kunnen, onder schuile. Genoeg zy het de volgende Vragen te melden.
‘Zoo de Leeraars oordeelen dat ik dwaal, waarom met een zagtmoedige Geest, niet gezogt my weeder te regt te brengen, dewyl zy met hun Ampt Geld verdienen?
Zoude ik niet moeten gelooven, dat ik te regt ben, en niet dwaal?
Maar wat voor Hoogverhevene gedachten zoude met zulks te gelooven! dan niet al in my, op kounen koomen?
Moet ik dan niet denken, myne Oude Leeraars zoude Hun Ampt niet meest alle neergelegt hebben: zoo zy gelooft hadden, dat ik dwaalde, zonder my eerst weder te regt te brengen?’