Gamba of de Martelaer, Treurspel. Te Delft by E.v.d. Smout 1776. In octavo 27 bladz.
EEne ontvouwing van 't haatlyke der Geveinsdheid van den Geweetensdag, die Gamba vrugtloos poogt te beweegen, om afstand te doen van de belydenis dier Godsdienstige kundigheden, welken hy voor waar houdt, dat Gamba het leeven kost. Men heest goedgevonden dit Tooneelswyze voor te draagen, in den vorm van een Treurspel van één Bedryf, uit acht Tooneelen bestaande. Het onderwerp is in zyne soort, met inagtneeming van het eigenaartig character der Persoonen, wel uitgevoerd, doch het heeft meer van den aart van Tooneelswyze Gesprekken, dan van de inrichting van een Treurspel; dat zig niet zo wel, als de mindere soort van Spellen, tot één enkel Bedryf schikt. - Men hoore, tot een Staal der uitvoeringe, de manlyke taal van Gamba, die, daar hy zyn doodvonnis wagt, zig in eene alleenspraak aldus uitlaat.
Hoe welgemoed, hoe vrolijk kan hij sterven,
Die na den dood het zaligst leven wacht!
Hoe vergenoegd kan hij het Aerdsche derven,
Die 't Hemelsch kiest, en de ijdelheên veracht!
Ik smaek alrede een vreugd niet uit te spreken.
Dit ogenblik voleindigt mijn verdriet,
Het drukkend kruis, de dwaesheên en gebreken.
ô Zoete Troost! die thans mijn ziel geniet.