Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1776

Advis door Jonkheer J.D.v.D.C. tot d.P. ter Staatsvergaderinge van Overyssel. Alom te bekomen.

DIt Advis is betrekkelyk tot een verzoek van zyne Maj. den Koning van Groot-Brittanie; welk verzoek men, naar 't oordeel van dien Heer, niet behoort in te volgen; dat hem bewoogen heeft zyn Advis deswegens aan Hun Ed. Mog. schristlyk mede te deelen, en door reden aan to dringen, 't welk hy op eene manlyke wyze voorstelt.

Troupes te geeven, zegt hy, is hier Party kiezen, dat gevaarlyke gevolgen met zig kan sleepen. - Onze vervallen Koophandel en Landbouw is, zo herstelbaar, alleen te herstellen, door eene stipte Neutraliteit in de oneenigheden van Europa. - Wordt zyne Brittannische Majesteit hulp aangebooden, men zal 'er ook vinden, die zulks den Amerikaanen niet weigeten; wy zullen ons des inwikkelen in onlusten met een Vorst, met wien wy in eensgezindheid behooren te blyven. - Het gedrag der Engelschen ten onzen opzigte is op verre na zo gunstig niet, dat het ons te hunwaards verpligte; wy zouden regt hebben, om eerst vergoeding van 't voorleeden te eischen, eer wy in deliberatie namen om ongehouden diensten te doen. - De thans verzogte Troupes zouden, zo niet regtstreeks, ten minste van ter zyde, gebruikt worden, tot het dempen, van 't geen sommigen een Rebéllie der Colonisten in Amerika gelieven te noemen; waar toe deeze adviseerende Heer liever Janitzaaren, dan Troupes van een Vryen Staat, zag huuren. Dit laatste denkbeeld komt hem ten onzen opzigte te haatlyker voor, daar wy ook eerst slaafs geweest zyn, en, den naam van Rebéllen draagende, ons vrygevogten hebben. En 't wordt hem te haatlyker, nadien hy oordeelt dat de Colonisten eene regtmaatige zaak voorhebben. - Hier benevens is hy van oordeel, dat deeze Cessie van Troupes aanleiding kan geeven tot eene verdere Angmentatie, en de, naar zyn inzien,

[p. 42]

hier uit voortvloeiende of mede gepaard gaande nadeelige gevolgen voor 't Gemeenebest. - Om dit alles vindt zig deeze Heer, (die 't zwygen eene misdaad rekent, daar 't spreeken een pligt is,) ‘genoodzaakt voor zyn advis in deezen uit te brengen; dat, het belang van onze Republicq in 't gemeen, en van de Provincie Overyssel in 't byzonder, deeze Cessie van Troupes noch vorderende noch toelaatende, en dezelve bovendien niet kunnende geschieden zonder eene haidigheid te doen aan Lieden, die ons nooit hebben misdaan, het verzoek van zyne Majesteit van Groot-Brittanniën voor als nog niet behoort te worden geaccordeerd.’