gen lang gebruikt had, kon hy een weinig beter zien, en ook nauwkeuriger de Kleuren onderscheiden. De oogappelen wierden wel wat beter bewogen; maar nog niet na behooren, en de Lyder was nog niet in staat, om zonder Leidsman uit zyn Kamer te gaan. Dewyl ik nu in verscheide gevallen van den zelfden aart, het gebruik van versche Pissebedden zeer kragtig gevonden had, liet ik 'er dagelyks zestig van dezelven stooten, en met twee Theekopjes Vleeschnat, het welk ongezouten was, en van het welk al het Vet was afgedaan, in een toegedekten pot op koolen kooken, en vervolgens door eenen schoonen doek drukken. Dit nam hy 's morgens nugter in; maar des namiddags en des avonds, telkens twaalf van bovengenoemde Pillen. Tot een uitwendig gebruik, schreef ik hem voor, den geest van Lavendel-bloemen, en den vluggen geest van Ammoniakzout, van elk eene even groote quantiteit, om daar mede de handen te vryven, en ze daarna voor zyne opene oogen te houden; ook moeste hy de bovenste Oog-leeden, daar mede bestryken. - Na verloop van vier weeken, was de Lyder door deeze middelen volkomen hersteld, zoo dat hy met veel vergenoegen, weder na zyn Regiment gaan kon. - Ik moet nog aanmerken, dat de Lyder naauwlyks agt dagen lang de Pissebedden, met het Vleesch-nat gebruikt
had, of de Pis had een zetzel gekreegen, het welk zy in den geheelen tyd, dat de Ziekte geduurd had, niet had gehad. - In myne praktyk onder de Soldaaten, heb ik dikwyls gezien, dat Soldaaten op sterke geforceerde togten, wanneer het zeer warm Weer was, en zy eenen zwaaren last, al hun geweer, en somtyds nog daarenboven zoo veel brood, als voor zes dagen nodig was, draagen moesten, op een ogenblik volkomen blind wierden, zoo dat zy van hunne Makkers, in het Leger moesten gebragt worden. In zulke gevallen waren de Vaten van de Choroidea, door de al te groote toevloed van bloed na het hoofd uitgezet, en de gezicht-zenuwen gedrukt. De eerste oorzaak tragtte ik weg te neemen door Aderlaatingen, en om de gedrukte Zenuwen weder in beweeging te brengen, liet ik hem den volgenden morgen inneemen, drie greinen van den Tartarus Emeticus met zuiker gevreven. - Nauwlyks hielden ze op met braaken, of zy hadden doorgaans hun gezigt ook weder gekregen. Na verloop van eenige dagen gaf ik, na maate het de omstandigheden vereischten, een buikzuiverend middel, ook liet ik somtyds den bovengenoemden Spiritus, op de beschreve wyze, gebruiken. - In sommige gevallen, kwam het gezicht na de eerste Aderlaating, en na het gebruik van het braakmiddel, niet weder. Aan deezen liet ik de venae