Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1776
(1776)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijWaarneemingen en Proeven meest door Inenting op het Rundvee gedaan, door Geert Reinders, Huisman te Garnwert. Te Gron. by L. Huisingh 1776. In groot octavo 52 bladz.IN dit Geschrift levert onsade Huisman Geert Reinders, een beknopt verslag van de aanvanglyke poogingen, in den jaare 1769, in Groningerland, om het Rundvee, door Inenting, tegen de Veepest te beveiligen; met meldinge van de gelukkige en ongelukkige proefneemingen in dien tyd, en eenige agtervolgende jaaren. Hy toont ons, met de opgave hier van, dat herhaalde proeven de nuttigheid van dit hulpmiddel, ten opzigte van Kalveren van gebeterde KoeienGa naar voetnoot(*), duidelyk be- | |
[pagina 266]
| |
weezen hebben. Volgens deeze proefneemingen, naamlyk, gaat het bestendig door, dat Kalveren, van gebeterde Koeien gebooren, zes of acht weeken oud zynde, voor dat ze nog in de open lugt geweest zyn, ingeënt wordende, alle ligt ziek worden en beteren. Als mede dat deeze Kalveren, na vier maanden of daaromtrent in het Land geweest zynde, weder ingeënt wordende, 'er geene of slegts eene ligte aandoening van gevoelen, en daar na, voor eene volgende besmetting, zo wel beveiligd zyn, als die, welken van de natuurlyke ziekte gebeterd zynGa naar voetnoot(*). Onze Huisman, overtuigd zynde van de nuttigheid der Inentinge, in dit geval, heeft geoordeeld dat hy verpligt ware, leezen gelukkigen uitslag zyner proefneemingen openlyk bekend te maaken; zo om eenen ieder het in 't werk stellen van dit Behoedmiddel aan te raaden, als om dezulken, die nog nadere proeven begeeren, aan te moedigen, om zyn voorbeeld te volgen; in 't streelende vooruitzigt, dat zulks ter bevestiginge van 't bovengemelde zal dienen, wanneer men maar met de vereischte omzigtigheid te werk gaat. - Ter bevorderinge hier van heeft hy, onder de melding zyner proefneemingen, reeds eeniger zyner opmerkingen desaangaande-medegedeeld; en hier aan hegt hy verder, in dit Tractaatje, een duidelyk berigt van de manier der Inentinge, met aanwyzinge van 't geen men daar omtrent in agt heeft te neemen. - 's Mans voorstellingen draagen alleszins blyken van oprechtheid, en zyne bygebragte proefneemingen begunstigen zyn denkbeeld dermaate, dat alle de zodanigen, die zig op de aankweeking van on Rundvee toeleggen, dit zyn Geschrift wel met oplettendheid mogen doorbladeren, om zelf na te gaan, of het niet raadzaam zy zyn voorbeeld te volgen. - Het gevaar is, volgens het hier voorgestelde, zeer gering. Naar zyne ondervinding is 'er geen één zyner dus ingeënte Kalveren gestorven. De ziekte zelve is van zo weinig aanbelang, dat hy, die het voor de eerstemaal ziet, naauwlyks gelooven kunne, dat ze ziek zyn. ‘En het gevaar, zegt hy, om met deeze ligt zieke kalveren de besmetting te verspreiden, is, als men eene betamelyke voorzorge gebruikt, zeer gering; hier is geen stank als by ander ziek vee, 'er heeft | |
[pagina 267]
| |
geene spuitinge plaats, geen verrottinge van doode lyken, noch vervoeringe van vleesch of vet, noch huiden: de ondervindinge komt hier mede overeen, op alle plaatzen daar men deeze kalveren heeft ingeënt, is het ander ongebeterd Vee gezond gebleven’. |
|