De lydende Emmanuel, door J.A. Cramer, eertyds Koninglyke Deensche Hofprediker enz. Naar den tweeden Druk. Uit het Hoogduitsch vertaalt, door J.H. Hering. Vyfde en laatste Deel. Te Dordrecht by A. Blussé en Zoon. In groot octavo 330 bladz.
DIt laetste gedeelte der overwegingen van 's Heillands lyden gaat over de volgende geschiedenissen. 's Heren voorzorg omtrent Petrus, na deszelfs verloochening. Het boetvaerdig gedrag van dien Apostel. Het wegleiden van Jeus tot den waereldlyken Rechter. De wanhoop van Judas. De beschuldiging tegen Jezus voor den Romeinschen Stadhouder. Het lyden van Jezus voor 't Gerecht van Koning Herodes, als mede in het Rechthuis van Pilatus. De eerste Samenspraak van Pilatus met Jezus. De gevolgen der verklaringe van Pilatus, wegens de onschuld van Jezus, en 't voornemen van Pilatus, om Jezus te geesselen en los te laten. By deze beschouwing dier geschiedenissen komen wyders nog drie Leerredenen geschikt ter overweginge van byzonderheden, welken daer toe betrekking hebben. De eerste gaet over de gewigtige vragen van den Heilland, zo aen zyne Discipelen als aen zyne Vyanden: Kunt gy dan niet één Uur met My waken? Petrus slaept gy? - Wien zoekt gy? - Vriend, waer toe zyt gy bier? Judas verraed gy den Zoon des Menschen met enen kusch? Hy leid ons in de overweging hier van op, om na te gaen, 's Heillands gemoedsgesteltenis onder dat vragen, en die vragen van Jezus ook op ons zelven over te brengen. Ene volgende Leerreden strekt, om ons de voorbereiding van Jezus tot zyn lyden, in Gethsemane, te leeren opmerken, als een voorbeeld van navolging. Om 'er uit te leeren, dat hy zich het best tot een aenstaend lyden voorbereid, die (1.) zich gewent, God steeds te verheerlyken en te loven; die (2.) ene levendige overtuiging gewaer word, dat alle de tegenheden der vromen bestuuringen van een wys en genadig God zyn; en die, (3.) in den gebede geoefend, gewoon is Gode alle zyne wegen aen te beveclen. Ten
laetste neemt de Leeraer, uit het zeggen van den bekeerden Moordenaer, Heer, gedenk myner, als gy in Uw Koningryk gekomen zult zyn, aenleiding, om onze gedachten te vestigen, op Gods gedenken aen ons, ten onzen beste, en 't gewigt daer van; mitsgaders op onze verplichting, om aen God, op ene Hem welbehagelyke wyze te denken. - Zyn Eerwaerde voert deze onderwerpen, even gelyk de voorgaen-