Agnes de Castro, Treurspel, in drie bedryven, door J.A. Backer. Te Hoorn by T. Tjallingins. Behalven de Voorreden 53 bladz. in octavo.
TOen Don Pedro, na den dood van zynen Vader Alphonsus den IV, den Throon van Portugal beklommen had, deed hy zyne beminde Agnes de Castro, met welke hy een geheim huwelyk had aangegaan, en die verraaderlyk omgebragt was, uit het graf neemen, en als Koningin op een throon zetten, om haar openlyk voor Komingin te doen erkennen. Dit geval heeft, voor etlyke jaaren, aanleiding gegeeven, tot het maaken van een Treurspel getyteld; de Gekroonde na haar Dood. Het aandoenlyke van dit geval, en de treffende rollen, welken de Dichter in 't ontvouwen van 't zelve, te passe gebragt heeft, hebben dit Tooneelstuk, in de uitvoering op den Schouwburg, vry algemeen doen behaagen. Maar intusschen heeft men egoer meermaals opgemerkt, hoe onregelmaatig en ongeschikt het zelve opgesteld ware; uit welken hoofde Tooneelkundigen, schoon zy het treffende erkenden, het opstel in veele byzonderheden wraakten. Ter dier gelegenheid is 'er meermaals gesproken van eene verbetering van dit Treurspel; en ten laatste heeft de Dichtkundige Heer Backer, de hand aan 't werk geslaagen; dan, daar 't hem niet wel mogelyk ware het Opstel te behouden, is hy al dra te rade geworden, om een geheel nieuw Tooneelstuk te vervaardigen, en het Onderwerp in een geheel anderen smaak te behandelen. Het wezenlyke der Geschiedenisse in agt neemende, schikt hy het geval gevoeglyk voor het Tooneel, indiervoege, dat Agnes de Castro, na den dood van Koning Alphonsus, door vergif omkome, zonder het waarschynlyke uit het oog te verliezen; en doet alles in drie bediyven afloopen; nopens welke laatste schikking hy zegt, dat hy 't gedaan heeft; ‘deels, om dat 'er, naar zyn oordeel, gebrek is aan zodanige stukjes, waaragter gevoeglyk een blyspel van vyf bedryven, die wy in onze taal
verscheide sraaie bezitten, gespeeld kan worden, en deels om het kragtiger te houden.’ Volgens de tegenwoordige