Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1776
(1776)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 445]
| |
Beschryving der Vereenigde Nederlanden, dewelke gevonden word in het Werk van den Heer A.F. Busching, en uitmaakt het Vierde Deels Derde Stuk van dat Werk, door W.A. Bachiene, Leeraar der Herv. Gem. en Hoogl. in de Sterre- en Aardrykskunde te Maastricht enz. Tweede Deel. Te Amst. en Utrecht, by S.v. Esveldt en A v. Paddenburg 1775. In groot octavo 612 bladzyden.NA de beschryving van Gelderland en Holland, in 't Eerste Deel voltrokken, komt, in dit Tweede Deel, die van de Provincien Zeeland, Utrecht en Friesland; welke de Eerwaarde Bachiene met veel naauwkeurigheid heeft opgesteld. Het is den beoefenaaren van de gesteldheid onzes Vaderlands buiten twyfel gevallig, dat de kundige en arbeidzaame Bachiene de hand heeft willen leenen aan dit opstel, om daar door de Aardrykskundige Beschryving van den Heer Busching, in dit opzigt, vollediger en juister te voorschyn te doen komen, dan men anders wel had kunnen verwagten. En de Uitgeevers hebben, om onzen Landzaaten te meerder dienst te doen, goedgevonden deeze Beschryving indiervoege voor het licht te brengen, dat dezelve, schoon behoorende tot het beroemde Werk van den Heer Busching, egter ook als een op zig zelven staande Werk te bekomen zy. Hier door hebben dezulken, die zig by uitstek tot de Nederlanden bepaalen, gelegenheid, om deeze Beschryving afzonderlyk te koopen; en dezelve by andere soortgelyke beschryvingen van onze Gewesten, of derzelver byzondere Streeken, in hunne Verzameling te plaatzen; welke eer dit Geschrift met het hoogste regt verdient. Men kan zulks reeds afleiden uit het geen wy, nopens de uitvoering van het Eerste Deel gezegd hebbenGa naar voetnoot(*); en het doorbladeren van dit Tweede Deel bevestigt volkomen de gunstige gedagten, die wy 'er van opgevat hadden. Het merkwaardigste van ieder der genoemde Provincien, ten opzigte van de gelegenheid der Gewesten, derzelver voornaamste Lotgevallen, Regeering, Lands- en Lugtsgesteldheid, Voortbrengzelen, Handel enz. wordt hier beknoptlyk voorgedragen; met eene kortbondige beschryving van de byzondere Districten, Steden, Dorpen en Vlekken in dezelven gelegen; welk alles de Eerwaarde Bachiene met eene meer dan gemeene oplettendheid nagespoord heeft. - Om uit de veelvuldige byzonderheden, hier in voorkomende, een Artykel te berde te | |
[pagina 446]
| |
brengen, zullen wy ons bepaalen tot het geen ons, in de beschryving van Frieslands Staatsbestier, gemeld wordt, nopens de Volmachten ter Staaten Vergadering, en hunne zamenkomst ten Landdage, dat, als aan het Friesche Staatsbestier eigen, opmerking verdient. ‘Deze Provincie, (welke den titel van eene heerlykheid draagt, en wel van ééne algemeene Heerlykheid, waarin geene byzondere, zo min Ambachts- als Hooge en Vrye Heerlykheden, gevonden worden,) word, zo wel als de andere Provincien, bestierd door 's lands staaten; welke bestaan, uit Volmachten of Gevolmachten, (eigenlyk, zo als men elders zegt, Gekommitteerden,) niet alleen der XI steden, maar ook der landen, of der XXX Grictenien, in welke de drie kwartieren, Oostergoo, Westergoo en Zevenwolden, afgedeeld zyn;Ga naar voetnoot(*) waar van 'er oostergoo elf, westergoo negen, en zevenwolden tien heeft. Derzelver Volmachten hebben den rang boven die der steden, en komen dus eerst in aanmerking. De GrietenyenGa naar voetnoot(†) worden by de Latynsche Schryvers | |
