Utrechts zang-prieeltjen
(1649)–Anoniem Utrechts zang-prieeltjen– Auteursrechtvrij
[pagina 222]
| |
Stemme: Soo langh is 't Muysjen vry.
H Oe seer ick mijn gesucht
Doe klatren door de lucht,
De ooren zijn gestopt, van haer die my gebiet.
Sy hoort na mijn gebeen, noch droeve klachten niet.
2 Ick kniel, ick buck, ick buygh
Soo dickwils, tot getuygh
Van al mijn sware pijn, voor heure voeten neer,
Maer al verlooren, 't schijnt sy acht mijn smart geen meer.
3 O overwreede Maeghd!
Soo u mijn doodt behaeghd,
Hoe toeftge dan dus langh, eer ghy u lust voldoet?
Daer ick wel hondert mael toch om u sterven moet.
4 Mijn leven is verdriet,
Ick acht de werelt niet,
Als ick het by-zijn mis van u, o Amaril!
Ay doodme, doodme vry, mijn schoonste ist uw wil.
5 't Sal voor mijn droeve pijn
O lief, verlichtingh zijn,
| |
[pagina 223]
| |
Wanneer ick in uw schoot, maer geef de leste snack,
Soo rust mijn bange ziel te degen in gemack.
|
|