Utrechts zang-prieeltjen
(1649)–Anoniem Utrechts zang-prieeltjen– AuteursrechtvrijStemme: Amarili mia bella.
L Eonora mijn schoone,
Die door u soet ghesicht mijn hout gevangen,
Seght eens mijn liefd' hoe lange,
Sal uwe slaef geboeyt zijn met u banden?
Of sal hy moeten stranden
Op liefdens klippen? ach! hemel wilt my hoeden,
Leonora, Leonora, Leonora staeckt u woeden,
2 Wilt ghy Goddin dan hooren,
Dat men verwijten sal u schoonigheden,
| |
[pagina 237]
| |
Verselt met stuersigheden,
Iae dat mijn doodt veroorsaeckt door u minnen
Denckt eens hoe dat u sinnen,
En u geweeten u strafheyt sal misprijsen,
Leonora, Leonora, Leonora, en verwijsen.
3 O Godinne! wilt hooren
De klachten die ick doe, mits selfs de boomen,
Voor uwe strafheyt schroomen,
Hoe kan een ziel begaeft en uyt gelesen,
Oyt soo ondanckbaer wesen,
Dat sy die gene die haer bemin, sou haeten?
Leonora, Leonora, Leonora wilt het laeten.
4 Soo sal ick u steets loven,
In 't Cabinet mijns ziels en doen u branden,
Tot danck mijn offerhande,
Mits ghy verwint, en ick heb 't al gewonnen,
Hoe sal mijn ziel sich konnen
Naer eysch verheugen, ick schijn van vreught herbore,
Mijn beminde, mijn beminde, mijn beminde Leonore.
Lust baert wijsheyt. |
|