[pagina 447]
| |
praefecturae genoemt: en bestaan in zekere Districten, waar aan eenige, 't zy meer 't zy minder, Dorpen onderhoorig zyn, samen één Gerecht uitmakende; van 't welk de grietman de Voorzitter (Proeses) en twe of drie andere aanzienlyke persoonen de byzitters (Assessoren) zyn; die, beneven een Sekretaris, over de hun toevertrouwde zaken vonnissen. De Grietenyen in Friesland zouden, mits dien, eene volkomen overeenkomst hebben met de Amptmannyen, of Baljuw-Drost- en Schoutampten in de andere Provincien, ten ware daar in, tusschen deze en geene, dit merkelyk verschil bleef, dat in de laatstgenoemden het Rechtsgebied zich mede uitstrekt tot de kriminele, dat is, Lyfs en levensstraf baare zaken, daar dat der Grietsluiden eeniglyk zich bepaalt, tot Civiele- dat is Burgerlyke zaken. Uit elke Grietenie worden, jaarlyks, door de stemdragende Opgezetenen van alle tot zodanige Grietenie behoorende DorpenGa naar voetnoot(*), twe Leden tot de Staatsvergadering | |
[pagina 448]
| |
benoemd, één voor Edelman en één voor Eigen-Erfden; 't welk men ook zou kunnen zeggen, één uit den Ridder- en één uit den Landlieden- of Boerenstand. Door stemdragende opgezetenen worden verstaan zodanige, die een Stemrecht hebbende plaats of Landgoed bezitten; hoedanig in Friesland genoemd word een Hornlegger, of een Schotschietend Huis, ook een Stelle, een ploegging enz. Een Huis alleen kan, naamlyk, geen Stemrecht hebben; voor eenigen tyd begon men wel die gewoonte in te voeren, van de stemmen te leggen op Huizen, waar van het Land, dat daar toe behoord had, door verkoop, was afgescheurd; dan dit misbruik is, in den jare 1748, toen daar over door de Ingezetenen geklaagd werd, door wylen Z.D.H. vernietigd, om de nadeelige gevolgen, die daar uit zouden kunnen ontstaan: en, in het IIIde Artikel van het Reglement op de Regeering, is wel uitdruklyk bepaald, dat tot elk Stemdragend Huis moet behooren, zekere hoeveelheid van Landeryen: en wel, in de Grietenien der kwartieren Oostergoo en Westergoo, (het Kleyland genoemd,) voor 't minst, tien PondenmaatenGa naar voetnoot(*): en, in Zevenwolden, (daar de Landeryen van minder waarde zyn,) twintig Pondenmaaten. Ook werd, te gelyk, daar by gevoegt: ‘dat voortaan, op het Stem Quobier, zal moeten aangetekend worden, de grootte der Plaatzen, en Landen daar toe behoorende’. Desgelyks kan ook het Land alleen geen stemrecht hebben, zonder een huis daarop geplaatst te zien; al ware dit huis nog zo ligt, en eeniglyk van planken opgeslagen; byaldien 't slechts een rookenden schoorsteen heeft; gelyk 'er gevallen zyn, dat, op een steindragend Land, wanneer eenige noodzakelykheid was, om deszelfs stem te moeten voeren, binnen één etmaal van 24 uuren een Huis ter neer | |
[pagina 449]
| |
gezet werd. Zodanige gevallen grypen voornaamlyk plaats, wanneer een Land, dat wel het recht van stemmen heeft, welks stem, vermits het in 't bezit van een' Roomsgezinden gevallen was, (gelyk men gewoon is dit in Friesland te benoemen,) slapende was geworden, daarna weder overgaat in handen, 't zy van Gereformeerden, 't zy van Mennoniten: want, ten dien opzigte, tusschen Lieden dezer tweërley geloofsgezindheid geen onderscheid gemaakt word. 