letteren aa, ee, oo, uu, als mede over het onderscheiden gebruik van aa en ae. Verder slaat hy het oog op de mogelykheid, om de spelling met ch en g regelmaatig te brengen. Daar benevens stelt hy ons voor, wat men, zynes oordeels, in agt hebbe te neemen, omtrent de plaatsing van de Letter t, in Werkwoorden, die eene d tot eene wortelletter, en haar gevolglyk in deszelfs buiging hebben. Vervolgens neemt hy eene zwaarigheid weg, omtrent de gewoone spreek en schryfwyze, de eene man, of bet eene boek, als gelyk staande met die van de eene vrouw; door in aanmerking te neemen, dat dit woordeken in zulk een geval geen Lidwoordje maar een Byvoegelyk Naamwoord is. Men schryst des de eene man, de eene vrouw, het eene boek. even als men schryft, de groote man, de groote vrouw, het groote boek. Dus behoort men ook, naar zyn inzien de e aan 't einde te behouden, wanneer men dit woordeken als Zelfstandig aanmerkt; schryvende, niet het een en 't ander, maar het eene en het andere, gelyk men schryft, de kleine en het kleine. Ten laatste maakt hy ook zyne bedenkingen gemeen, over de buiging der Deelwoorden, die in en uitgaan; welken hy onbuigzaam houdt, zonder eenige verlenging of verkorting van dezelven, in de onderscheiden geslachten en naamvallen, of het een- of meervoud, toe te staan. Te gelyk brengt hy ook hier toe de woorden
bedreven, eigen, verscheiden en volkomen; mitsgaders de woorden alle, allerlei, allerhande, veelerhande en veelerlei; hellende tevens over om de woorden van den vergelykenden trap, grooter, kleiner enz. als onbuigzaam te bezigen. - Het meerendeel van des Autheurs bedenkingen over de opgenoemde byzonderheden verdient overweeging, en is geschikt om de opmerkzaamheid der Liefhebberen van Nederduitsche Taalkundige oefeningen te scherpen.
Met de afgifte deezer Aanmerkingen over de Spelling, biedt ons de Autheur te gelyk aan, zyne Geslachtlyst der Zelsstandige Naamwoorden, die hy met veel naauwkeurigheid opgesteld heeft. Na de verbeterde uitgave der Lyste van D.v. Hoogstraaten, met de vermeerderingen van G. Outhof, door A. Kluit, bleef 'er nog merkelyk overig, om dezelve volledig te maaken. Zulks heeft onzen Autheur aangezet, om dit nog meer te bevorderen; door oplettend na te gaan het geen Moonen, Sewel, van Heule, Ten Kate en Hageman deswegen te berde gebragt hebben; waarby hy tevens gebruik maakte van het Nederduitsch en Latynsch Woordenboek van D.v. Hoogstraaten. Door dit middel heeft hy deeze Lyst, schoon hy dezelve niet voor volledig geeve (dat van geen mensch in zulk een uitgebreid bestek te wagten is,) met een merkelyk aantal van woorden vermeerderd. In 't opstellen hiet van heeft hy zorg gedraagen, van den naam der Schryvers te plaatsen by alle zodanige woorder, die in de vermeerderde Lyst van den Heer Kluit niet gevonden worden; en in twyfelagtige heeft hy zyne gestelde bepaaling van de Ge-