Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1776
(1776)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijVerhandeling over den Tabak. Tweede Stukje. Te Amsterdam by G. Bom 1775. In groot octavo 56 bladz.BY de, in het eerste Stukje, reeds gegeeven onderrigtingen nopens den TabakGa naar voetnoot(*), komt in dit Stukje eene beschryving van deszelfs Kenmerken en Soorten; benevens een verslag van het teelen. bereiden en behandelen van den Tabak, zo in de Nederlanden, als in de Westindiën; mitsgaders een kort berigt aangaande den Tabakshandel, en verder eenige aanmerkingen over het rooken en snuiven van Tabak, met een drietal van voorschriften, leerende hoe men den Tabak een aangenaamen reuk kan geeven. Dit tweede Stukje voegt zeer wel by 't eerste; doch kundige Handeraars en Mengers, mitsgaders zulken, die uitgewerkte Verhandelingen over dit onderwerp geleezen hebben, zullen 'er niets byzonders in ontmoeten. Ten gevalle van hun welken Tabakrooken dienen uit dit Stukje nog de volgende Lessen. ‘In phlegmatike gestellen bevordert het rooken de ontlasting van het overvloedige water en slym, en maakt door deszelss prikkeling een sterker omloop in het bloed; maar om die zelfde reden is het voor galagtigen niet dienstig, dewyl het in die te veel verhit en uit- | |
[pagina 243]
| |
droogt; althans moeten deezen onder het rooken niet te veel uitspuwen, maar het speekzel liever doorslikken; het welk al mede schoon het in den beginne wat moeijelyk valt, kan geleerd worden. - Men bederst den eetlust met kort voor den eeten te rooken, dewyl de Tabak de aandoening of het gevoel vermindert; en men benadeelt aan den anderen kant de spysverteering, als men het kort na den maaltyd doet, inzonderheid als men de gewoonte heeft van sterk te spuwen; want dit speekzel, dat men door het rooken uitwerpt, anders doorslikkende, helpt zeer veel om de spyze te verteeren. - Veelen hebben de gewoonte van des avonds na den eeten een pyp te rooken, om daardoor des te beter in slaap te komen. Die gewoonte is wel niet te laaken, maar dan moet men daar by in acht neemen, eer men gaat slaapers, een glas water te drinken, op dat de damp niet te veel in het slym van den mond blyve hangen, en een kwaadan reuk en smaak daar in agterlaate; en dit is te noodiger, om dat men te geruster slaapt, hoe men minder gewaarwording heeft; en om dat het water daarenboven zeer goed is, om de scherpheden van het bier, den wyn en de spyzen, of andere dranken, die men gebruikt heeft, en nog in de maag mogten zyn, te maatigen, en alles wel ondereen te vermengen.’ - Voorts raadt onze Schryver de Liefhebbers bovenal goeden Tabak te rooken. ‘De Spanjaarden, zegt hy, zenden ons den besten in byzondere korven, die men Canastros hiet, en hier van daan heeft die Tabak den naam van Kanaster, of, by verbastering, Kanasser-Tabak gekreegen. Deeze is, om zynen aangenaamen reuk, boven alle andere soorten van Tabak te verkiezen; doch hy moet, inzonderheit als men veel rooken wil, niet te sterk zyn; en dus niet alleen aangenaam ruiken, maar ook ligt en wel branden. Als men daarbenevens in agt neemt, dat men niet zonder ophouden, de eene pyp voor en de andere na, rookt, maar slegts nu en dan, en by lange tusschenpoozen, dan kan het zelve in phlegmatike gestellen van dienst en nut zyn, en by veele andere menschen zal het, als zy 'er eens aan gewoon zyn, geen merkelyk nadeel doen.’ |
|