'Er zyn velen onder de Ingezetenen, die 2, 3, 4- en veel meer stemdragende plaatzen hebben; en naar gelang van derzelver meerder aantal is hun gezach des te grooter, by alle voorvallende stemmingen. Zodanige stemgerechtigde Lieden hebben recht van stemmen, niet alleen ter verkiezing van den Grietman, Byzitters, Sekretaris en andere Beampten, dezer Grietenie betreffende; (zelfs der Kerkelyke ampten van Predikant, Koster, Voorzanger enz. niet uitgezonderd,) maar, (dat van de grootste aangelegenheid is,) ook, ter verkiezinge der volmachten tot de Staaten vergadering; waar toe, (gelyk we reeds hebben aangemerkt,) uit elke Grietenie twee, één voor edelman en één voor eigen geerfden, benoemd wordenGa naar voetnoot(*). En, alhoewel niet zelden uit elke Grietenie meer dan twee Heeren, ('t zy Edellieden, 't zy Eigen Erfden,) ter Staaten Vergadering gemachtigd worden; dit maakt geen verschil van Stemmen in de Staatsvergaderingen; vermits die stemmen, niet naar 't getal der afg ezondenen, hoofd voor hoofd, gelden, maar, naar het getal der Grietenien, van elk kwartier. De benoeming dezer Volmachten geschied overal ten platten Lande ten eenen dag en uure, in 't laatst van Januarie, alle jaa- | |
[pagina 450]
| |
ren: eerst in de Kerken der byzondere Dorpen, waar in de stemgerechtigden samen komen; en den tweden dag daar na volgt de generaale stemminge in het Weeshuis, dat is het Rechthuis van elke Grietenie. Desgelyks zend elke stad ook twe Volmachten ter Staaten Vergadering; één uit de Magistraten, en één uit de Vroedschap. En die uit één dier beide Kollegien daar toe gerechtigd zyn, moeten een zeker kapitaal van vaste goederen bezitten; die van de Hoofdstad leeuwarden, van 1500 gulden, en der X andere Steden, te weten bolswerd, franeker, sneer, dokkum, harlingen, staveren, sloten, workum, ylst en hinlopen, onderscheidenlyk, naar gelang van derzelver grootte. De benoeming der Volmachten der Steden geschied, ten tyde door de Magistraat zelve goedgevonden. Alle deze Volmachten, zo der Steden als der Grietenien verschynen alle jaren, op de aanschryving der Heeren Gede puteerde Staaten, ten getale van LXXXII, ten Provinciaalen Landdage, te leeuwarden, op 't landschapshuis: zynde de eerste Maandag in Febr. gemeenlyk de eerste dag hunner byeenkomsten; wanneer de Prokuratien der jegenswoordig zynde Leden aan Gedeputeerde Staaten overgeleverd, en door dezelve onderzocht worden. Donderdags daarna volgende word een begin gemaakt, met de behandeling der zaken: na dat, door den Sekretaris der Gedeputeerden, ten bywezen van alle de Volmachten, en meer andere Toehoorderen, eene ter zake gepaste aanspraak gedaan, en de vergadering, door een gebed van een der Predikanten van Leeuwarden, geopend is. Deze twee en tachtig Leden, in die vergadering tot één lichaam gebracht, verbeelden 's Lands Hoogheid, of Souveraine Wetgevende Macht; beraadslagende en besluitende, zonder tegenspraak; mits, 's Lands grondwetten niet verkeerende of verbrekende. Zy voeren den titel van edele mogende heeren staaten van friesland. Gemelde Leden vergaderen echter nooyt alle gezaamlyk in één en 't zelve vertrek; maar vinden zich in vier byzondere kamers verdeeld, naar de vier deelen of kwartieren, uit welke dit algemeen Staatslichaam saamgesteld is; naamlyk der Volmachten der Landen, 1. oostergoo, 2. westergoo, 3. zevenwolden en 4. der steden dezer Provincie. Elk dezer vier kamers vergelykt zich, om, by meerder- of eenpaarigheid van stemmen, met elkanderen samen ééne slem uit te maken: dewyl elk dezer kamers, in alle voorkomende zaken, maar ééne stem voert; die men eene kwartierstem zou mogen noemen. Ten einde nu deze vier stemmen, tot één algemeen besluit van het geheel lichaam der | |
[pagina 451]
| |
Hooge Regeering te brengen, worden, uit elk der vier gemelde kamers, twe Leden, dus in 't geheel acht, gedeputeerd, tot een Vyfde kamer, die genoemd worden, Edele Mogende Heeren Staaten van Friesland, in het minder getal. Deze VIII Heeren vergaderen meermaalen afzonderlyk: om samen te overleggen, zo lang dat 'er, 't zy door meerderheid, 't zy door eenpaarigheid der vier stemmen, een algemeen Staatsbesluit genomen word: want ingevalle deze vier stemmen, twee en twee, van elkander zyn verschillende, kan 'er niets besloten worden. De Heer Prins Erfstadhouder word, door den Sekretaris van dit Kollegie, in 't minder getal, alle jaren verzocht, hunne vergadering by te woonen, en die met zyn raad en aanmerkingen te dienen. ‘Zodanig een Landdag, (die binnen zes weeken moet besloten zyn,) is alreeds, sedert den tyd, toen deze Provincie zich der Spaansche Heerschappy onttrokken heeft, ingevoerd. Dan, in den aanvang, zag men in dit Kollegie doorgaans veel verwarringe; dewyl het aantal te groot was, en men op sommigen van deszelfs Leden weinig vertrouwen mogt, die de Spaansche Regeering heimelyk begunstigden; en allerminst op Geestelyken of Prelaten der Abtdyen en Kloosters; die toen in die vergadering de eerste plaats bekleedden, en in dezelve doorgaans het hoogst woord voerden, en groot gezach hadden. 't Geschiedde daarom, op den raad van Prins willem I, dat, in 1576, met meerderheid van stemmen besloten werd, een nieuw Kollegie op te rechten, welks Leden door de Staaten der Provincie gekoren, en daarom gedeputeerde staaten zouden worden benoemd. Doch, zo dra men nader begon te beraamen, hoedanigerwyze dit Kollegie behoorde gevormd te worden, rees een groot verschil deswege, tusschen de Volmachten der Grietenien en der Steden. De laatsten begeerden, in dit Kollegie het halve gezach te voeren; en zo veele Leden daar toe te Kommitteeren, als de Grietenien der drie kwartieren der Landen gezaamenlyk: en de Grietenien daarentegen wilden de Steden gerekend hebben tot het Kwartier, in 't welk zy liggen: en aan elke derzelver geen meer gezach vergunnen, dan aan elke byzondere Grietenie behoorde; gelykerwyze als de Steden worden aangemerkt, in de Vergadering der Staaten; in welke zy, even gelyk ydere Grieteme niet meer dan twee Leden hadden. Dit verschil is niet voor den jaare 1584 uit den weg geruimd; en wel, weder, door bemiddeling van gemelden Prins willem I: derwyze naamlyk, dat de gezaamlyke elf Steden een derde deel van 't | |
[pagina 452]
| |
gezach in die vergadering zouden voeren, door tot dezelve 3 Leden te Kommitteeren: en uit elk kwartier der Grietenien twe; dus samen 6. En daarby is 't onveranderlyk gebleven tot heden: bestaande de Edele Mogende Heeren Gedeputeerde Staaten nu in 't geheel uit IX Leden; drie uit de Steden, en zes uit de Grietenien; welke, door de vier kamers der Staaten, (elke door de zyne afzonderlyk,) verkoren worden, by of even voor het scheiden van den Landdag. Deze Gedeputeerde Staaten, aan welke ook een Sekretaris toegevoegt is, blyven, drie jaren, in dien aanzienlyken post volharden. Zy vergaderen, alle drie weeken; en altyd te Leeuwarden. Hun voornaam werk is, de Staatsbesluiten, zo ten aanzien van Borgerlyke als Krygszaken, ter uitvoering te brengen; en ze hebben mede het opzicht over de gemeene middelen, 's Lands Finantien betreffende. De Heer prins van oranjb heeft, in hoedanigheid als Erfstadhouder, in dit Kollegie zitting, benevens eene besluitende stem’. |
|